zondag 30 december 2012

Hoog water? O ja?

Hallo ge-interesseerde blogvolgers,

De afgelopen week (rond de kerst van december 2012) voorspelde het KNMI een enorme hoeveelheid regen, met als gevolg een gevaarlijke stijging van de waterspiegel in de kanalen, meren en andere binnenwateren. Net zoals dat in januari 2012 is gebeurd. Daarover blogde ik toen op 19 januari 2012 onder de titel: Hoog water in Leeuwarden. Maar als ik de waterspiegel zie op de hier bijgevoegde foto (die ik donderdag 27 december 2012 heb gemaakt), dan vraag ik me af of het KNMI niet heeft zitten te overdrijven.


Ik herinner mij uit de jaren rond 1968-1974 dat de waterspiegel in de singels in de Leeuwarder wijk Nijlan wel hoger hebben gestaan; minstens 30 of 40 centimeter hoger dan je op de foto ziet,  misschien zelfs wel een halve meter. De onderkant van dat hek op de foto zou dan royaal in het water staan en het water zelf zou royaal over de rand van de singel staan. Dat zag ik begin jaren 70 ieder jaar opnieuw gebeuren in alle singels in de wijk Nijlan. En er was toen nog geen sprake van zogenaamde broeikaseffecten. Dus, hoe kwam dat dan? Natuurlijk: of er was toen ook van tijd tot tijd een periode met extreem veel regenval (wat toen nog helemaal niet extreem werd genoemd), of er was dooi na de winter, met als gevolg dat de singels overstroomden van al dat smeltwater (wat dus ook heel normaal werd gevonden). Waarom schreeuwde de klimaatmafia gedurende de afgelopen jaren 1990 dan zo hysterisch graag over stijgende waterspiegels waardoor ons land onder water zou verdwijnen. Dat is vroeger niet gebeurd, en dat zal nu ook niet gebeuren, en in de toekomst evenmin. Gelukkig horen we die klimaatmafiosi nu nauwelijks meer.

En die overvloed aan water? Tsjaa, neerslag komt nu eenmaal naar beneden in de vorm van sneeuw of van regen. En al dat (smelt)water wordt netjes weggepompt door de gemalen in het land, waaronder het Hoogland-gemaal in Stavoren, of het bekende stoom-aangedreven Woudagemaal in Lemmer (dat voor de gelegenheid in deze week tegelijk met de noodzakelijke ingebruikneming tevens opengesteld was voor publiek; lees het blogbericht van Gert-Jan Hermus van 28 dec 2012 getiteld: Bezoek aan het Woudagemaal te Lemmer, er maar op na). Kortom: geen enkele reden tot paniek. Net zo min als aan het begin van het jaar 2012, toen de waterspiegel in het Van Harinxmakanaal en andere binnenwateren ook opvallend hoog stond, en waar ik toen dus al over geblogd heb op 19 januari 2012.

Maar waarom zet de winter niet door? Tsjaa. Daarover blogde ik kort geleden nog op 16 december 2012 onder de titel: Toen lag er weer sneeuw. Maar ja, voorspellen is altijd al lastig geweest. En eigenlijk had ik het kunnen vermoeden: de komende 7 jaren zullen de winters minder streng zijn. Maar daarna krijgen we alsnog strenge winters met de mogelijkheid van een Elfstedentocht! De bekende astronoom Cornelis de Jager vermoedde enkele jaren geleden nog dat we over circa 10 jaar te maken zouden krijgen met een nieuwe Kleine IJstijd, vergelijkbaar met de Kleine IJstijd uit de Gouden Eeuw. Kortom extreem strenge winters. Het afgelopen jaar kwam hij daar weliswaar op terug maar vermoedde hij nog dat het gewoon strenge winters zullen worden. Meer hierover kunt u lezen op zijn site www.cdejager.com .

Over Elfstedentochten gesproken: Zelf had ik gehoopt dat in 2008 de Elfstedentocht zou worden gereden, maar daar was de winter in dat jaar niet streng genoeg voor. En begin 2012 was de vorst ook net niet streng genoeg, waardoor de Elfstedentocht op het nippertje niet doorging. Maar 11 jaar voor 2008, in 1997 werd ie wel gehouden. Dat moeten jullie nog je nog herinneren. En 11 jaar daarvoor ook, in 1986 en 1985. Maar 11 jaar daarvoor, in 1974 niet. Blijkbaar was de winter in dat jaar niet streng genoeg. Maar de Elfstedentocht van 11 jaar daarvoor moet voor iedereen bekend zijn; als het niet uit eigen herinnering is, dan wel uit de vele verhalen, boeken, films en documentaires:  1963.
Maar - zo zult u nu vragen - wat is die merkwaardige 11-jaarlijkse cyclus dan? Dat is niet zo merkwaardig. Dat is de onder astronomen bekende 11-jaarlijkse cyclus van de zon. Het voert te ver om dat hier uitgebreid uit te leggen; dan wordt dit blogstukje veel te lang. Maar daarover kunt u alles vinden en nalezen op de site www.klimaatgek.nl . Waarschijnlijk kan rond 2020 alsnog weer een Elfstedentocht worden gehouden. Want dan komen er weer strenge winters, zoals de hierboven al genoemde astronoom Cornelis de Jager vermoedt.

Verder herinner ik me nog een opmerking van een oud-collega van de CBD (nu: BSF) die me ooit rond 1997 vertelde dat vroeger (in de jaren 40 en 50) de landerijen rond Giekerk ieder jaar aan het eind van de winter blank stonden. Dat kwam toen gewoon door de dooi. Tegenwoordig komt dat plotseling door het broeikaseffect. Hij vond dat heel merkwaardig. Alsof hij dat in zijn tienerjaren zogenaamd verkeerd had begrepen. Kolder dus. Hij geloofde niets van die hele broeikas-mythe.
En zo heb ik de afgelopen jaren steeds vaker mensen ontmoet, die (gelukkig) hun twijfels hebben bij de broeikas-mythe.

donderdag 20 december 2012

Rampen volgens Maya-belofte komen niet

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Ongetwijfeld zitten jullie ook gespannen af te tellen tot de rampen over ons komen. Vooral de rampen die ons volgens de Maya-kalender op 21 december 2012 worden beloofd. Natuurlijk komen die er niet. Dat ligt voor de hand. Om het tot Westerse maatstaven terug te brengen: wat gebeurt er na 31 december? Dan komt gewoon 1 januari. Meer niet. Niks ramp-zaligs dus. Eerder hartstikke saai. En zo zal dat met de Maya-kalender ook zijn: als de ene cyclus eindigt, dan begint de volgende cyclus van de Maya-kalender gewoon weer opnieuw. En bovendien is het de vraag of de Maya's wel aan rampen dachten, toen ze hun kalender met al die cyclussen opstelden. Daar slaat de hier onder geplaatste cartoon op.



In de afgelopen eeuwen zijn er wel vaker onheilsprofeten opgestaan die ons de spectaculairste rampen beloofden. Ze kregen na het verstrijken van de bewuste datum allemaal 1 groot probleem: de beloofde rampen bleven uit. En ook de rampen van 21 december 2012 zullen niet komen.
In 1774 was er ook een onheilsprofeet. Dat was dominee Eelco Atta, predikant uit Bozum. Hij  noemde zichzelf een "vriend van de waarheid" en verspreidde een brochure waarin hij verkondigde dat op 8 mei 1774 alle planeten op 1 rij aan de hemel zouden staan met als gevolg dat de planeet Aarde uit zijn baan zou worden geslingerd en op de Zon zou neerkomen en volledig zou verbranden. De boodschap veroorzaakte veel onrust in Friesland. Daarom vaardigde de overheid van Friesland een verbod op de verspreiding van dit obscure boekwerkje. Op de bewuste dag zelf gebeurde er inderdaad totaal niets. Hoogstens kon men 's ochtends voor de zonsopkomst aan de oostelijke hemel alle planeten heel mooi op een rij aan de hemel bij elkaar zien stralen. Dat was alles. Nog steeds zeer saai.
Maar hiermee was het verhaal niet ten einde. In Franeker woonde een wolkammer, die alle heisa over de opmerkelijke samenstand had gevolgd. Hij werd daardoor zozeer ge-inspireerd dat hij in 7 jaar tijd in de achterkamer van zijn eigen huis een planetarium op schaal bouwde om aan te tonen hoe het zonnestelsel precies in elkaar zat, en om zo te laten zien dat er van de beloofde rampen niets kon kloppen. Zijn naam: Eise Eisinga. Zijn planetarium is tot op de dag van vandaag een toeristentrekker. Het pand waarin het is gevestigd is beslist een bezoek waard.  Meer informatie is te vinden op de site www.planetarium-friesland.nl .
Op de hieronder staande foto (uit juli 2006) is het pandje te zien met ernaast de winkel annex restaurant, waar je na afloop kunt genieten van een lekkere kop koffie. Voor de vroegere woning annex planetarium van Eise Eisinga staat een kennis van mij uit Groningen. Ik was met haar en haar vriend die dag in juli 2006 naar Franeker gereisd om hen dit planetarium te laten zien. Daar waren ze toen diep van onder de indruk.


zondag 16 december 2012

Toen lag er weer sneeuw

Hallo bloglezers,

De hieronder geplaatste foto heb ik op 6 december 2012 vanuit mijn flat gemaakt. Het is een mooi uitzicht vanuit mijn flatwoning over een fraai sneeuwlandschap. Vinden jullie ook niet? Weliswaar is er de afgelopen 2 weken tot nu toe 2 keer sneeuw gevallen en helaas ook weer snel weggesmolten. Maar, wie weet, zal er binnenkort wel weer sneeuw vallen. Ik hoop het. Dan wordt het al de vijfde winter op rij met sneeuw en ijs.


En dat is iets wat de klimaatmafia ons de afgelopen jaren nadrukkelijk niet had beloofd. Die klimaat-paniekzaaiers hadden ons juist een rampzalige toekomst beloofd met toenemende warmte (als gevolg van het niet-bestaande broeikaseffect) met afsmeltende poolkappen en een stijgende zeespiegel, en slappe winters waarin het nooit meer zou sneeuwen of vriezen. Dat zou betekenen dat de beroemde Friese Elfstedentocht nooit meer zou plaatsvinden. Sinds 2008 hebben we telkens in de maanden december en januari toenemend strenge winters gehad met veel sneeuwval, veel vorst en een keer zelfs de bijna-mogelijkheid van een Elfstedentocht (februari 2012). Jammer dat het niet voldoende vroor en het daarom net niet is doorgegaan. Dat zou een lange neus zijn geweest naar al die klimaat-paniekzaaiers. Maar, laat een ding heel duidelijk zijn: de huidige strenge, koude winters kloppen dus niet met de theologie van de klimaatmafia.

Ik herinner me dat er in december 2009 een grote klimaatconferentie in Kopenhagen, Denemarken werd gehouden. Dat was eigenlijk een internationale bijeenkomst op de verkeerde plek en op het verkeerde moment. Er lag toen in Denemarken een dik pak sneeuw en het was bitter koud. Dan komt het niet erg geloofwaardig over als je met demonstraties waarschuwt voor de opwarming van de Aarde, terwijl je bijna doodvriest of ondergesneeuwd raakt. Daar slaat de hier onder staande cartoon op. Dat was dus een organisatiefoutje. Daar zal het IPCC (nog zo'n club klimaat-paniekzaaiers) en de klimaatmafia voortaan wel rekening mee houden.
Vandaar dat kortgeleden in december 2012 de klimaatconferentie in Doha, Qatar werd gehouden. Dat land ligt in de tropen, op het Arabische schiereiland. Daar is het altijd overtuigend warm. Let daar maar eens op. In december 2011 was de klimaattop in Durban, Zuid-Afrika. Als het hier winter is, is het daar hartje zomer. Dat werkt (daar ter plekke) ook zeer overtuigend. En in december 2010 was de klimaatconferentie in Cancun, Mexico. En ook daar is het in december overtuigend warm.
En waar zal de volgende klimaatconferentie zijn? In Sydney, Australie? Daar hebben ze in de zomer altijd last van een enorme zomerhitte, met als gevolg een dramatische droogte met als groot gevaar: bosbranden. Ook zeer overtuigend met die zogenaamde opwarming. Of is het dan in Rio de Janeiro, Brazilie. Ook daar is het altijd tropisch warm.


De cartoon hierboven sloeg op die ondergesneeuwde klimaatconferentie in Kopenhagen, Denemarken. Dat het toen zo sneeuwde, vond ik al een goede grap. Maar de grootste grap kwam na afloop van de klimaatconferentie in december 2009 te Kopenhagen. President Obama moest toen zo snel mogelijk naar de USA terugvliegen, want direct nadat zijn toestel op het vliegveld bij Washington was geland, ging het vliegveld dicht. Evenals alle andere in de verre omtrek. Er woedde namelijk een ijzige sneeuwstorm langs de oostkust van de USA. Van opwarming was dus (in december) geen enkele sprake. Niet op het noordelijk halfrond, want dan is het winter. Wel op het zuidelijk halfrond, maar dat is gebruikelijk en dat heet al vele eeuwen lang zomer. En na een half jaar is de weer-situatie omgekeerd.

Lezers die mijn blog al jaren volgen, zullen het zo langzamerhand wel weten: het evangelie van de klimaat-paniekzaaiers is aan mij niet besteed. Ik heb er vaker zeer kritisch over geblogd. Dat kunnen jullie nalezen in deze blogstukjes getiteld en gedateerd: Winter in Leeuwarden, op 16 februari 2012; Hoog water in Leeuwarden, op 19 januari 2012; Regen in juni op 29 juni 2011, Ware oorzaak van de opwarming van de Aarde op 13 januari 2011, Internettip voor klimaatsceptici, op 16 april 2010; Leestip voor klimaatsceptici, op 14 februari 2010. Mochten jullie die stukjes nog eens willen herlezen, klik dan op de kolom rechts op de jaren of maanden om de mappen te openen, waarna jullie de artikelen op datum kunnen opzoeken.
Voor nadere gedegen wetenschappelijke tekst en uitleg over de hele klimaat-kwestie, kijk dan op de site www.klimaatgek.nl .

O ja. Let ook op de nieuwe smoes van de klimaatmafia: ze hebben het niet meer over de "opwarming van de Aarde", maar heel eufemistische en voorzichtig over de "klimaatverandering". Straks zullen ze het wel hebben over de grote afkoeling, en dan zullen ze weer oreren dat ook dat weer onze eigen schuld is. Alsof de Zon al miljoenen jaren lang geen enkele invloed uitoefent op ons planeetje.

donderdag 6 december 2012

En toen was er weer een nieuw boompje

Hallo blogvolgers,

Op dinsdagochtend 27 november 2012 stond ik op, waste me, en kleedde me aan. Daarna deed ik de gordijnen open en zag toen dat er ineens een nieuwe boom was geplant. Er stond een ploegje groenwerkers bij toe te kijken of hij wel goed stond.

Op 17 maart 2012 blogde ik nog over de vorige grote boom, met 2 tijdsprong-foto's bij dat blogbericht geplaatst; de ene in de winter met sneeuw en kale takken, de andere in de zomer met veel blad aan de boom. Zoals op die foto's was te zien, was dat een grote machtige boom geweest, waar helaas enkele maanden eerder een tak van was afgewaaid. Dat was de reden geweest dat ie eind maart 2012 werd gerooid. Daarover heb ik geblogd op 29 maart 2012. Toen sprak ik al de hoop uit dat er eens een nieuwe boom zou worden geplant. En - gelukkig - dat is dus gebeurd op die ochtend van 27 november 2012. Daar heb ik, vlak voor ik naar mijn werk zou gaan, vlug even een foto van gemaakt. Die heb ik hier onder toegevoegd. Wil je hem beter bekijken, klik dan op de foto voor een vergroting.

zondag 2 december 2012

Fraaie zonsondergang

Hallo Blogvolgers,

Enkele weken geleden maakte ik de hier onder staande foto. Zoals jullie zien, een prachtige zonsondergang waarbij de wolken fraai van onderen worden belicht door het rode zonlicht, wat ook weer prachtig wordt weerkaatst in het bijna windstille water van het Van Harinxmakanaal. Aan de overkant zijn de koplampen van enkele voorbij rijdende auto's op de snelweg te zien. Deze foto heb ik dus gewoon thuis vanuit het open raam van mijn woonkamer gemaakt. Dicht bij huis - of in dit geval zelfs: vanuit huis - kun je ook mooie foto's maken. Wil je de foto in groter formaat bekijken, klik er dan op.

zaterdag 17 november 2012

Internettips Eerste Wereldoorlog

Hallo blogvolgers,

Mochten jullie door mijn vorige blogstukje (van 7 november 2012, hier direct onder) over de Wapenstilstand in het bos van Compiegne, ge-interesseerd zijn geraakt in de Eerste Wereldoorlog. Dan heb ik hier een kort lijstje adressen van internetsites over de Eerste Wereldoorlog. Dan kunnen jullie daarop allerlei artikelen nalezen en foto's bekijken en zo zien hoe ongelofelijk stompzinnig die oorlog was.

www.wereldoorlog1418.nl  een Nederlandstalige site van een Groningse leraar geschiedenis. Die had hij opgezet omdat hij ge-intrigeerd was geraakt door het Engelse Kamp, een krijgsgevangenkamp achter het Sterrenbos vlak bij de Mesdagkliniek, waar Britse militairen tijdens de Eerste Wereldoorlog werden vastgezet door de Nederlandse overheid. Nederland was toen nog neutraal.
Er staan zeer veel artikelen op over allerlei onderwerpen over de Grote Wereldoorlog, over de gebruikte wapens (zoals gifgas, tanks, het Parijse kanon, etc.), en over de invloed van het conflict op sociaal, economisch en industrieel vlak. Daarnaast is er van tijd tot tijd aanvullend nieuws over recente herdenkingen of vondsten met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog. Verder staat er op deze site een boekenlijst die regelmatig wordt aangevuld met nieuwe titels. Daarop staat natuurlijk de bekende klassieke roman van Remarque "Van het Westelijk Front geen nieuws" (inclusief de beide verfilmingen uit 1930 en 1978), maar ook vele andere minder bekende romans en films. En ook allerlei informatieve boeken over de strijd aan het front, dagboeken van verpleegsters in de lazaretten achter het front, enzovoorts. Verder staan er diverse verzamelingen foto's op deze site waar je niet zo vrolijk van wordt.

www.greatwar.nl een Engelstalige site met veel zeer interessante Engelstalige en enkele Nederlandstalige artikelen erop. Bijvoorbeeld over de Armeense genocide in 1915; een kwestie die in Turkije nu nog steeds uiterst gevoelig ligt. En een artikel over de Ieren die gedurende de Wereldoorlog aan Britse kant hadden meegevochten, met daarbij de vraag of het nou verraders van de Ierse zaak waren, of dat ze hoopten op die manier beloond te worden met zelfbestuur voor Ierland. Verder een artikel over de oorlogservaringen van de bekende fantasy-schrijver J.R.R Tolkien. En ook een artikel over hoe het toch komt dat Remarque en Hitler die (weliswaar niet tegelijk) in dezelfde Vlaamse frontsector hadden gevochten, maar zich na de Grote Wereldoorlog zo enorm verschillend hebben ontwikkeld. Inclusief veel foto's die je de rillingen bezorgen.

www.firstworldwar.com nog een Engelstalige site. In dit geval een encyclopedie over de hele Eerste Wereldoorlog, met artikelen over aanloop naar de Wereldoorlog, de strijd te land, ter zee en in de lucht, de gebruikte wapens, etc. En verder artikelen over allerlei zaken en bekende personen waaronder de verschillende generaals en staatshoofden, en een onbelangrijk lijkend korporaaltje ( Hitler), en artikelen over allerlei al dan niet geheime internationale verdragen, zoals bijvoorbeeld het Sykes-Picot-verdrag, dat tot op de dag van vandaag diep ingrijpende gevolgen heeft in het Midden-Oosten, maar waar hier in Nederland vrijwel niemand iets van af weet.

www.wo1.be  een Nederlandstalige site over de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen, Belgie. Met natuurlijk veel aandacht voor de afgrijselijke strijd rond Yeperen. En ook met veel foto's. Ook van de meest recente herdenking van 11 november 2012 bij de Menenpoort te Yeperen. Op de wanden van die poort staan meer dan 50.000 namen uitgehouwen van soldaten uit het hele Britse imperium (inclusief kolonien) die gedurende die 4 jaren strijd aan het Westfront zijn verdwenen en dus waarschijnlijk zijn gesneuveld en van wie hun lijken niets meer is teruggevonden, of alleen niet te identificeren delen.

www.verdun.nl  weer een Nederlandstalige site over de niet minder afgrijselijke strijd bij Verdun, waar in 10 maanden tijd bijna 1 miljoen soldaten (Fransen en Duitsers) zijn omgekomen. Beschaving? Het is eerder toenmalige hightech-vernietigingsdrang. Deze site is opgezet door een museum in Alkmaar over de slag bij Verdun. Overigens, ik herinner mij dat er in Schagen ook een museum is (gevestigd in een voormalige kasteeltoren), maar dan over de slag aan de Somme, waar vooral veel Britse militairen bij massa's sneuvelden. De kreet "voetbal is oorlog" kreeg daar in juli 1916 een wel zeer sinistere betekenis.

http://eerstewereldoorlog.startpagina.nl  een overzichtspaginea met allerlei internetsites over de Eerste Wereldoorlog bijeen verzameld, voor degeen die er nog niet genoeg van heeft gekregen. Lijkt me overigens nogal stug.

woensdag 7 november 2012

Dodenherdenking in november

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Komende zondag 11 november is het weer zover. Neen, ik heb het niet over dat kinderfeestje rond Sint Martinus. En ik bedoel ook niet de aftrap naar het carnaval voor volgend jaar in februari. Neen, ik bedoel de Dodenherdenking, ook wel bekend als Wapenstilstandsdag. Op 11 november 1918 werd om 11 uur 's ochtends in een treinwagon in het bos van Compiegne de wapenstilstand getekend tussen de Fransen, Britten en Amerikanen enerzijds en de Duitsers anderzijds. Daarmee kwam er een eind aan de Eerste Wereldoorlog. Daarom wordt in Frankrijk, Belgie, Groot-Brittannie, Canada, Australie, Nieuw-Zeeland, en de Verenigde Staten van Amerika de wapenstilstand op deze datum herdacht, inclusief de circa 10 miljoen doden die in de Eerste Wereldoorlog zijn gevallen.
Als je regelmatig naar de BBC-zenders kijkt, zie je daar op die zenders dat de tv-presentatoren, nieuwslezers, politici en vele anderen - eigenlijk bijna iedere Brit, maar ook Canadees, Australier, Nieuw-Zeelander, etc -  vanaf 1 november tot aan de herdenking op 11 november een poppy opgespeld heeft op zijn kleren. De poppy oftewel de klaproos was tijdens de Eerste Wereldoorlog de bloem die altijd als eerste bloeide op de slagvelden, nadat die door de vele artilleriebeschietingen totaal waren omgewoeld. Vandaar dat die bloem het symbool werd. Dat wordt ook aangehaald in het beroemde gedicht van de legerarts John MacCrae, met de beginregel: In Flanders Fields, de poppies blow, between the crosses, row on row.

Komende zondag 11 november 2012 vinden er dus verschillende herdenkingen plaats. In Belgie bij het graf van de Onbekende Soldaat voor de Congreszuil in Brussel, in Frankrijk bij het graf van de Onbekende Soldaat onder de Arc de Triomphe, en in Groot-Brittannie bij de Cenotaaf (monument annex grafkist zonder lijk) midden op de Whitehall te Londen.  En daarnaast zijn er ook herdenkingen in Canada, Australie, en andere landen die (aan Geallieerde zijde) hebben meegevochten. En natuurlijk beginnen al die herdenkingen om 11 uur 's ochtends, het moment waarop op die 11-de november 1918 de Wapenstilstand werd getekend in het bos van Compiegne.

Op de foto hier onder ziet u het bos van Compiegne. Midden op de foto ziet u de betonplaat met er omheen die lage paaltjes met elkaar verbonden door een ketting. Dat is de plek waar op 11 november 1918 de treinwagon stond waar om 11 uur die ochtend de wapenstilstand werd getekend. Voor Frankrijk bijkans dus een heilige plek, waar de vijand Duitsland zich gewonnen moest geven. Dat kwam indertijd al niet lekker aan bij de Duitsers. Maar de vrede die een jaar later op 28 juni 1919 in Versailles werd getekend, was zo mogelijk nog vernederender voor Duitsland. En eigelijk ook schandalig, want Duitsland kreeg de schuld van de hele Wereldoorlog, terwijl het niks te maken had gehad met die moordaanslag op de Oostenrijkse (!) troonopvolger in Sarajevo op 28 juni 1914. Niks. Geen wonder dat er 20 jaar later een Tweede Wereldoorlog begon waarin Duitsland in 6 weken tijd - precies zoals generaal von Schlieffen het in 1906 in zijn roemruchte plan al had uitgedokterd - Frankrijk wist te verslaan en zich op 22 juni 1940 met een nieuw overgave-verdrag wreekte op Frankrijk, die ook werd getekend op precies diezelfde plek, in precies dezelfde treinwagon.
Op de achtergrond staat tussen de witte vlaggemasten, op een hoge sokkel het standbeeld van generaal Foch. Hij kijkt trots voor zich uit omdat hij Duitsland op de knie-en had weten te krijgen. Daar moeten heel wat kanttekeningen bij worden geplaatst. Dat had Frankrijk namelijk absoluut niet alleen voor elkaar gekregen; daarvoor had het de hulp nodig van de bondgenoten Rusland (tot aan de revolutie in 1917), en Groot-Brittannie, en de Verenigde Staten van Amerika (vanaf 1917). Verder was het zo dat Frankrijk in 1918 volstrekt oorlogsmoe was. Evenals Groot-Brittannie. En ook Duitsland begon de grens van zijn uithoudingsvermogen te naderen.


Nederland was neutraal gebleven gedurende de Eerste Wereldoorlog. Daarom kreeg dat conflict in Nederland in later jaren erg weinig aandacht. En dat terwijl de impact van dit conflict werkelijk gigantisch is geweest; veel groter dan de impact van de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner mij wel dat je in de jaren 70 in Nederland vrijwel niks geen boek of andere informatie over de Eerste Wereldoorlog kon vinden. Pas sinds de laatste jaren komt er wat meer aandacht in Nederland voor dit wereldwijd uitgevochten conflict. Zeker nu de herdenkingen naderen, omdat het binnenkort 100 jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak.

De hier boven staande foto van de plek waar de treinwagon in het bos van Compiegne heeft gestaan op 11 november 1918, heb ik gemaakt in juni 2005. Toen heb ik samen met mijn vriend uit Groningen een grote vakantiereis gemaakt langs de slagvelden van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in Belgie en Noord-Frankrijk. Hij was zeer ge-interesseerd in de Tweede Wereldoorlog, ik in de Eerste Wereldoorlog. Hij had voorgesteld om deze reis langs de slagvelden van de beide wereldoorlogen te maken en ik ging er mee akkoord. Het was een zeer leerzame reis, eigenlijk vooral een studiereis.

vrijdag 2 november 2012

Donar in Leeuwarden

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Op de hieronder staande foto zien jullie het Fryslanhus op het adres Achter de Hoven nr 23 te Leeuwarden. Boven op het dak zien jullie de Germaanse god Donar die klaar staat om met zijn hamer Mjollnir een trol of een reus of een ander monster de hersens in te slaan. De eerste bliksemschichten spatten er al vanaf. De bokken die zijn kar trekken, kijken mee over de dakrand. Donar - of Thor - was voor de boeren de beschermer tegen allerlei monsters en ander onheil. Hij was een vrolijke drinkebroer en een veelvraat volgens de Germaanse mythen. Maar dat vonden de Germaanse boeren niet erg. Naar hem is de donderdag vernoemd. Hij was ook een belangrijke god bij de Vikingen en Noormannen. Over de Vikingen heb ik de afgelopen tijd al vaker geblogd. Op 28 juli 2012 vanwege de tentoonstelling in het Drents Museum te Assen, vervolgens op 14 oktober 2012 over de Noormannenpoortjes in de Friese kerkjes uit de 12-e (!) eeuw, en daarna op 25 oktober 2012 over de grote kei in het centrum van Utrecht met daarop een in 1936 gecopieerde tekst van koning Harald Blauwtand.


Helaas is - net als de kei in Utrecht - ook dit beeld recent. Zeer recent zelfs. Het is gemaakt door de beeldhouwer Hans Mes, die in 1950 te Utrecht is geboren, maar in Groningen woont en werkt. Het beeld werd onthuld op 25 juni 2008. 's Avonds, als het donker is, is de bliksemflits die van de hamer Mjollnir afspat, verlicht. Het Fryslanhus was vroeger een meisjes-HBS en werd later omgevormd tot een Stedelijke Scholengemeenschap voor HAVO en Atheneum. Sinds een aantal jaren is het pand tegenwoordig in gebruik als Academie voor Popcultuur in Friesland, ehh Fryslan (voor de Fries-zinnige lezers van mijn blog).

zondag 28 oktober 2012

Geboortehuis van Saskia van Uylenborgh te Leeuwarden

Hallo ge-interesseerde bloglezers,


Dit jaar wordt in Leeuwarden (en misschien ook in Sint Annaparochie) herdacht dat het precies 400 jaar geleden is dat Saskia van Uylenborgh is geboren. Op de hier onder staande foto is haar geboortehuis te zien. Het staat in Leeuwarden aan de Ossekop nr 11. Op 2 augustus 1612 werd zij gedoopt in Leeuwarden. Op 2 juli 1634 trouwde ze in Sint Annaparochie met de beroemde schilder Rembrandt van Rijn. Op 14 juni 1642 is ze te Amsterdam aan TBC overleden. Ze is nauwelijks 30 jaar oud geworden.
Haar vader had een belangrijke functie in Leeuwarden: hij was burgemeester van de stad. In 1584 was hij op bezoek bij prins Willem van Oranje in het voormalige Sint Agathaklooster (nu het museum Prinsenhof) te Delft om daar te onderhandelen over de oprichting van de Universiteit te Franeker. Maar terwijl hij daarover besprekingen had met Willem van Oranje, werd de laatste even weggeroepen, en bij de trap in de hal van het voormalige klooster doodgeschoten door Balthasar Gerards. De kogelgaten zijn nu nog zichtbaar in de muur; weliswaar achter een ruitje.
Nou had burgemeester van Uylenborgh een broer, wiens zoon in Amsterdam woonde en daar een handel in schilderijen dreef. Rembrandt van Rijn werkte voor hem. Zodoende kon het gebeuren dat Rembrandt de nicht - Saskia dus - van zijn opdrachtgever kon ontmoeten, toen ze een keer bij haar neef in Amsterdam op bezoek kwam.
Op dit moment is in het pand te Leeuwarden het advocatenkantoor van de bekende broers Hans en Willem Anker  gevestigd. Hun naam (Anker en Anker) staat op de dwarsbalk boven deur en bovenlicht. Aan de gevel is een (klein uitgevallen) bordje bevestigd waarop vermeld staat dat dit het geboortehuis van Saskia van Uylenborgh is.
Omdat het dit jaar precies 400 jaar geleden is dat zij werd geboren, is er momenteel in het HCL (= Historisch Centrum Leeuwarden) aan de Groeneweg nr 1, een tentoonstelling aan Saskia van Uylenborgh gewijd. Die tentoonstelling is de moeite van het bekijken waard en duurt nog tot 3 maart 2013.

vrijdag 26 oktober 2012

Geboortehuis van Titia Bergsma in Leeuwarden

Hallo bloglezers,

Dit blogstukje is een kort vervolg op mijn blogbericht over Amersfoort van 20 oktober 2012. Daarin vertelde ik over een tentoonstelling in het Museum Flehite te Amersfoort, over landgoederen rond Amersfoort, waaronder Birkhoven. Daar had - na zijn terugkeer uit Japan in 1824 - de voormalige opperkoopman van Decima Jan Cock Blomhoff (1779-1853) gewoond met zijn tweede echtgenote Maria Adriana van Breugel (met wie hij in 1827 was getrouwd). Daarvoor was hij in 1815 getrouwd geweest met Titia Bergsma (1786-1821). Zij was de eerste westerse vrouw in Japan. Daar vertelde ik al over in mijn blogbericht over Amersfoort van 20 oktober 2012. Titia Bergsma was geboren in Leeuwarden op het adres Nieuwstad nr 51. Het pand staat aan de noordkant van de Nieuwstad, in de volksmond ook wel bekend als de stille kant van de Nieuwstad. Dat pand ziet u op de hier onder staande foto. Het is het pand met de twee lantarens aan de gevel, staande precies tussen die twee bomen, getooid in gele herfstkleuren. Aan de gevel hangt tegenwoordig een informatiepaneel met een Japanse afbeelding van Titia Bergsma.

donderdag 25 oktober 2012

De grote kei van Harald in Utrecht

Hallo bloglezers,

Op de hier onder staande foto zie je een grote kei waarin runentekens zijn uitgehouwen. Betekent dit alweer een spoor van de aanwezigheid van de Vikingen in Nederland gedurende de Vroege Middeleeuwen? Neen, helaas niet. Deze grote kei staat in Utrecht op het Domplein, voor een muur tussen de Dom van Utrecht en het Academiegebouw (van de Universiteit van Utrecht). Bovendien is het een copie van de originele steen die in Jelling, gelegen midden in Jutland in Denemarken staat. Hij was in 1936 geschonken door een vereniging van Deense vrienden van Nederland, ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de Universiteit van Utrecht. Achter de grote steen zie je net een hoekje van een bronzen plaat met tekst aan de muur hangen. Daarop staat nadere tekst en uitleg over deze kei, plus een vertaling van de runentekst in het Deens en het Nederlands.
De tekst op de originele kei (die dus ook op deze copie-steen is aangebracht) is rond 980 uitgehouwen en luidt als volgt: Koning Harald gebood dit gedenkteeken te maken ter nagedachtenis van zijn vader Gorm en zijn moeder Thyre, Harald die geheel Denemarken aan zich onderwierp en Noorwegen, en de Denen tot het Christendom bekeerde.



Zoals jullie zich wel zullen herinneren, heb ik al eerder over Utrecht geblogd, namelijk op 1 juni 2012. Bij dat blogbericht heb ik toen 4 foto's geplaatst. Op de derde foto is op de voorgrond de Romeinse grenspaal te zien; op de achtergrond is in de verte de grote kei met de uitgehouwen runentekens te zien, met aan de muur de bronzen plaat met tekst en uitleg. Daarnaast heb ik ook eerder over de Vikingen geblogd, namelijk op 28 juli 2012, over de tentoonstelling in het Drents Museum te Assen over de Vikingen, en op 14 oktober 2012, over de puur mythische Noormannenpoortjes in de kerkjes van Friesland en de Groningse Ommelanden (o.a. Fransum). Daar kunnen jullie er meer over lezen.

Koning Harald was dus een belangrijk man in Denemarken rond 980. Hij leefde vanaf circa 910 tot november 986, en regeerde als koning van Denemarken vanuit de stad Jelling, gelegen midden in Jutland. Tegenwoordig is hij opnieuw heel belangrijk, maar dan als naamgever van een communicatiesysteem voor computers, tv's, camera's, mobieltjes, etc. Want deze Deense koning had een bijnaam; voluit heette hij Harald Blauwtand. Naar hem is het communicatiesysteem Bluetooth genoemd.

zaterdag 20 oktober 2012

Weer naar Amersfoort

Hallo ge-interesseerde blogvolgers,

Op 7 oktober 2012 ben ik weer eens naar Amersfoort geweest. Vorig jaar op 28 augustus 2011 ben ik ook al in Amersfoort geweest, maar die dag viel in het water vanwege de aanhoudende regen. Helaas. Daarom had ik het aan het eind van mijn blogbericht over die dag - in de lijst hier rechts te vinden onder de datum 3 september 2011 - er al over dat ik nog eens een keer naar Amersfoort moest gaan, maar dan op een dag met mooi weer. En dat was nu op 7 oktober 2012 het geval. Deze keer was het een plezierige dag met prachtig droog weer.
Ik heb het Museum Flehite bezocht. Dat museumcomplex ziet u op foto 1 hier onder aan dit blogbericht. Als u de foto beter wilt bekijken, klik er dan op voor een uitvergroting. Dat geldt ook voor de andere foto's. Deze keer was er in het Museum Flehite een interessante tentoonstelling over landgoederen en buitenhuizen rond Amersfoort. Dat ging niet alleen over het landhuis Soestdijk dat in 1650 gebouwd was in opdracht van een Amsterdamse koopman, en dat in 1674 door stadhouder Willem III werd gekocht en sindsdien het bekende paleis van de Oranjes is. Maar ook over de buitenplaats Schothorst, waar in de afgelopen 20 jaar een geheel nieuwe woonwijk omheen werd gebouwd en dat dus naar dit landhuis werd vernoemd, evenals het nabije NS-station, noordoostelijk van de stad Amersfoort. En dan laat ik de buitenhuizen Randenbroek, waar Jacob van Campen (de bouwmeester van het stadhuis van Amsterdam, tegenwoordig beter bekend als het Paleis op de Dam) heeft gewoond, evenals het landgoed Nimmer-dor (waar het altijd groen was, omdat de eigenaar daar naaldbomen (!) had geplant) waar de voor Amersfoort belangrijke jonker Everard Meyster heeft gewoond, en nog een aantal landgoederen buiten beschouwing. Maar het landgoed Birkhoven is voor Leeuwarden van enig indirect belang. Het landgoed bestond al lang, maar in 1826 werd het gekocht door Jan Cock Blomhoff (1779-1853). Hij was de laatste opperkoopman van Decima, het bekende eilandje annex handelspost in de baai van Nagasaki in Japan. Na terugkeer naar Nederland in 1824, ging hij wonen op Birkhoven. Daar plantte hij ook zaden van allerlei Japanse planten en bomen, die hij uit Japan had meegenomen. Daarom heet Birkhoven sindsdien ook wel: de Japanse Bosjes. Al groeit er tegenwoordig geen enkele Japanse plant of boom meer. Maar wat was de link met Leeuwarden nou? Jan Cock Blomhoff was in 1815 getrouwd met Titia Bergsma (1786-1821), de eerste Westerse vrouw die in 1817 voet op Japanse grond had gezet. Zij was geboren in Leeuwarden in een pand aan de stille kant van de Nieuwstad. Vanaf november 2007 tot maart 2008 was er een tentoonstelling in het Keramiekmuseum het Prinsessehof te Leeuwarden over haar geweest en was er ook een documentaire over haar gemaakt door AVRO's Close-up. Er was voor Titia Bergsma indertijd op Decima wel een probleem: het was voor Westerse vrouwen verboden om in Japan te komen. Daarom moest zij met het eerstvolgende schip 3 maanden later weer terugkeren naar Batavia. In 1821 is zij in Den Haag overleden, terwijl haar man nog opperkoopman van Decima was. Daar heeft hij in 1818 de Hofreis naar het keizerlijke hof in Edo meegemaakt en een verslag over geschreven. In 1824 keerde hij terug naar Nederland en hertrouwde in 1827 met Maria Adriana van Breugel. Daarna vestigden zij zich - zoals ik eerder vertelde - op het landgoed Birkhoven vlakbij Amersfoort.

Na mijn museumbezoek maakte ik een grote wandeling door het centrum van Amersfoort. Het viel me ineens op dat er veel groepjes toeristen in het stadscentrum rondliepen. Er bleek een manifestatie aan de gang te zijn getiteld: de Kunstkijkroute. Hier en daar in de stad waren ateliers van kunstenaars geopend voor het ge-interesseerde publiek. Daar was ik dus niet voor gekomen, maar het maakte de binnenstad wel gezellig levendig. Hier en daar ben ik even zo'n atelier binnen gelopen om er eventjes rond te kijken. Maar het kon me niet voldoende boeien. Ik wandelde verder door de stad, langs verschillende grachten en door diverse straatjes naar de Hof, waar de Sint Joriskerk staat. De fontein midden op het plein van de Hof vond ik opvallend. Er spoot water uit de mond van een hoofd midden in de fontein. Was dit soms het afgehakte hoofd van de reus Mimir uit de Germaanse mythologie, die geldt als de bron van wijsheid en inspirator voor dichters? Overigens dreef er ook allerlei minder poetische rommel in rond. Dat kunt u goed zien op foto 2. Daarna wandelde ik verder langs de Korte Gracht, waar het geboortehuis van de bekende schilder Mondriaan staat. Vervolgens wandelde ik door de straat met de merkwaardige naam Muurhuizen. Dat waren huizen die ooit tegen de Middeleeuwse stadsmuur waren aangebouwd. Het was er opvallend druk met bezoekers van de Kunstkijk-manifestatie. Uiteindelijk kwam ik uit bij de Kamperbinnenpoort, waarna ik de Kamp helemaal uitliep tot aan de grote verkeers-rotonde. Daar sloeg ik rechts af, het park in, dat zich langs de Zuidsingel uitstrekte. Dat park had ooit bestaan uit stadswallen en verdedigingswerken, en was in de 19-e eeuw, net als veel stadswallen en verdedigingswerken in veel andere Nederlandse steden afgebroken of tot park omgevormd. Denk maar aan de Prinsentuin in Leeuwarden of het Noorderplantsoen in Groningen-stad. In Amersfoort waren de oude stadswallen door de bekende tuinarchitect Zocher omgevormd tot een zeer langwerpig, smal park. Daarom heet het in de Amersfoortse volksmond ook wel Zocherpark. Zo passeerde ik diverse overblijfselen van de Middeleeuwse stadsmuur en een waterpoort, bekend als de Monnickendam. Die kunt u zien op foto 3.
Uiteindelijk kwam ik uit op het kruispunt van de Zuidsingel met de Arnhemseweg. Daar stond op de hoek de Kei van Amersfoort. Daar heeft Amersfoort zijn naam als Keistad aan te danken. Het was in de 17-e eeuw dat de hierboven reeds genoemde jonker Everard Meyster (die op het landgoed Nimmer-dor woonde), de Amersfoorters in 1661 zo gek wist te krijgen om een kei die ergens op zijn landgoed lag, hun stad in te slepen. Achteraf werden ze daar zozeer om bespot, dat ze de kei in 1672 begroeven onder de Varkensmarkt. Pas in 1903 groeven ze de kei weer op en zetten hem na een aantal omzwervingen in 1954 op de sokkel op de hoek van dit kruispunt met de Arnhemseweg. Dat kunt u zien op foto 4. In 1990 werd de kei gewogen en werd vastgesteld dat ie meer dan 7100 kilo woog.
Daarna wandelde ik terug het stadscentrum in, naar de voet van de Onze Lieve Vrouwentoren. Beneden aan de voet van deze toren is in het plaveisel het monumentje te zien, in de vorm van een metalen strip met een korte tekst en een X, verwerkt in het plaveisel, zoals te zien is op foto 5. Dit monumentje is hier geplaatst vanwege het feit dat deze toren sinds de Napoleontische tijd het Kadastrale Middelpunt is geweest. Daarover had ik al geblogd in mijn vorige blogstukje over Amersfoort op 3 september 2011.
Hierna zocht ik een restaurant op om eens te eten. Mijn keuze viel op een pizzarestaurant aan het plein voor de Onze Lieve Vrouwentoren. Nadat ik heerlijk gegeten had, ging ik nog even op zoek naar het geboortehuis van Johan van Oldenbarnevelt. Dat vond ik snel aan de Muurhuizen. Dat pand kunt u zien op foto 6. Boven de deur stond de naam van het grote pand: Bollenburgh. Aan de muur, precies boven de fiets, hing een grote plaquette met daarop een portret van Johan van Oldenbarnevelt met wat korte informatie over deze bekende raadspensionaris. Helaas hingen er - zoals u op foto 6 kunt zien - grotendeels takken net voor deze bronzen plaquette. Johan van Oldenbarnevelt was hier in 1547 geboren en opgegroeid. In 1564 verliet hij Amersfoort om elders te studeren, waarna hij terugkeerde als gediplomeerd jurist. In 1576 werd hij benoemd tot stadspensionaris van Rotterdam (!). In die functie moest hij het stadsbestuur adviseren en bijstaan, en vele reizen maken naar Den Haag en elders om daar op te komen voor de belangen van de stad Rotterdam. Dat deed hij zeer goed. Daarom staat op de Coolsingel voor het Stadhuis van Rotterdam een standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt. In 1586 werd hij door de Rotterdamse vroedschap eervol ontslagen en kreeg hij een nieuwe functie in Den Haag als raadspensionaris of landsadvocaat. Dat was een functie die enigszins overeen kwam met wat wij tegenwoordig de premier of eerste minister noemen. Kortom een cruciale en belangrijke functie in de Republiek der 7 Verenigde Provincien. In die functie heeft hij veel goeds voor de Republiek gedaan, onder andere de oprichting van de VOC. Verder heeft hij ook het 12-jarige vredesbestand met Spanje geregeld. Helaas kwam hij daardoor in conflict met de stadhouder, op dat moment prins Maurits. Het conflict liep zo hoog op dat prins Maurits een staatsgreep pleegde. Toen werd de Dortse Synode van 1618 ge-organiseerd om duidelijkheid in de Nederduits Gereformeerde geloofsleer te krijgen. Daarover heb ik geblogd in mijn eerste lesje godsdienstgeschiedenis van 30 augustus 2012. Tevens werd Hugo de Groot ge-arresteerd en gevangengezet op slot Loevestein. Die wist na een paar jaar gevangenschap via een boekenkist te ontsnappen. Maar met Johan van Oldenbarnevelt liep het zeer slecht af. Maurits liet hem ook arresteren en een dubieus showproces tegen hem voeren op de valse beschuldiging van landverraad. Johan van Oldenbarnevelt werd schuldig bevonden (op dubieuze gronden) en ter dood veroordeeld. Hij werd in 1619 op het Binnenhof te Den Haag ge-executeerd door onthoofding.
Nadat ik zijn geboortehuis had gefotografeerd, wandelde ik terug naar het NS-station voor de reis terug naar Leeuwarden, terug naar huis. Deze keer was het - met dank aan de weergoden - een zeer geslaagde dag.





zondag 14 oktober 2012

Vervolg op Aduard: het kerkje van Fransum, met zijn Noormannenpoortje

Hallo ge-interesseerde blogvolgers,

Dit is het vervolg op mijn blogstukje over de dagtocht die ik met mijn vrienden heb gemaakt naar het Kloostermuseum te Aduard, en waar ik al over heb geblogd op 4 oktober 2012. Zoals ik daarin aan het eind al vertelde, maakte ik na afloop met hen een rondrit langs Piloersemaborg en het dorp - beter te zeggen gehucht - Fransum. Daar staat een klein kerkje boven op de terp, tesamen met een paar boerderijen en een enkele woning. Vanaf die terp - die tot 3,4 meter boven NAP oprijst - heb je een weids uitzicht over het Groningse platteland. In het zuiden kun je in de verte aan de horizon de stad Groningen zien, met achtereenvolgens van oost naar west de Martinitoorn (ook wel bekend als de Olle Grize), de toren van de Sint Jozefkathedraal, de toren van het Academiegebouw (de Universiteit van Groningen), de toren van de Der Aa-kerk, de kantoorkolos van de Belastingdienst (ook bekend als het Cruiseschip), en het Gasunie-gebouw (ook wel bekend als de Apenrots). Al is een verrekijker wel raadzaam om te gebruiken vanaf de terp van Fransum, want de afstand tot Groningen-stad is aanzienlijk.

Dat kerkje vond ik wel fascinerend. Ik heb er enkele foto's van gemaakt, die hieronder staan. Daarop zie je op de bovenste foto (onder aan dit blogbericht) de zuidkant van de kerk, met de begraafplaats. Dat ene raam in het koor is duidelijk een zichtbaar voorbeeld van Baksteengotiek. Dat soort bouwelementen zie je ook in en aan de kerk (vroeger de ziekenzaal) van Aduard; foto's van die kerk kun je zien bij mijn blogbericht daarover van 4 oktober 2012. Op de onderste foto (onderaan dit blogbericht) zie je de noordkant van het kerkje met een Noormannenpoortje. Het verhaal gaat dat in de Noormannentijd - een historische periode die is begonnen in 793 met de aanval van de Vikingen op het klooster Lindisfarne in Noord-Engeland, en die duurde tot circa 1100 - de Noormannen alle kustgebieden rond de Noordzee en verder langsvoeren en overal de dorpen en steden overvielen en plunderden. Ook de Friese kusten waren niet veilig voor deze zeerovers. Over de Noormannen en Vikingen blogde ik al op 28 juli 2012, nadat ik naar de tentoonstelling in het Drents Museum over de Vikingen was geweest. Terug naar mijn verhaal: Naast de vele overvallen en plunderingen eisten de Noormannen dat er in de kerkjes in Friesland (dat zich toen nog uitstrekte vanaf Zeeland tot aan de rivier de Weser, en dus niet alleen het huidige Friesland en Groningen omvatte) een ingang aan de noordkant van elk kerkgebouw moest komen, zodat iedereen - bij het naar buiten gaan van de kerk - moest bukken naar het noorden, en zo dus moest buigen voor de Noormannen. Op de onderste foto is het Noormannenpoortje van het kerkje te Fransum te zien. Zo zijn er nog veel meer kerkjes in de provincies Friesland en Groningen met zulke Noormannenpoortjes.
Alleen: het hele verhaal is niet waar. De Vikingen hielden het gewoon bij overvallen en plunderingen. Dat vonden ze wel voldoende. En verder: al die Friese kerkjes op al die terpen zijn allemaal 13-e eeuwse kerkjes; ze zijn dus allemaal gebouwd na 1200, meer dan een eeuw na de Noormannentijd. Voor 1200 waren de kerkjes in Friesland van hout. En dat was toch minder duurzaam bouwmateriaal dan baksteen.
Hoe zat het dan met die Noormannenpoortjes? Toen de kerkjes in de loop van de 13-e eeuw van  bakstenen (de bekende kloostermoppen) werden gebouwd, kregen ze twee ingangen: een voor de mannen aan de zuidkant van de kerk, en een voor de vrouwen aan de noordkant. Pas na de Reformatie van rond 1580-1594 in Noord-Nederland, werd de noordelijke ingang bij alle kerkjes dichtgemetseld en mochten vrouwen ook door de zuidelijke ingang de kerk in. En de reden waarom die poortjes zo laag waren, was eigenlijk ook heel eenvoudig: het kerkhof rond de kerk was in de loop der eeuwen opgehoogd, waardoor het leek dat de vrouweningang - tegenwoordig abusievelijk bekend als de Noormannenpoortjes - steeds lager waren geworden.


dinsdag 9 oktober 2012

Ingang van het Julianapark in Leeuwarden

Hallo bloglezers,

Iedere keer als ik van mijn huis in Leeuwarden-Zuid op weg ga naar het NS-station voor een dagtocht het land in, fiets ik door de Pieter Lastmanstraat en passeer ik onderweg het Julianapark. Ik heb al eerder over dit park geblogd, namelijk op 16 februari 2012 met daarbij geplaatst een fraaie winterse foto met veel ijs en sneeuw. En later opnieuw op 13 mei 2012 met daarbij toegevoegd een fraaie zomerse foto met alle bomen en struiken in het groen. Toen stond daar in die vijver nog een vrij simpele fontein. Een maand geleden - op 11 september 2012 - is die vervangen door een groot roodkleurig kunstwerk in de vorm van een 4 meter hoge paraplu, ontworpen door de kunstenaars Xandra de Vries en Walter Baas. Die twee genoemde foto's met winter- en zomer-tafereel waren twee mooie tijdsprong-foto's. Of op zijn Engels: time-lapse-foto's.

Ik kan het niet laten, hier volgt even een kort geschiedenislesje: De eerste plannen voor het Julianapark werden al in de jaren 1920 door de gemeenteraad van Huizum gemaakt. Het dorp Huizum was toen nog geen deel van de stad Leeuwarden. Het park werd in de jaren 1930 aangelegd als werklozenproject voor de werklozen in Huizum. Er was toen ook een economische crisis gaande, net als nu in 2012. Het Julianapark park kwam klaar in 1942. Dat was tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Voor de Duitse bezetter was de naam van dat park een probleem; alle namen die gelieerd waren aan de koninklijke familie van Oranje-Nassau waren verboden verklaard. Daarom mocht het toen geen Julianapark heten. Ondertussen waren er al twee steenplaten gemaakt met daarop de naam van het park. Maar die mochten vanwege die naam niet geplaatst worden en verdwenen dus in de opslag. In 1944 werd Huizum onder druk van de Duitse bezetter aan de gemeente Leeuwarden toegevoegd. Daarmee kreeg Leeuwarden het ook in Huizum voor het zeggen. Dat speelt nog steeds een rol in de frictie tussen het vroegere dorp Huizum en de groeiende stad Leeuwarden. Met het eind van de Tweede Wereldoorlog in mei 1945, kreeg het park alsnog de naam Julianapark. Maar de twee steenplaten waren door alle ambtelijke geharrewar ondertussen zoekgeraakt. Ik herinner me dat pas ergens tussen de jaren 1978 en 1983 die twee steenplaten alsnog werden teruggevonden, ver weggestopt in een of ander ambtelijk depot. Ze werden na het terugvinden alsnog geplaatst in de in 1942 gemetselde zuiltjes bij de oostelijke ingang van het Julianapark. In welk jaar dat precies gebeurd was, weet ik helaas niet meer. Mocht iemand dat weten, dan kan hij dat in een reactie aan dit blogbericht toevoegen.
Op de hier onder staande foto is de oostelijke ingang van het Julianapark in de Pieter Lastmanstraat te zien. Ter weerszijden zijn de gemetselde zuiltjes te zien met daarin de zwarte stenen platen die vanaf 1942 in de ambtelijke opslag zijn verdwenen en rond 1978-1983 weer werden teruggevonden en alsnog geplaatst. In de verte is de vijver met het nieuwe rode kunstwerk - waar ik het hierboven al over had - te zien. Wilt u de foto wat beter bekijken, klik er dan op om de vergroting te zien.

donderdag 4 oktober 2012

Het Kloostermuseum in Aduard

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Op 23 september 2012 ben ik weer eens met een paar vrienden uit Groningen uit rijden geweest. Deze keer zijn we in het Kloostermuseum Sint Bernardushof in Aduard (gelegen in de provincie Groningen) geweest. Dat is een zeer interessant museum over de Kloostertijd in Friesland. Jazeker, toen was Friesland veel groter; het omvatte de huidige provincie Friesland, de Groningse Ommelanden en - net over de grens in het huidige Duitsland - Ostfriesland.
Het Cistercienzer klooster van Aduard werd in 1192 gesticht vanuit het moederklooster Klaarkamp bij Rinsumageest. In de loop van 4 eeuwen groeide het Sint Bernardusklooster uit tot een factor van groot belang in geheel Friesland. Zo bouwden de monniken niet alleen hun eigen kloostergebouwen (de kloosterkerk, de slaapzalen, de refter, de ziekenzaal, de opslagschuren, de woning van de abt, etc) van bakstenen - de bekende kloostermoppen die ter plekke gebakken werden van Friese klei - maar verwierven ze in de loop der eeuwen ook een uitgestrekt grondgebied van circa 6000 hectare. Tevens hielden ze zich bezig met dijkenbouw, landbouw en waterhuishouding. Rond 1313 werd daarom het Aduarder Zijlvest opgericht; daarmee is het het oudste waterschap van de provincie Groningen. Verder bezat het klooster nog stukken grond in Drenthe waar de monniken turf vandaan haalden om hun bakstenen te produceren in bakovens en om de belangrijkste kloostergebouwen warm te stoken. Verder was het hele kloostercomplex volledig ommuurd; het hele kloosterterrein was zo groot als het huidige dorp Aduard. De landbouwproducten van het klooster werden per schip naar Groningen-stad vervoerd en opgeslagen in het Refugium in de Munnekeholm en werden van daar uit verder doorverkocht.
Vanaf circa 1450 was het Sint Bernardusklooster een belangrijke plek voor bijeenkomsten van de Aduarder Kring, een groep van filosofen en geleerden, waaronder Rudolf Agricola (afkomstig van Baflo) en Wessel Gansfoort. Zij waren sterk be-invloed door het opkomende Humanisme en de groeiende kritiek op de wantoestanden binnen de Rooms-Katholieke kerk in hun tijd en discussieerden over allerlei maatschappelijke en godsdienstige kwesties die in hun tijd speelden. Het klooster beschikte over een grote bibliotheek. Ze hadden ook contacten met de Broeders des Gemeenen Leevens, in Zwolle, Deventer, Zutphen en andere plaatsen langs de IJssel. Daar heb ik vorig jaar over geblogd op 27 november 2011. Zo had de bekende humanist Desiderius Erasmus van Rotterdam een keer in Deventer een toespraak van Rudolf Agricola gehoord, waar hij diep van onder de indruk was geraakt. Zo kwam het dat in Noord-Nederland het gedachtegoed van de Reformatie binnen de Rooms-Katholieke kerk in Groningen-stad en Friesland zeer geleidelijk en vrijwel probleemloos doordrong en gemakkelijk werd ge-accepteerd. Er ging dus geen heftig revolutie-achtig gebeuren - zoals een Beeldenstorm - aan vooraf, zoals dat in Vlaanderen en Holland en elders wel gebeurde.
Maar toch liet de 80-jarige oorlog Groningen niet onberoerd. Het begon al in 1568 met de slag bij Heiligerlee, waar een groot Spaans leger werd verslagen door het legertje huurlingen van Willem van Oranje, maar daarna door het volgende Spaanse leger weer terug Duitsland werd ingejaagd en verslagen. Daarover heb ik geblogd op 28 mei 2011, toen ik met mijn vrienden uit Groningen naar Heiligerlee ben geweest. Daarna brak er in 1580 een oorlog uit tussen Groningen-stad en de Ommelanden. Zo wisten de soldaten onder bevel van Willem Lodewijk (vanaf 1584 stadhouder van Friesland) het uitgestrekte ommuurde kloostercomplex te veroveren. In de paar weken dat de Protestantse soldaten het klooster in handen hadden, hielden ze er schandalig huis. Natuurlijk vernielden ze de beelden in de kerk, maar ze staken ook de fraaie en rijke bibliotheek van het klooster in brand. Uiteindelijk had het hele Fries-Groningse conflict vrijwel niets meer te maken met het geloof, maar alles met economie en machtspolitiek. Dat zat namelijk zo: Groningen-stad wilde zijn stapelrecht behouden, terwijl de Ommelanden daar een eind aan wilden maken. En daarbij hadden de Ommelanden stadhouder Willem van Oranje aan hun kant. Maar die werd in 1584 door Balthasar Gerards in Delft vermoord. Ondertussen sleepte het conflict tussen Groningen-stad enerzijds en de Ommelanden en Friesland anderzijds voort. Zo vond in 1589 de slag bij Zoutkamp plaats. Daarover blogde ik op 11 juli 2012. Pas in 1594 werd de Stad volledig omsingeld, waarna de Stad zich na onderhandelingen met prins Maurits (die zijn vader in 1584 had opgevolgd als stadhouder) min of meer overgaf. Zelf noemden de Stadjers het De Reductie van 1594. Want daarmee keerden ze terug naar de Unie van Utrecht van 1579.
Na de Reductie van 1594 werden alle kloosters in de Ommelanden opgeheven. Ook het klooster van Aduard. De monniken kregen van Groningen-stad toestemming zich te vestigen in hun vroegere Refugium in de Munnekeholm. Daarom is dat complex tegenwoordig bekend als het Aduarder Hofje.
Het kloostercomplex zelf werd afgebroken en de bakstenen werden hergebruikt voor de bouw van woningen op het terrein van het voormalige klooster. Dat kun je nog zien aan de zijmuren van een aantal huizen in Aduard, zoals te zien is op foto 1 hier onder aan dit blogbericht. En niet alleen in het dorp Aduard. Zelfs in Groningen-stad werden de bakstenen van het opgeheven klooster hergebruikt, want in 1623 werd de Kranepoort ervan gebouwd.

Terug naar het Kloostermuseum. Onder leiding van een gids kregen we tekst en uitleg over de bouw en de geschiedenis van het klooster aan de hand van een grote maquette. Daarop kon je zien hoe enorm groot het kloosterterrein geweest is. Vervolgens liepen we naar buiten waar de gids (in blauwe trui) ons wees op de zijmuur van het Museumgebouw. Mijn beide vrienden staan rechts van hem. De zijmuur van het museumgebouw bestond voor de onderste helft uit zichtbaar duidelijk hergebruikte kloostermoppen. Dat ziet u op foto 1 hier onder dit blogbericht. Als u de foto's beter wilt bekijken, klik er dan op voor een vergroting. Daarna wandelden we naar de Abdijkerk, wat voor 1594 de ziekenzaal was geweest. Dat gebouw ziet u op foto 2. Ik vind het wel curieus om te weten dat die ziekenzaal van het Rooms-Katholieke klooster na 1594 in gebruik werd genomen als Nederduits Gereformeerd kerkgebouw, en sinds 1816 als Nederlands Hervormd kerkgebouw. Over hoe dat zat, heb ik geblogd in mijn eerste lesje godsdienstgeschiedenis op 30 augustus 2012. Vanwege zijn aparte voorgeschiedenis ziet deze kerk er anders uit dan een gebruikelijk kerkgebouw. Ondertussen waren er in de loop der eeuwen diverse verbouwingen en restauraties op het kerkgebouw uitgevoerd, waardoor het interieur in de loop der eeuwen enorm veranderde. Er heeft zelfs in het voorste gedeelte van het gebouw in de 19-e eeuw een schooltje gezeten. De gids wees ons op allerlei interessante bouwkundige details aan het kerkgebouw, waaronder de twee opvallende rijen ramen onder elkaar. In de 17-e en 18-e en 19-e eeuw waren die onderste rijen ramen (die vooral in de zuidwand van het huidige kerkgebouw voorkomen) dichtgemetseld geweest. Na een restauratie halverwege de 20-ste eeuw, werden de dichtgemetselde ramen weer opengemaakt. Daarom valt er zoveel licht in deze kerk. Veel licht werd in de Middeleeuwen al gezien als gezond voor de zieken, want - zoals ik al eerder vertelde - het was van oorsprong een ziekenzaal geweest. Op foto 3 ziet u het interieur van de Abdijkerk. Nadat we alles hadden bekeken, wandelden we terug naar het museumgebouw en namen daar afscheid van de gids.

Daarna stapten we weer in de auto en reden we verder. We maakten een rondrit over het Groningse platteland en stopten even bij de Piloersemaborg. Daar maakte ik foto 4. We wandelden om het hele borgterrein heen en bekeken vanaf het pad de borg, met de er tegen aan gebouwde boerderijschuur, de grote appelgaard waar enkele ganzen liepen te gakken, en het theepalviljoen. Aan deze borg zit ook weer een heel geschiedenisverhaal vast, met onder andere de beruchte familie De Mepsche. Maar daar vertel ik nu maar niet over, want dan wordt dit blogstukje toch echt te lang. Vervolgens reden weer verder langs het dorp - beter te zeggen gehucht - Fransum, waar een kleine kerk met een Noormannenpoortje staat. Tot slot reden we via Feerwerd weer terug, passeerden de boerderijen van het Aduarder Voorwerk (dat voor 1594 ook bij het klooster hoorde) waarna we weer terugreden naar Groningen-stad.

Mochten jullie vinden dat ik me weer heb uitgeleefd in het vertellen van een overvloed aan wetenswaardigheden, dan moet ik jullie teleurstellen; ik heb me heel erg ingehouden. Anders was dit stukje minstens een half boekwerk geworden. Mocht u meer willen weten over de geschiedenis van het klooster, de Ommelanden en Groningen-stad, ga dan naar het Kloostermuseum in Aduard. Daar kunt u niet alleen het museum bekijken, maar bij de kassa ook diverse informatieve boekjes kopen over de geschiedenis van het klooster van Aduard en Noord-Nederland.




zondag 23 september 2012

Open Monumentendag 2012 in Harlingen

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Op zaterdag 8 september 2012 was er weer de landelijke manifestatie Open Monumentendag. Deze keer ben ik in Harlingen wezen rondkijken. Vorig jaar ben ik in Zwolle geweest. Daarover heb ik geblogd op 23 september 2011. In 2010 ben ik samen met een vriend vanuit Groningen-stad naar het dorp Bedum gefietst om daar het belangrijkste monument ter plekke - de Walfriduskerk - te bekijken. En drie jaar daarvoor - in 2007 - heb ik met diezelfde vriend op de Open Monumentendag de opengestelde monumenten in Groningen-stad zelf bekeken. Dat vond hij buitengewoon interessant. Dan kom je in gebouwen die normaliter gesloten zijn voor het gewone publiek, zei hij. En in de voorgaande jaren ben ik om de paar jaar in Leeuwarden in de opengestelde monumenten wezen kijken.

En dit jaar gingen we - ik samen met mijn vriend uit Groningen - voor de variatie naar Harlingen. Over deze Friese havenstad heb ik al vaker geblogd, namelijk op 13 april 2011, en 15 oktober 2011. Dat kunt u nalezen door in de hier rechts staande datumlijst op het jaar en de maand te klikken, waarna u vervolgens zo de artikelen van vorig jaar kunt opzoeken en erop klikken.

Nadat we per trein op het station Harlingen-Haven waren aangekomen, wandelden we eerst naar het hotel-restaurant Zeezicht voor een kop koffie. Daarna begonnen we onze wandeltocht door het oude centrum van Harlingen. Eerste liepen we naar het Stadhuis en bekeken het hele pand van binnen en van buiten, en van boven tot onder. Daar maakte ik foto's 1 en 2, die hier onderaan dit blogbericht staan. Hoog in de gevel, kunt u op de foto van het Stadhuis het vergulde beeld van Sint Michael zien; dat is de beschermengel van Harlingen. Het is een fraai pand uit 1730, van de stadsbouwmeester H.J. Norel. Zou hij familie van de bekende, eveneens uit Harlingen afkomstige schrijver K. Norel zijn? In een zaal op de eerste etage lagen op een grote tafel boeken uitgespreid van verscheidene schrijvers die in Harlingen geboren zijn, zoals onder andere Simon Vestdijk, K. Norel (!), J.B. Schuil, en C. Wilkeshuis. In de huwelijkszaal van het Stadhuis maakte ik de tweede foto. Daar vond ik het plafond heel opvallend.
Daarna wandelden we door naar de Openbare Bibliotheek (die in een oud monumentaal pand was gevestigd) en het aangrenzende Museum het Hannemahuis. Die beide panden ziet u op foto 3 (die ik overigens al in 2010 heb gemaakt). Dat museum was deze dag gratis toegankelijk. Na afloop wees ik mijn vriend op het geboortehuis van de bekende schrijver Simon Vestdijk, recht tegenover het Museum het Hannemahuis, waarna ik hem ook wees op het standbeeld van Anton Wachter, een eindje verderop.
Onderweg naar het volgende opengestelde monument passeerden we de voormalige Lutherse kerk, waar nu een winkel van het Leger des Heils in is ondergebracht. Dat pand ziet u op foto 4 (uit 2011). Deze voormalige kerk is speciaal interessant omdat hier Domela Nieuwenhuis in 1870 zijn carriere als predikant begon. Maar in de loop der jaren werd hij zo vaak geconfronteerd met de extreme armoede onder arbeidersgezinnen, dat hij daardoor radicaliseerde, het geloof afzwoer, en uiteindelijk samen met Troelstra de SDAP (voorloper van de huidige PvdA) oprichtte. Alleen vond Domela Nieuwenhuis dat de SDAP nog steeds niet voldoende opkwam voor de uitgebuite arbeiders, en radicaliseerde hij nog verder tot anarchist. Radicalisering is dus geen psychologisch proces dat alleen maar onder Moslims voorkomt.
Vervolgens wandelden we naar de Grote Kerk, die ook wel bekend staat als de Dom van Almenum. Zie foto 5, die ik al in 2010 heb gemaakt. Het dorp Almenum werd in 1563 - met toestemming van (de toen nog in de Nederlanden erkende) koning Philips II van Spanje - bij de groeiende stad Harlingen gevoegd. De toren is gebouwd van tufsteen en stamt uit circa 1150. Het oorspronkelijke kerkgebouw uit circa 1100 staat er niet meer; dat was in 1772 wegens bouwvalligheid gesloopt en in 1775 vervangen door het huidige kerkgebouw. Binnen is een prachtig Hinz-orgel te bewonderen, zoals u kunt zien op foto 6. Alleen vond ik het zeer, zeer jammer dat er in de kerk een grote wijkmarkt werd gehouden. Dat kunt u eveneens zien op dezelfde foto 6. Trouwens, op de voorgrond, kijkend naar die tafel vol glaswerk, staat mijn vriend, gekleed in zijn jasje, zijn petje en zijn groene shirt, en met een rood tasje van Museum het Hannemahuis in zijn hand. Als die markt er niet was geweest, had ik wel aan een gids ter plekke gevraagd waar die 17 Keuren, de 24 Landrechten en het Vaandel van Magnus Forteman waren verstopt. Dat is een interessant en oeroud verhaal apart, dat specifiek bij deze kerk hoort en dat ik beschouw als een Friese variant op de Da Vinci Code. De Friese legerleider Magnus Forteman diende rond 800 onder keizer Karel de Grote. Hij veroverde met zijn landgenoten en volgelingen op bevel van Karel de Grote voor de toenmalige paus Leo III de stad Rome en beschermde de paus tegen zijn vijanden. Als dank voor zijn heldendaden kreeg Magnus Forteman de op perkament geschreven 17 Keuren en 24 Landrechten van keizer Karel en ontving hij van paus Leo III een Vaandel. Na terugkeer in Friesland liet hij die Keuren, Landrechten en dat Vaandel zorgvuldig opbergen en bewaren in de Dom van Almenum. In de loop der eeuwen - en ongetwijfeld vooral na de afbraak van de oude en de bouw van de nieuwe Dom van Almenum - zijn die documenten en spullen zoekgeraakt. Maar helaas, de verklaring voor de verdwijning van die documenten en objecten is veel prozaischer: Magnus Forteman heeft nooit echt bestaan; hij is volledig uit de duim gezogen. En de Keuren en Landrechten en dat Vaandel bestaan dus ook niet. Verder staat in Rome sinds 1141 vlakbij de Sint Pieter de bekende huidige Friezenkerk (die een oudere kerk uit circa 800 (?) op diezelfde plek verving). En die is vernoemd naar Magnus. Maar opnieuw helaas, dat betrof niet de Friese militair Magnus Forteman, maar de heilige Magnus van Trani, afkomstig uit het Italiaanse kuststadje Trani, gelegen aan het zuidelijke deel van de Adriatische zeekust. Wel erg sneu voor de Friezen. Hebben ze een mooi historisch heldenverhaal, blijkt het niet waar te zijn.
Hierna liepen we door naar de Sint Michaelkerk aan de Zuiderhaven, vernoemd naar de beschermengel van Harlingen. Onderweg passeerden we een woninkje van een oudere dame die allerlei 19-e eeuwse kleding tentoonstelde, die ze aan de hand van oude patroontekeningen had gemaakt. Daar nam mijn vriend een adreskaartje van mee, voor zijn moeder. Want hij wist dat dat haar wel interesseerde. De Sint Michaelkerk is een fraaie Neogotische kerk van de architect Alfred Tepe, gebouwd in 1880-1881. Zie foto 7, die ik al in 2011 heb gemaakt, en foto 8 van het het interieur. De huidige kerk staat op een plek waar voor 1880 een Rooms-Katholieke schuilkerk had gestaan. Overigens vond ik deze kerk toch wel een tikje soberder eruit zien dan de Sint Werenfrieduskerk in Workum. Over Alfred Tepe heb ik de afgelopen tijd een paar keren geblogd, namelijk op 14 augustus 2012 (over o.a. de Sint Werenfrieduskerk te Workum), en op 2 september 2012 (mijn tweede hoofdstukje kerkgeschiedenis).
Daarna wandelden we door naar de laatste twee opengestelde monumenten, namelijk het pand "de Gouden Engel"  (zie foto 9), waarin tegenwoordig een vrijmetselaarsloge is gehuisvest. Daar waren wij wel enigszins bekend mee, want in 2007 hadden wij in Groningen ook het gebouw van de Vrijmetselarij te Groningen-stad bekeken; dat is gevestigd in het voormalige directiekantoor van de bekende Groningse industriemagnaat W.A. Scholten, in de W.A. Scholtenstraat. Wat mij wel opviel, was dat in het Harlinger Loge-gebouw het plafond in de koninkrijkszaal geheel zwart was, zonder sterren dus, terwijl in de Groninger loge het plafond donkerblauw was geschilderd en bezaaid was met sterren.
We eindigden onze wandeltocht langs de monumenten van Harlingen in het "Gouden Stoepke". Dat pandje ziet u op foto 10. Dat was een benauwend klein woninkje met op de begane grond een voorkamer, een achterkamertje en een voorraadkast onder de trap, en een buitengewoon smal trappetje naar boven, met nog een paar  kleine kamertjes.
Tot slot wandelden we even terug naar de Zuiderhaven, naar Huize Sint Hubertus, dat te zien is op foto 11. Op die plek had namelijk vanaf 1644 tot 1795 het gebouw van de Friese Admiraliteit gestaan. De Friese Admiraliteit was opgericht in 1596 te Dokkum, door de provincies Friesland en Groningen gezamenlijk. Maar omdat de verbinding van Dokkum met de zee in de loop der jaren verzandde, werd de Friese Admiraliteit in 1644 verhuisd naar Harlingen. In 1771 brak er helaas brand uit in het admiraliteitsgebouw, waardoor het archief van de Friese Admiraliteit verloren is gegaan.
Daarna wandelden we terug naar het hotel-restaurant Zeezicht voor weer een kop koffie, en om nog wat na te praten. Nadat we dat op hadden en afgerekend hadden, wandelden we langs het stationsgebouw van rederij Doeksen aan de nieuwe Voorhaven, langs het beeldje van Hansje Brinker (Wat doet die hier in Harlingen?? Die hoort toch thuis in Haarlem!)  en de Dokhaven naar de bouwplaats van het schip van Willem Barentsz. Daar wordt momenteel het schip herbouwd, waarmee Willem Barentsz in 1596 naar Nova Zembla was gevaren. Daarover heb ik al eerder geblogd, namelijk op 15 oktober 2011 (wat ik hier bovenaan al even memoreerde). Helaas was de bouwplaats al gesloten, zodat we de nog lang niet voltooide scheepsromp alleen van achter de hekken konden bekijken. Daarna wandelden we terug naar het station Harlingen Haven en namen de trein terug naar huis.










zondag 2 september 2012

nog een lesje godsdienstgeschiedenis: Thorbecke en de Katholieken

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Nu kom ik echt op dreef. In 2011 ben ik verscheidene keren in Zwolle geweest. Daarover heb ik geblogd op 15 juli 2011 (Zwolle algemeen), 26 augustus 2011 (bezoek museum de Fundatie), 23 september 2011 (de Open Monumentendag), en 27 november 2011 (tentoonstellingen over de Moderne Devotie). Telkens als ik het NS-station van Zwolle uitliep, zag ik daar op de rotonde voor het station het standbeeld van Johan Rudolf Thorbecke staan. Hij is geboren op 14 januari 1798 te Zwolle en overleden op 4 juni 1872 te Den Haag. Op de eerste foto hier vlak onder ziet u het standbeeld van Thorbecke op de rotonde met op de achtergrond het NS-station. Op de tweede foto daar direct onder ziet u zijn geboortehuis aan de Thorbeckegracht te Zwolle. Zijn voorouders waren oorspronkelijk afkomstig uit Lutherse kringen in Duitsland. Hijzelf ging studeren in onder andere Leiden en Dresden. In Duitsland kwam hij in aanraking met allerlei filosofie-en die in Nederland nauwelijks bekend waren of als niet ter zake doende afgedaan. In de jaren 1840 keerde hij terug naar Nederland en werd politicus. In 1848 schreef hij zijn beroemd geworden grondwet en werd premier van Nederland. Terwijl in de rest van Europa in dat revolutiejaar 1848 overal heftige oproeren en opstanden plaatsvonden en het zelfs in sommige landen op een burgeroorlog dreigde uit te lopen vanwege de rampzalige economische toestand, gebeurde er in Nederland vrijwel niets. Of (1) het moest de een of andere bijeenkomst op de Dam te Amsterdam zijn, waar iemand een linkse, antikapitalistische toespraak hield, die vervolgens geen enkel gevolg kreeg. Werkelijk, er volgde geen enkele opstand. Verbazingwekkend niets, terwijl daar alle reden voor was. Of (2) het was het vertrek van de Landverhuizers, die als gevolg van de tientallen jaren lange vervolgingen omdat ze bij de Afgescheidenen hoorden. Maar daar blogde ik in mijn vorige korte lesje godsdienstgeschiedenis van 30 augustus 2012 al over. Neen, wat voor Nederland in 1848 echt belangrijk was, was de eerdergenoemde nieuwe grondwet die Thorbecke schreef en uitvaardigde. Vanaf dat moment had de koning geen macht meer en had hij niets meer te zeggen in Nederland. De regerende koning werd min of meer gedegradeerd tot versiering van het koninkrijk en omgevormd tot symbool van de nationale eenheid. De werkelijke macht kwam te liggen bij de ministers en de premier. Dat leidde binnen een paar jaren tot heftige conflicten tussen het kabinet-Thorbecke en  koning Willem III, die het absoluut niet eens was met deze - in zijn ogen schandalige - inperking van zijn macht.




In zijn grondwet van 1848 legde Thorbecke ook het recht op vrijheid van godsdienst vast. Dat betekende dat de Afgescheidenen niet meer mochten worden vervolgd. Daar had men in het Protestants-Christelijke Nederland eigenlijk geen problemen mee. Maar dat betekende ook dat de Rooms-Katholieken ook weer in alle vrijheid hun geloof mochten belijden. En daar had geheel Protestants-Christelijk Nederland grote moeite mee. Zeer grote moeite. Nadat de paus Pius IX in 1853 te Rome de encycliek Ex Qua Die uitvaardigde waarin hij het herstel van de Rooms-Katholieke kerk aankondigde, brak er in Nederland een storm van protest los in Protestants-Christelijke kringen. Men vond dat de 80-jarige oorlog blijkbaar tevergeefs was uitgevochten tegen het Rooms-Katholieke Spanje en dat dus binnenkort de Inquisitie weer terug zou keren onder leiding van een nieuwe Alva en dat de brandstapels weer zouden roken. Dit was natuurlijk een volstrekt extreem overdreven beeld, dat duidelijk niet klopte met de werkelijkheid. Maar de gemoederen in Protestants-Christelijk Nederland - bekend als de April-beweging - raakten wel zozeer verhit dat er zelfs serieuze plannen werden gesmeed om Thorbecke te vermoorden. Wel boden ze een petitionement aan aan koning Willem III, die het met genoegen in ontvangst nam. Daarop trad het hele kabinet-Thorbecke af, waarna er een kabinetscrisis uitbrak. Uiteindelijk deed de koning er toch maar niets mee.


Met het herstel van de Rooms-Katholieke kerkorde vanaf 1853, werden ook nieuwe Rooms-Katholieke kerken en kloosters gebouwd. Omdat in de Middeleeuwen veel kerken in Gotische bouwstijl waren gebouwd, werd de Neogotiek de logische bouwstijl voor al die nieuwe kerken. Daarmee zijn de architecten Pierre Kuipers en Alfred Tepe zeer beroemd geworden. Zij hebben in heel Nederland vele tientallen kerken ontworpen en gebouwd. In Leeuwarden werd in 1884 de Bonifatiuskerk gebouwd door Pierre Kuipers. Zoals op de hierbovenstaande foto is te zien, heeft deze kerk een prachtig interieur. Alsof je alvast een blik in de hemel wordt gegund. Een heel verschil met de kale hokken genaamd Hervormde of Gereformeerde kerken. Daar moet je maar een end weg fantaseren over hoe die hemel er misschien uit zou zien. De lijsten van kerken die Pierre Cuypers, Alfred Tepe en andere architecten voor de Rooms-Katholieken bouwden, zijn buitengewoon lang; die ga ik dus maar niet opsommen. Kijk maar op internet in de wikipedia. Protestants-Christelijk Nederland was niet blij met de bouw van deze Rooms-Katholieke kerken. Sommigen begonnen de zaken te overdrijven door te stellen dat de bouw van die grote kerken met hun enorme torens daarmee symboliseerden dat het land bij wijze van spreken werd overgenomen door de Katholieken. Dat is dus duidelijk kolder. Daarmee doet die kwestie denken aan de evenzeer lachwekkende discussie over de bouw van moskee-en met hoge minaretten van enkele jaren geleden. Pierre Cuypers was ook de architect van het Rijksmuseum te Amsterdam, dat in 2013 na 10 jaar verbouwing wordt heropend. Daar was Protestants-Christelijk Nederland in de 19-e eeuw ook niet blij mee. Het ging zelfs zover dat toen het Rijksmuseum in 1885 werd geopend, koning Willem III daar niet bij aanwezig was; hij wilde geen stap zetten in het gebouw van die Rooms-Katholieke architect.
Er was nog een derde gebeurtenis die voor Protestants-Christelijk Nederland genant was.  In 1860 brak er oorlog uit in Italie - dat toen nog bestond uit verscheidene staten en een hele rits ministaatjes - die na 10 jaren oorlog tot de Italiaanse eenheid leidde. Vanuit het koninkrijk Piemonte, gelegen aan de voet van de bergen, de Alpen, trok een leger op richting Rome dat geheel Italie veroverde en  verenigde. Alleen Rome bleef over. Daar heerste paus Pius IX. Omdat hij zich bedreigd voelde door het Italiaanse leger uit Piemonte, deed hij in 1860 een wereldwijde oproep naar alle Rooms-Katholieke gelovigen om naar Rome te komen om de stad te verdedigen. Die oproep had succes. Opvallend genoeg ook in het zo Protestants-Christelijk geachte Nederland. Waarschijnlijk een kwart van alle jongemannen die gehoor gaven aan de pauselijke oproep, kwamen uit Nederland. Zij meldden zich in Oudenbosch in Noord-Brabant bij de plaatselijke pastoor, die enthousiast ijverde voor de aanmelding van jongelui voor de verdediging van de paus. Vandaar dat daar tegenwoordig het Zouavenmuseum staat. Vanuit Oudenbosch reisden ze door naar Rome. Ze kwamen ook uit Frankrijk, Duitsland, Spanje en nog een aantal andere Rooms-Katholieke landen. Zij werden bekend als de Pauselijke Zouaven, gekleed in het uniform van een Islamitische (!) Berber-stam in Algerije, de Zouaoua. Er zaten zo opvallend veel Nederlanders bij de Pauselijke Zouaven, dat Protestants-Christelijk Nederland onder ogen moest zien dat ze eigenlijk al sinds de 80-jarige oorlog eigenlijk een minderheid was geweest, en nooit een meerderheid. Alleen had die Protestants-Christelijke minderheid wel eeuwenlang de macht gehad in Nederland, terwijl de Katholieken zich gedurende die eeuwen hadden moeten terugtrekken in hun schuilkerken. In 1870 werd Rome na felle strijd alsnog veroverd door het leger van Piemonte, waarna de Italiaanse eenwording werd gerealiseerd. Daarna werden de Pauselijke Zouaven bedankt door de paus, waarna ze terug konden keren naar huis. Thuisgekomen verloren ze hun stemrecht en werden ze vaak weggezet als avonturiers, als huurlingen, wat dus eigenlijk bepaald niet klopte. Paus Pius IX sloot zich sinds 1870 op in het Vaticaan, en noemde zichzelf de Gevangene van het Vaticaan. Tevens vaardigde hij het dogma uit van de onfeilbaarheid van de paus. De verhoudingen tussen de Rooms-Katholieke kerk en Italie bleven tientallen jaren lang slecht. Pas in 1929 werd - dank zij dictator Mussolini - het Verdrag van Lateranen getekend, waarbij de betrekkingen tussen Italie en het Vaticaan werden genormaliseerd en geregeld.
Ook in Nederland werden de verhoudingen wat beter, ondanks de gebeurtenissen van november 1918. Toen begon er in Nederland een week vol spanning over een mogelijk aanstaande revolutie. Daar heb ik op 13 januari 2011 met een leestip over geblogd. Een van de meest verrassende dingen was dat de dochter van koning Willem III, koningin Wilhelmina - die een grote hekel had aan de Rooms-Katholieken die in het zuiden van Nederland leefden - het advies van een van haar ministers kreeg om naar Noord-Brabant te gaan. Daar zou ze veiliger zijn tussen de Katholieken, dan in het meer revolutionair-geachte noorden van het land. Daarnaast was men binnen de Rooms-Katholieke zuil ook zeer actief om haar gelovigen en vooral de arbeiders binnen haar boot te houden. Dat deed men ook binnen de Protestants-Christelijke zuilen. Dat was een van de redenen waarom het revolutionaire tij niet doorzette. Sindsdien is de Rooms-Katholieke zuil definitief een integraal en ge-accepteerd deel van Nederland geworden.

Nogmaals: ik heb me nog steeds ingehouden. Daarom is dit verhaal niet 2 of 3 keer zo lang geworden. Ik hoop dat jullie lezers hier veel van opsteken.