maandag 28 mei 2012

Australische Aboriginal Kunst in Groningen

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Enkele weken geleden ging ik op een regenachtige dinsdagmiddag naar het Universiteitsmuseum in Groningen. Daar is dit jaar een tentoonstelling met schilderijen van Aboriginal-kunstenaars. Het museum zelf zit in de Oude Kijk in t Jatstraat, in het oude centrum van Groningen-stad. Als je de hoek om loopt, sta je op het Broereplein voor het semi-oude Academiegebouw. Het oorspronkelijke Academiegebouw van de Universiteit van Groningen was in 1906 afgebrand, waarna in 1909 het huidige nieuwe Academiegebouw in een fraaie neo-renaissancestijl ervoor in de plaats verrees. Maar dat terzijde.
Het Universiteitsmuseum is bepaald geen opvallend groot gebouw aan de Kijk in t Jatstraat; inplaats daarvan staat het vrijwel onzichtbaar aan het eind van een steeg, zoals te zien is op de hiernaast staande foto. Als het museum open is, staat er wel een sandwichbord naast het openstaande hek aan het begin van de steeg, met daarop informatie over het Universiteitsmusem.

Momenteel loopt er een tentoonstelling over kunst van de Aboriginals uit Australie. In de eerste zaal van het Universiteitsmuseum was een korte expositie over de geschiedenis van Australie, over de Aboriginals en hun Dreamtime, over de komst van de Europeanen en de kolonisatie van Australie, wat bijna de ondergang van de Aboriginal-volken werd. In de gang daarna was een vitrine over de boemerang, het typische jachtwapen van de Aboriginals. In die vitrine lag het proefschrift van Felix Hess, die in 1975 afstudeerde aan de Universiteit van Groningen op de vliegeigenschappen van de boemerang, met ernaast de boemerang die hij daarvoor gebruikte: een roodwit geblokte boemerang met in het midden/knikstuk een kleine holte weaarin twee batterijtjes waren gestopt die de lampjes op de uitenden voedden. Felix Hess voerde zijn experimenten namelijk uit in de avondschemering en liet de vlucht van de boemerang tevens filmen. Dan kon hij des te beter de vlucht van de boemerang door de lucht bestuderen. Verder hing er een portretfoto van hem, op het moment dat hij de boemerang in de zaal tijdens zijn promotie zal wegwerpen. Curieus en interessant. Tevens hangen en staan in deze gang en het daarop volgende zaaltje verscheidene kunstwerken, uit de Dreamtime, zeg maar: de periode van voor 1788, waarin de Aboriginals nog geen last hadden van Europese kolonisten.
In de daarop volgende zaal hingen schilderijen van Aboriginal-kunstenaars. Ik vond het opvallend; ze zagen er kleurrijk maar abstract uit. Je zag er in eerste instantie maar weinig in. Maar bij de kassa had ik een brochure over deze tentoonstelling meegekregen, met op de achterkant een vertaling van de abstracte tekens in duidelijk omschreven begrippen, voorwerpen of personen. En dan wordt het ineens heel anders, veel concreter. Verreweg de meeste schilderijen waren op doek gemaakt. Sommige waren op zorgvuldig losgesneden boombast (van de eucalyptus-boom) geschilderd. Geen wonder dat ze nog ietwat krom waren gebleven. Maar opmerkelijk blijft het.
Ook opmerkelijk is dat verreweg de meeste moderne schilderijen van na 1971 zijn. In dat jaar was er een schoolmeester ergens in West-Australie in het dorp Papunya, die de muren van zijn school wilde laten beschilderen door Aboriginal-kinderen. Dat werd niks. Vervolgens vroeg hij de ouders. Die maakten er wel wat moois van. Kort daarna werd de acrylverf in Aboriginal-kringen ge-introduceerd. Dat werd de uiteindelijke stimulans voor de Aboriginal-kunstenaars.

Vervolgens was er een trap naar de boven-etage. Daar was een kamer met een expositie speciaal over Aletta Jacobs. Een aanrader, vooral voor vrouwen natuurlijk.
Daarna volgde de grote zaal, met daarin diverse vitrine-wandkasten en grote tafelvitrines met daarin allerlei zaken, voorwerpen en dingen uitgestald naar thema en onderwerp. Ik vond die zaal zelf met al die vitrines er wel plezierig ouderwets uitzien. Precies zoals een museum er eigenlijk uit hoort te zien. Natuurlijk waren er een paar wandvitrines met opgezette dieren, skeletten, of potten met dieren op sterk water. Verder was er een tafelvitrine met allerlei stenen en mineralen uitgestald. Dan was er nog een grote vitrine vol met ouderwetse electrische apparaten voor de Groningse universiteitslaboratoria. En er was ook een vitrine over Frits Zernike (1888-1966), hoogleraar aan de universiteit van Groningen, uitvinder van de fase-contrast-microscoop en winnaar van de Nobelprijs voor Natuurkunde in 1953. Die fase-contrast-microscoop is een heel handig apparaat voor microbiologen, want voorheen konden onderzoekers alleen bacterien en cellen onder de microscoop bekijken door ze dood te maken en vervolgens met aggresieve kleurstoffen contrast aanbrengen om ze onder de gewone microscoop te kunnen bestuderen. Maar met de fase-contrast-microscoop was het mogelijk om dusdanig met licht te manipuleren, zodat je micro-organismen niet meer dood hoefde te maken om hun inwendige te bestuderen. Dat is vooral handig bij bijvoorbeeld de weefselkweek; dan kun je zien of de cellen nog leven en goed groeien. Rond 1980 - toen ik stage liep bij Philips-Duphar in Weesp - heb ik al eens met zo'n fase-contrast-microscoop gewerkt.
En in die zelfde zaal stond ook in een grote vitrine een testmodel van ANS. Nee, geen jongedame, maar de Astronomische Nederlandse Satelliet. Aanvankelijk was ik verbaasd. Ik wist dat de ANS in 1974 was gelanceerd en dat er nog een reserve-exemplaar was (voor het geval dat de eerste lancering mislukte). Die had ik halverwege de jaren 70 al eens gezien in het Evoluon in Eindhoven. Tegenwoordig is die te zien in het Aviodrome op Lelystad Airport. Maar ik wist niet dat er ook testmodellen waren (wel 7 stuks). Dat zullen natuurlijk exemplaren zijn geweest, bedoeld voor onder andere het vluchtleidingscentrum van de ESA in Darmstadt die de satelliet de ruimte in had gelanceerd, of voor de universiteiten (nl. Utrecht, en Groningen! ) die instrumenten hadden gemaakt om in de satelliet te monteren, of voor bijvoorbeeld Fokker, die de satelliet had gebouwd. De ANS voerde voor het eerst sterrenkundige waarnemingen uit in het Ultraviolette licht-spectrum. De waarnemings-resultaten waren spectaculair, tot op de dag van vandaag. Er zijn nog steeds onderzoekers die de oude resultaten van de ANS doorspitten en op basis daarvan nieuwe waarnemingen doen met als gevolg allerlei nieuwe ontdekkingen.
Al met al een hoogst interessant museum!

zondag 20 mei 2012

Het nieuwe Provinciehuis van Friesland in Leeuwarden

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Een week geleden ben ik in het Provinciehuis van Friesland te Leeuwarden geweest. Correctie, het is: Provinsjehus (fan Fryslan). zo staat het boven de oude ingang van het oude pand met de 2 pilasters langs de gevel. Het provinciale kantorencomplex was de afgelopen 3 jaren grondig verbouwd en uitgebreid met een enorme kantoortoren. Die kantoortoren ziet er uit als een enorm vergrote versie van een stinstoren, zoals er nog eentje in Veenwouden staat. Verder staan er twee kleine glazen torentjes boven op het dak vanwaaruit je ongetwijfeld een spectaculair uitzicht hebt over de hele provincie Friesland. Om de een of andere reden associeer ik die twee torentjes met Odins Zetel, de uitkijktoren van Odin vlak naast zijn Walhalla (zijn hemels paleis waar hij de helden verzamelt), vanwaaruit hij de hele wereld in de gaten houdt. Maar op de Open Dag van het vernieuwde Provinsjehus (op 12 mei 2012) waren die glazen torentjes niet toegankelijk: veel te warm, vooral als de Zon er op staat te schijnen.

Het Provinsjehus bestaat uit een nieuw gebouwd deel en een oud gedeelte. Voor 1570 was het oude gedeelte van het hele complex in bezit van het Sint Nicolaasklooster te Bergum en diende het als ambtswoning voor de abt van dat klooster. In 1570 werd in Leeuwarden voor het eerst een bisschop ge-installeerd. Dat was naar aanleiding van de nieuwe kerkorde van 1559 die de toenmalige paus had voorbereid en afgekondigd in samenwerking met koning Philips II van Spanje. In de Nederlanden (zeg maar de toenmalige Benelux) was men niet blij met deze centralisatie van de macht, want het betekende meer bemoeizucht vanuit Spanje met de plaatselijke gang van zaken, die duidelijk anders was dan die in Spanje. Die centralistische bemoeizucht was een van de redenen voor de 80-jarige oorlog. Bisschop Cunerus Petri was bisschop van Leeuwarden van 1570 tot aan de Reformatie in Friesland in 1580. Als woning kreeg hij de ambtswoning van de abt van het Sint Nicolaasklooster te Bergum.
In 1580 vond het Verraad van Rennenberg plaats. In Leeuwarden faalde de staatsgreep van de pro-Spaanse stadhouder Rennenberg, maar in Groningen-stad slaagde hij wel. Als gevolg daarvan ontstond er een 14 jaar lang durende oorlog tussen Groningen-stad en Friesland. Over Rennenberg, zijn verraad, en die 14 jaar lang durende oorlog tussen Groningen-stad en Friesland blogde ik al op 8 mei 2011 (over mijn Dag naar Steenwijk). Tevens werd in 1580 in Leeuwarden de Reformatie doorgevoerd en werden alle Rooms-Katholieke geestelijken de stad uit gejaagd. Verder werden alle Rooms-Katholieke gebouwen in beslag genomen, de kerken werden omgeturnd in Gereformeerde kerkgebouwen en de kloosters in gebruik genomen voor burgerlijke doeleinden. Zo werd het voormalige paleisje van bisschop Cunerus Petri in gebruik genomen door de provinciale vertegenwoordigers van Friesland. In 1784 vond er een grote verbouwing plaats, waarbij het oude gedeelte van het Provinsjehus de huidige, nu nog bestaande gevel met de 2 pilasters, bekroond met de gelede fronton met wapen hoog in de gevel, kreeg. In 1895 werd een nieuwe Statenzaal in gebruik genomen, die achter dit oude Provinsjehus werd gebouwd. Deze zaal was ontworpen door rijksbouwmeester Jacobus van Lokhorst. Het is een opvallende zaal, geheel in de toen heel erg in de mode zijnde Neo-Gotische stijl ingericht, met op de oostwand 4 taferelen geschilderd, met belangrijke momenten uit de Friese geschiedenis. Het plafond is verdeeld in 72 vakken, met in elk vak een wapenschild van een Friese adellijke familie. Blijkbaar werkte de bouw en de Neo-Gotische inrichting van deze zaal zeer inspirerend, want Overijssel heeft rond 1900 net zo'n zaal laten bouwen (dat nu onderdeel is van de Openbare Bibliotheek Zwolle). Daarvan staat een foto bij mijn blogbericht van 23 september 2011, toen ik op de Open Monumentendag 2011 in Zwolle ben geweest. En ook Drenthe heeft net zo'n zaal, dat nu onderdeel is van het Drents Museum.

De volgende verbouwing van het Provinsjehus vond pas plaats in 1970, met een uitbreiding van het complex in westelijke richting. In de periode 1980-1985 vond een volgende verbouwing en uitbreiding plaats, die nog grootschaliger en ingrijpender was dan die van 10 jaar eerder. In 2009 begon een derde grootschalige en zeer grondige verbouwing van het hele complex, waarbij een groot gedeelte werd gesloopt en volledig opnieuw werd opgebouwd. Dit jaar is deze renovatie afgerond met deze Open Dag op 12 mei 2012. Hieronder volgt een kleine selectie van foto's die ik die dag heb gemaakt. De eerste foto is de voorgevel van het Provinsjehus aan de Tweebaksmarkt met rechts het oude gedeelte en links de nieuwbouw met de grote stins-achtige kantoortoren. De tweede foto is die van de oostwand van de Statenzaal. De 4 muurschilderingen zijn duidelijk te zien. En alle bezoekers  mochten gewoon in de bankjes van de vertegenwoordigers gaan zitten. De derde foto is genomen vanaf de bovenste etage van de kantoortoren, net onder het grote dak. De Achmeatoren is duidelijk herkenbaar, evenals de koepel van de Friesland Bank.



vrijdag 18 mei 2012

Kasteel het Nijenhuis bij Heino

Hallo blogvolgers,

Enkele weken geleden nam ik de trein naar Heino. Dat is een dorp dat enkele kilometers oostelijk van Zwolle ligt. Overigens ben ik niet in het dorp zelf geweest, maar in het kasteel het Nijenhuis, dat op ruim anderhalve kilometer lopen vanaf het NS-station ligt. De wandeling er heen vond ik al een belevenis: langs een vrij smalle landweg met bomenrijen in de berm, dwars door bossen en weilanden.  Het dorp Heino ligt midden in Salland, een zeer bomenrijk deel van de provincie Overijssel. Dat levert een prachtig en zeer fotogeniek landschap op.
Rond 1382 werd het Kasteel het Nijenhuis voor het eerst vermeld. In de loop der eeuwen werd het bewoond door verschillende adellijke families, zoals Van Ittersum, Bentinck, Von Knobelsdorff en Van Pallandt. In de tweede helft van de 17-e eeuw werd het kasteel bewoond door Robert van Ittersum. Hij was kolonel van de cavalerie in dienst van koning-stadhouder Willem III. En hij was getrouwd met Eleonoria Sophia Bentinck. Later woonde er een andere familie op het kasteel; rond 1870 werd door de toenmalige eigenaar Von Knobelsdorff twee torens aan het kasteel toegevoegd; een van die twee torens is ge-inspireerd op het torentje in Den Haag aan de Hofvijver. In 1958 kreeg kasteel het Nijenhuis een nieuwe bewoner: Dirk Hannema, voormalig directeur van museum Boymans van Beuningen. Hij had daar in 1945 ontslag gekregen nadat Han van Meegeren tijdens een proces over de teruggave van door de Nazi's geroofde kunst, had toegegeven dat het schilderij de Emmausgangers, toegeschreven aan Johannes Vermeer, in werkelijkheid een knappe vervalsing van zijn hand was. Daar blogde ik vorig jaar op 26 augustus 2011 al over, naar aanleiding van mijn bezoek aan het Museum De Fundatie in Zwolle aan de Blijmarkt. Vanaf 1958 bouwde de in Rotterdam verguisde kunstminnaar Dirk Hannema op zijn kasteel het Nijenhuis een nieuwe prive-kunstcollectie op, die alleen op afspraak te bezichtigen was. In 1984 overleed Dirk Hannema. In 2003 werd het kasteel geheel opgeknapt en gerenoveerd. Nadien werd het volledig opengesteld als museum voor bezoekers. Begin dit jaar werd in de kasteeltuin een beeldentuin geopend. Dat heeft  begin dit jaar het landelijke nieuws nog gehaald. Het kasteel het Nijenhuis maakt sinds 2005 deel uit van de Stichting De Fundatie, die twee museums beheert. De ene is het Kasteel het Nijenhuis in Heino/Wijhe, de andere in Zwolle in het voormalige Paleis van Justitie aan de Blijmarkt. Maar dat pand wordt momenteel verbouwd en uitgebreid met een extra etage. Daarom zag ik hier en daar schilderijen en beelden terug die ik vorig jaar in Zwolle al had gezien. Over het geheel genomen vond ik dit kasteel met zijn tuinen een beetje lijken op Kasteel de Haar met zijn grote tuinen rondom, westelijk van Utrecht, waar ik vorig jaar ben geweest en waarover ik blogde op 25 mei 2011. Maar ook op de borg Verhildersum met zijn grote tuin, bij Leens in de Groningse Ommelanden, waarover ik blogde op 24 september 2011. Of de Menkemaborg met zijn tuinen in Uithuizen.
Hieronder volgt een selectie van enkele foto's die ik in en rond Kasteel het Nijenhuis heb gemaakt. Wilt u ze in groter formaat bekijken, klik dan eenmaal op de foto's.







zondag 13 mei 2012

Julianapark in de lente

Hallo blogvolgers,

Kort geleden heb ik weer een foto gemaakt in het Julianapark te Leeuwarden. De vorige foto heb ik gemaakt tijdens die zeer korte winterse week in februari met veel sneeuw en ijs. Toen werd er geschaatst op de dichtgevroren vijver in het Julianapark. Daarover blogde ik op 16 februari 2012. Zoals op de hier bijgevoegde foto is te zien, is het Julianapark sinds die winterse week in februari flink veranderd. Alle bomen zitten vol bladeren en in de vijver zwemmen nu de eenden rond. En de fontein doet het weer. Kortom: de lente is royaal begonnen, al is het nog wat aan de frisse kant.

Gedenk de strijd om de Maasbruggen in Rotterdam in mei 1940

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Het is nu weer de tijd van de herdenkingen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog.
Op 10 mei 2012 is het precies 72 jaar geleden dat het Duitse leger Nederland aanviel en na 5 dagen zware strijd en een terreurbombardement op de binnenstad van Rotterdam Nederland tot de overgave dwong. Op die 10-e mei 1940 dropten de Duitsers parachutisten bij de bruggen bij Moerdijk, bij de brug over de Oude Maas bij Dordrecht, en op het vliegveld Waalhaven bij Rotterdam-Zuid. Die Duitse parachutisten slaagden erin om de Moerdijkbruggen in handen te krijgen, evenals de brug bij Dordrecht. De Maasbruggen in het centrum van Rotterdam over de Nieuwe Maas wisten ze ook te veroveren, maar enkele uren later rukten Nederlandse soldaten en mariniers op en veroverden het noordelijk bruggehoofd van de Maasbruggen terug en sloten de Duitse militairen, die zich op de noordoever bevonden, in in het gebouw van de Nederlandsche Leevensverzekeringsbank. Van daaruit konden de Duitsers op de noordoever niet veel meer bewerkstelligen en ontstond er een patstelling die door beide partijen niet te doorbreken was. Op de noordoever van de Nieuwe Maas waren de Nederlanders heer en meester, op de zuidelijke oever en op het Noorder Eiland waren de Duitsers de baas.
Onderwijl was aan de Nederlands-Duitse grens een groot tankleger de rivier de Maas in Limburg en Noord-Brabant overgestoken en stormde op volle kracht dwars door Noord-Brabant naar de Moerdijkbruggen. Nederlandse militairen boden regelmatig veel verzet, maar konden het tij niet keren, alleen vertragen. Het duurde 3 dagen totdat het tankleger via de Moerdijkbruggen en de brug bij Dordrecht in Rotterdam-Zuid aankwam. Daar konden ze niet verder oprukken, vanwege de patstelling rond de bruggen. De Maasbruggen in Rotterdam waren voor de Duitsers een brug te ver. Net zoals dat 4 jaar later ook voor de Ge-allieerden voor de brug bij Arnhem gold. Om die patstelling te doorbreken werd het beruchte bombardement op de binnenstad van Rotterdam uitgevoerd. Eigenlijk was dat een pure oorlogsmisdaad, want daar werden alleen maar burgerdoelen geraakt; er was in het gebombardeerde gebied geen enkel militair doel.
Over de strijd om de Maasbruggen in Rotterdam blogde ik al eerder in mijn boekbespreking op 24 december 2011 over het boek van "Wim Hornman "de Helden van de Willemsbrug".
De hiernaast bijgevoegde foto heb ik gemaakt in 1986, toen ik nog ieder jaar bij mijn grootouders logeerde. Daarop zie je het bruggehoofd van de voormalige Willemsbrug op de noordoever van de Nieuwe Maas in Rotterdam. Mijn opa kijkt naar een grote plaquette op de muur van het vroegere brugwachtershuisje, dat was aangebracht ter ere van de mariniers die zo fel hadden gevochten om deze brug. Zij hebben in het algemeen erg weinig aandacht gekregen bij de jaarlijkse herdenkingen in mei. Waarschijnlijk had het te maken met het feit dat de oorlog in mei 1940 na 5 dagen een verloren strijd was. Toch was het Nederlandse militaire verzet in die mei-oorlog voor de Duitsers een onaangename tegenslag waar ze geen rekening mee hadden gehouden. Om dat te verklaren moeten we even terug naar 9 april 1940, toen het Duitse Reich Denemarken en Noorwegen aanviel. Denemarken gaf zich al na 6 uur strijd over. Na 6 uur! In Noorwegen duurde de strijd wel 2 maanden. Maar met betrekking tot Nederland dachten de Duitsers dat ze dat kleine Nederland even snel tot overgave konden dwingen als Denemarken. Goering - als minister van de Luftwaffe - dacht dat te bewerkstellingen met zijn aanval via de lucht met parachutistentroepen op de vliegvelden rond Den Haag om vervolgens de Koninklijke familie en de regering gevangen te nemen. Die operatie mislukte vrijwel direct totaal. Het Duitse leger was realistischer en dacht dat de beslissing na 3 dagen wel zou zijn gevallen. Zoals bekend, liep ook dat niet naar wens en werden het 5 dagen. En dan nog gaf het Nederlandse leger zich pas definitief over na het brute bombardement op de Rotterdamse binnenstad. Dat zijn details die haast niemand in Nederland kent en waar ook vrijwel nooit de aandacht op wordt gevestigd
Er zijn na 1945 hele bibliotheken vol geschreven over de strijd in mei 1940. Als je op de site van de Koninklijke Bibliotheek www.kb.nl in de kolom Exposities en collecties, doorklikt op de menu-optie Dossiers, en vervolgens onder de kop Cultuur en wetenschap doorklikt op Geschiedenis, kom je uiteindelijk uit bij een lijstje met als kop Tweede Wereldoorlog. Daaronder staat het dossier over de Geschiedschrijving over de strijd in de meidagen van 1940 vermeld. Als je daarop klikt kom je uit bij een kort verhaal met wat tekst en uitleg plus een literatuurlijst van een aantal van al die verschenen boeken, en enkele zeer interessante en uiterst informatieve internet-sites. Ik raad u aan om daar eens op te kijken.
Op 14 mei 2012 vindt in Rotterdam weer de jaarlijkse herdenking plaats van het bombardement. In 2007 gebeurde dat zelfs met schijnwerpers die de brandgrens aangaven. Tegenwoordig kun je in Rotterdam een wandeling maken langs de brandgrens en kun je dus zien hoe groot het verwoeste gebied was. Meer informatie over de Brandgrens in Rotterdam is te vinden op de site www.rotterdam4045.nl . Dan kunt u constateren dat Rotterdam veel harder is geraakt door het oorlogsgeweld in de Tweede Wereldoorlog dan Amsterdam.

donderdag 10 mei 2012

Dag naar Woltersum en Wittewierum, met leestip

Hallo bloglezers,

Jullie geduld werd de afgelopen weken nogal op de proef gesteld, maar hier ben ik weer terug met een nieuw verslag op mijn blog. Ik ben op 22 april met enkele vrienden uit Groningen-stad een dag weggeweest. We maakten een rit vanuit Groningen-stad naar Woltersum. Mijn vrienden wilden daar graag eens naar toe, omdat dit dorpje enkele maanden geleden rond 6 januari 2012 ineens in het nieuws kwam vanwege een dreigende dijkdoorbraak, gevolgd door een mogelijke overstroming. Dat was vooral zo dreigend vanwege het omringende laaggelegen polderland. Er was rond die datum zeer veel  neerslag gevallen, waardoor de waterspiegel in de Noord-Nederlandse binnenwateren tot een gevaarlijk niveau steeg. Daar blogde ik al over op 19 januari 2012. Vanaf nu (= mei 2012)  staan eventuele foto's en illustraties ineens onder aan of halverwege mijn blogberichten. Zo ook nu. De onderste van de 2 foto's bij dit blogbericht, heb ik gemaakt in Woltersum, op de dijk langs het Eemskanaal. Helemaal rechts, gedeeltelijk achter de bomen is de grote windzaagmolen uit 1867 te zien. De molenaar W.E. Evenhuis was een groot bewonderaar van de poolreiziger Fritjof Nansen. Daarom heeft hij rond 1895 zijn molen vernoemd naar diens schip, de Fram. Dat schip was in 1892 - volgens de instructies van Nansen - gebouwd met een volledig gladde houten huid, zodat het poolijs er geen grip op kon krijgen. Daardoor kon Nansen met dit schip makkelijk in de noordelijke poolzee-en rondvaren en zich laten insluiten door het poolijs zonder dat het schip gekraakt zou worden door het ijs. Hij hoopte op die manier naar de noordpool te drijven, maar dat mislukte. Hij maakte eerder rondjes rond de noordpool. Amundsen kocht het later van Nansen en maakte met dit schip zijn expeditiereis naar het Zuidpoolcontinent. Sinds 1935 ligt het schip in een museum te Oslo te kijk. De molen is nog steeds in gebruik, al wordt hij nu gerund door vrijwilligers.
Om weer terug te keren naar de foto: Let eens op de stand van de waterspiegel in het Eemskanaal ten opzichte van het land achter de dijk. Je ziet op de foto dat het land achter de dijk lager ligt dan de waterspiegel in het Eemskanaal. Vandaar het overstromingsgevaar op 6 januari 2012.

Daarna reden we door naar het dorp Wittewierum. Daar was iets geheel anders te zien. Daar is een vrij grote terp, met daarop een 19-e eeuws kerkje met pastorie, omringd door oude, met korstmossen begroeide en scheefgezakte grafstenen en bomen. Daar maakte ik de bovenste foto, van de 2 die hieronder staan bijgevoegd. Om de terp heen stonden de boerderijen en een paar woningen van het kleine dorp gegroepeerd. Mijn vrienden vonden het wel leuk om hier ook eens rond te kijken en te wandelen, want deze plek in Groningen kenden ze nog totaal niet. Nadat we bij de kerk van Wittewierum waren uitgekeken, reden we naar Appingedam voor een kop koffie in het fraaie restaurant Ekenstein. Helaas begon het toen te regenen en hield het nauwelijks meer op. Na ons kopje koffie bij Ekenstein, reden we nog even naar Delfzijl, maar daarna keerden we terug naar Groningen-stad.

Het dorp Wittewierum heeft sinds 2011 een zekere bekendheid gekregen door de roman Emo's Labyrint, van Ynskje Penning.
Het waargebeurde verhaal is als volgt: abt Emo kreeg in 1211 van een aantal hoofdelingen en edelen in de buurt van het dorp Wierum het klooster geschonken. Helaas was de bisschop van Munster het daarmee niet eens. Die draaide de schenking terug. Daar was abt Emo zo boos over dat hij een reis naar Rome maakte om daar zijn zaak bij de paus te bepleiten. Hij kreeg zijn gelijk en keerde met het pauselijke oordeel op perkament terug naar zijn klooster in Wierum. Daar groeide het in de loop der eeuwen uit tot een belangrijk regionaal klooster. Omdat de kloosterlingen gekleed gingen in witte pijen, kreeg het dorp de naam Wittewierum. Echter, in 1561 werd het klooster gesloten en gesloopt. De bakstenen werden hergebruikt voor de woning van de nieuwbenoemde bisschop van Groningen Johan Knijf. Dat paleisje staat nog steeds in het centrum van de stad. Het is de huidige Prinsenhof aan het Martinikerkhof; na 1594 werd het de woning van de stadhouderlijke familie in Groningen-stad. Alleen de kloosterkerk bleef nog staan in Wittewierum. Maar in de 19-e eeuw was die zo vervallen geworden, dat het oude gebouw werd gesloopt en vervangen door de huidige 19-e eeuwse kerk.

Terug naar abt Emo. Hij heeft na terugkeer uit Rome een kroniek geschreven, enerzijds over zijn reisbelevenissen, en anderzijds over wat er in zijn klooster en in de Groningse Ommelanden in later jaren allemaal gebeurde. Het heet Cronica Floridi Horti. Twee latere abten hebben deze kroniek aangevuld. Een afschrift van deze kroniek is tegenwoordig in het bezit van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Groningen.

Ynskje Penning - schrijfster van verscheidene streekromans - heeft er een spannend historisch verhaal van gemaakt, waarin ze allerlei gebeurtenissen, verwikkelingen en toestanden uit de jaren rond 1212 verwerkte, zoals de partijstrijd om de macht binnen het Middeleeuwse Duitse Reich tussen de Staufen geleid door keizer Friedrich II en de Welfen geleid door keizer Otto IV van Braunschweig. Daarnaast spelen in de roman ook allerlei verwikkelingen rond de uiterst onverkwikkelijke (eigenlijk schandalige) 4-e Kruistocht van 1202-1204, waarbij de Kruisvaarders de Orthodox-Christelijke stad Byzantium aanvielen, veroverden en plunderden, en waarin ook de verdwenen graaf van Vlaanderen (die was gekroond tot keizer van het Latijnse Rijk, in Byzantium) een rol speelde. Verder speelt in de roman van Ynskje Penning een zoontje van deze verdwenen graaf annex keizer een opvallende rol, aan de hand waarvan de schrijfster extra veel kan vertellen over de internationale toestand in de wereld van 1212, vooral over de toestanden in het Middeleeuwse Bulgaarse Tsarenrijk. Verder komen er nog even enkele lastige toestanden in Engeland aan de orde rond koning Jan zonder land (die eigenlijk bekender is uit de verhalen rond Robin Hood), en verder komt de kinderkruistocht (ook bekend door de roman van Thea Beckman)  ook verscheidene keren langs. Evenals de zeer schandalige Kruistocht tegen de Katharen in Zuid-Frankrijk. En toen Emo uiteindelijk in Rome aankwam, merkte hij daar wat voor corrupte stad het eigenlijk was. Abt Emo krijgt na lang wachten zijn audientie bij paus Innocentius III (vond deze paus zichzelf soms Onschuldig aan oorlogen en massamoorden??) en bepleit zijn zaak. De paus bestudeert Emo's zaak, neemt een beslissing en laat die op perkament schrijven. En daarna begint Emo aan de terugreis, die ook spannend verloopt. Onderweg vaart hij per schip over de Rijn en passeert een tol waar hij een onaangename ontdekking doet. Het wordt helemaal spannend als hij tegen het einde van het verhaal zijn zaak komt uitvechten bij de bisschop van Munster. Al met al is het een goed geschreven en spannend verhaal waarin veel interessante historische informatie in is verwerkt.

Tegelijk met de roman, is er een kunsthistorische reisgids uitgegeven, geschreven door D.E.H. de Boer, dat boordevol wetenswaardigheden staat over de vele kloosters, kerken, dorpen en stadjes waar Emo langs reisde. Het boek is rijk ge-illustreerd met foto's van de schrijver, die de reis van Emo heeft overgedaan en onderweg veel foto heeft gemaakt van al die kerken en kloosters en landschappen, die in deze reisgids staan. Kortom: beide boeken zijn zeer aanbevelenswaardig. Dit zijn de titelgegevens:

Penning, Ynskje : Emo's Labyrint / Ynskje Penning . - Haren : Penningboek , 2010 . - 464 p. : krt. ; 24 cm. - ISBN 978-90-816099-1-3

Boer, D.E.H. de : Emo's reis : een historische culturele ontdekkingstocht door Europa in 1212 / D.E.H. de Boer . - Leeuwarden ; Leuven : Noordboek ; Davidsfonds , 2011 . - 496 p. : ill. ; 24 cm. - ISBN 978-90-330-0788-0 . - SISO Europa 992.1