woensdag 29 juni 2011

Regen in juni



Hallo bloglezers,


Het zal jullie dit jaar wel heel erg zijn opgevallen: er is in de maand juni heel veel regen gevallen. Dat is ook te zien op de hiernaast geplaatste foto die ik anderhalve week geleden nog heb gemaakt. Maar mocht er nu een klimaatactivist opstaan en roepen dat dit dus extreem weer is en dat dit een teken is van een veranderend klimaat, dan moet ik die persoon zeer ernstig teleurstellen. Daar klopt namelijk niets van. Helemaal totaal niets van. Het viel me in 1985 al op dat het in de maanden april en mei prachtig zomers en warm weer werd. Toen woonde ik juist op mezelf in een eigen huurwoning in de wijk het Nijlan in Leeuwarden. Ik kon toen in april en mei - als ik van mijn werk thuis kwam - fijn buiten zitten op mijn terrasje en genieten van de zon. Alleen in juni begon het veel te regenen. In de maanden juli en augustus werd het weer zomers warm. Het jaar daarop viel het me weer op dat het in de maanden april en mei prachtig zonnig en warm was, maar dat het in juni weer begon met regenen en het dus weer fris, zeg maar koud werd. Zo koud, dat je zin krijgt om de kachel weer aan te doen. Ieder jaar zag ik dat weer gebeuren. En dit jaar ging het weer net zo. In april en mei was het schitterend zomers weer en in juni viel er weer heel veel regen.

Dit is niets nieuws. In het verleden zijn daar ook al notities over gemaakt. Denk maar aan de bekende documentaire oorlogsfilm "The Longest Day" naar het boek van Cornelius Ryan (jazeker, ik noemde dat boek ook al in mijn blog over het V-teken) over 6 juni 1944, oftewel D-day. Daarin komen aan het begin fragmenten voor van Geallieerde soldaten die vol ongeduld zitten te wachten tot ze aan boord van de schepen en de landingsboten kunnen voor de invasie. Ondertussen regende het buiten. De Britse meteorologen hielden het weer natuurlijk goed in de gaten. De Duitse meteorologen ook. Want zolang het slecht weer bleef, zouden de Geallieerden de oversteek over het Kanaal niet wagen. De Britse meteorologen zagen ineens een gat verschijnen met rustig en droog weer. Dat gaven ze gelijk door aan de generale staf van Eisenhower en die besliste: nu gaat de invasie beginnen. De Duitse meteorologen misten dat gat finaal. Dat was de reden waarom de Duitse soldaten in de Atlantik Wall volledig verrast werden door de verschijning van de Geallieerde invasievloot.

En het was niet alleen rond 6 juni 1944 slecht en regenachtig weer. Dat was het ook op de dagen voorafgaand aan de 18-e juni 1815. Op die dag zelf was het droog weer en leverde Napoleon slag tegen de Engelsen, de Nederlanders en de Pruissen bij een klein plaatsje zuidelijk van Brussel, dat wij sindsdien heel goed kennen: Waterloo. Alleen begon de slag pas rond het middaguur en niet vroeg in de ochtend. Waarom? Het had gedurende de nacht die aan die dag voorafgegaan was, aanhoudend geregend. Daardoor was de grond doorweekt geworden en waren de kanonnen op de dag zelf heel moeilijk te verplaatsen en in stelling te brengen. En ook voor de cavalerie gaf dat problemen. Paarden lopen sneller op droge stevige grond dan op natte doorweekte grond. Dat waren enkele van de redenen waarom Napoleon deze beroemde veldslag verloor. Eigenlijk tegenstrijdig: meestal worden generaals beroemd door de veldslagen die ze winnen, niet door de veldslagen die ze verliezen.

In ieder geval is er met het klimaat niks mis. Al eeuwen lang niet. Laat dat duidelijk zijn.

donderdag 16 juni 2011

Een dag in Franeker met een stel Groningers



Hallo ge-interesseerde bloglezers,


Afgelopen zaterdag 11 juni 2011 ben ik met 4 vrienden uit Groningen in Franeker geweest. We zijn vanaf het station het stadje in gewandeld via de Dijkstraat. Halverwege deze straat wees ik hen op de brug en een grote gedenksteen in een muur waarop werd verhaald over Maurits de Braziliaan die daar in 1665 door de brug was gezakt. Op de Breede Plaats aangekomen begon het helaas te regenen, reden waarom we de Martinikerk ingingen. Daar keken die Groningers natuurlijk van op. Zij dachten dat er maar 1 Martinikerk was en dat die alleen in Groningen stond. Jammer voor hen; er zijn meer kerken in Nederland die zo heten (ook in Sneek en ook in Utrecht: de Dom). In de kerk bekeken we de grote grafsteen van de familie Van Schurman (inderdaad, de familie van Anna Maria van Schurman), de opvallende en afwijkend gekleurde grafsteen van een Saksische kanselier die hier in Franeker rond 1500 was overleden (hoe die hier was gekomen, is een verhaal apart), de paar grafstenen van enkele Hongaarse studenten, en het kerkgebouw zelf met het koor en het orgel.

Ondertussen was het buiten droog geworden. We verlieten de kerk en wandelden naar het Museum Martenahuis. Dat museum is gevestigd in het stadskasteel van Hessel van Martena. Dat was een grietman die rond 1498 een zeer belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van Friesland. Het museum zelf gaat over de geschiedenis van Franeker, al werd de periode rond 1498-1523 buitengewoon summier behandeld (beter te zeggen: vrijwel niet; een ernstig gemis). Verder hing er in een gang het portret van mevrouw Vervou, die in 1665 Maurits de Braziliaan had opgevangen en verzorgd, nadat hij door de brug was gezakt. Verder was er een zaal over de Universiteit van Franeker, en een zaal over de allereerste studente van Nederland: Anna Maria van Schurman. Helaas heeft zij in de 17-e eeuw geen trend gezet. Dat deed Aletta Jacobs wel; zij werd wel gevolgd door meer vrouwelijke studenten. Mijn Groningse vrienden vonden het allemaal zeer interessant. Nadat we alles hadden bekeken, verlieten we het museum. Helaas begon het weer te regenen. Nu begaven we ons naar een restaurant aan de Breede Plaats en genoten daar van een kop koffie met oranjekoek. Zo bleven we in de juiste Friese sfeer. Nadat het buiten weer droog was, rekenden we af en zetten we onze wandeling door Franeker voort. Zo liet ik hen in de Voorstraat het pand zien waar in de 17-e en 18-e eeuw de Hongaarse studenten verbleven, het kaatsveld van Franeker (aan het eind van de Voorstraat), de vroegere universiteitsgebouwen met de tuinen eromheen, het fraaie stadhuis uit 1594, en natuurlijk de vroegere woning van Eise Eisinga met het planetarium (helaas was het al na 5 uur en dus gesloten, andere keer beter). Daar wees ik mijn Groningse vrienden op het monumentje op de brug voor het planetarium. Daar maakte ik de foto die ik boven aan dit blogstukje heb geplaatst. Op de achtergrond is het stadhuis te zien. Tot slot wandelden we langs het zakkedragershuisje en langs het geboortehuis van Jan Hendrik Oort, geboren in 1900, en een internationaal bekende astronoom, en van wie ze dus nooit eerder hadden gehoord. Daarna wandelden we terug naar het station en keerden terug naar huis.

vrijdag 3 juni 2011

Het V-teken



Hallo bloglezers,


Binnenkort is het weer zover. Komende maandag is het weer 6 juni. In voorgaande jaren werd dan altijd rond deze datum als traditie de film "The Longest Day" uitgezonden op een van de vele zenders. Het is de verfilming uit 1962 van de documentaire roman uit 1959 van Cornelius Ryan, waarin de gebeurtenissen rond de Geallieerde invasie op 6 juni 1944 in Normandie te zien zijn. In deze film komt het V-teken muzikaal voor: de eerste 3 korte tonen, gevolgd door 1 lange lagere toon, overgenomen uit Beethovens 5-de symfonie. 3 keer kort en 1 keer lang is tevens het morseteken voor de letter V. Ook heel bekend is dat Churchill vaak zwaaide met zijn wijsvinger en zijn middelvinger in een V-vorm, zoals te zien is op de foto hiernaast. De V stond voor Victorie, in het Engels: Victory. Het woord Victorie komt oorspronkelijk uit het Latijn, en is sinds de Middeleeuwen in vele andere West-Europese talen doorgedrongen. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd het V-teken door velen wereldwijd overgenomen en staat het symbool voor overwinning, oftewel Victorie. Tot op de dag van vandaag.


Maar de oorsprong van churchills V-teken stamt al uit de Middeleeuwen en had toen een totaal andere betekenis. In 1415 - tijdens de Honderdjarige oorlog, die woedde tussen Frankrijk en Engeland - vond de veldslag bij Azincourt - gelegen in Noord-Frankrijk tussen Calais en de rivier de Somme - plaats. Vooraf zeiden de Franse ridders dat als zij de veldslag zouden winnen, dat ze bij iedere Engelse boogschutter die ze gevangen zouden nemen, de twee vingers waarmee ze hun boog spanden (de wijsvinger en de middelvinger), zouden afhakken. De veldslag zelf werd voor de Franse ridders een ramp; ze reden zich met paard en al te pletter op de schuin geplaatste gepunte boomstammen waarachter de Engelse boogschutters zich hadden opgesteld en de ene pijl na de andere afschoten op de Franse ridders. De Fransen sneuvelden massaal en verloren de veldslag. De Engelsen wonnen. Na afloop zwaaiden de Engelse boogschutters provocerend met hun twee vingers (de wijsvinger en de middelvinger) om te laten zien dat ze die nog steeds hadden.

Kaasmuseum in Wommels



Hallo ge-interesseerde blogvolgers,


Afgelopen zondag 29 mei ben ik samen met een vriend uit Groningen (jazeker, daar heb ik veel vrienden zitten) naar Wommels geweest. Onderwijl in de bus genoten we van het uitzicht over het uitgestrekte, kale, vlakke platteland van Friesland. Onderweg passeerden we het dorp Winsum. Dat verbaasde mijn vriend uit Groningen, want hij vertelde me dat er in de provincie Groningen ook een dorp met de naam Winsum ligt. Dat wist ik al. Ik wist hem ook te vertellen dat daarom op poststukken altijd de provincienaam bij de dorpsnaam Winsum moet worden vermeld, om verwarring te voorkomen. Even later arriveerden we in Wommels. Daar stapten we uit naast het grote grasveld in het dorpscentrum. Merkwaardig; het doet bijna denken aan een Drents brinkdorp, maar dan zonder bomen. Maar dit grasveld was van oorsprong juist in gebruik geweest als kaatsveld. Dan zijn bomen juist hinderlijk. Aan de rand van het veld stond een borstbeeld van freule Clara de Vos van Steenwijk (1869-1960). Zij stamde uit een bekende adellijke familie, die oorspronkelijk afkomstig is uit Steenwijk. Dank zij deze freule is het kaatsen in Wommels tot een jaarlijkse traditie uitgegroeid, bekend als de Freulepartij. Verderop in een zijstraat stond het kaasmuseum. We hebben het gezamenlijk bekeken. Beneden was een expositie van een plaatselijke schilder. boven was de vaste tentoonstelling over kaasproductie in Friesland, in het bijzonder in Wommels en directe omgeving. Er hingen oude schoolplaten waarop je het hele productieproces kon volgen. Verder stonden er allerlei kuipen, ketels, kaaspersen en andere apparaten uitgestald. Daarnaast hingen er veel oude zwartwitfoto's vanaf circa 1880 tot de jaren 60, waarop je onder andere oude stoomzuivelfabrieken zag (natuurlijk vooral die van Wommels, niet Freya in Veenwouden). Verder waren er vitrines met een paar wrongelsnijders, andere oude apparatuur, oude documenten, en oude flessen uit de jaren 60 waarin de melk werd verpakt en verkocht. Die flessen herinner ik me nog als kind. Achterin was een klein bibliotheekje met leestafel ingericht met boeken over kaas en kaasproductie wereldwijd en in Friesland. Al met al best interessant. Na ons museumbezoek wandelden we wat rond in het dorp, langs de Wilhelminaboom met het fraaie hek eromheen, rond de oude kerk waarvan het kerkgebouw duidelijk ouder was dan de toren (was te zien aan formaat en kleur van de bakstenen), en langs het nieuwe en veel grotere kaatsveld achter het gemeentehuis, waar de dorpsbewoners druk aan het kaatsen waren. Tot slot zochten we een cafetaria op waar we iets aten en dronken. Daarna stapten we weer op de bus terug naar huis, ik naar Leeuwarden en mijn vriend terug naar Groningen.