maandag 30 juni 2014

Meer Eerste Wereldoorlog : Van het Westelijk Front veel nieuws

Hallo Blogvolgers,

In mijn vorige blogbericht vertelde ik het een en ander over de oorzaak van de Eerste Wereldoorlog: de aanslag in Serajevo op 28 juni 1914 op aartshertog Franz Ferdinand von Habsburg. Die is op de afgelopen 28 juni 2014 herdacht in Serajevo. Toen zag ik op die dag in het tv-journaal een voor mij bekende plek terug die in de afgelopen 20 jaar erg veranderd is, vooral in de eerste helft van de jaren 90. Kijk maar naar de foto's in mijn vorige blogbericht van 22 juni 2014, hier direct onder. Die herdenking heeft deze keer wel uitgebreid het wereldnieuws gehaald. Een heel verschil, want in vorige jaren kreeg deze aanslag nooit ook maar enige aandacht. En nog iets: ik heb die datum van 28 juni 1914 nooit hoeven leren met de geschiedenisles; niet op de Lagere school, en ook niet op de Mavo. Dit in tegenstelling tot wat de NOS-nieuwslezer beweerde.

Aanvankelijk leek het indertijd na de moordaanslag op 28 juni 1914 in Serajevo een zoveelste Balkancrisis te worden. Daarom gingen velen in de maand juli op vakantie. Het was die zomer prachtig vakantieweer. Ondertussen zocht Oostenrijk steun bij Duitsland voor acties tegen Servie. Maar pas op 28 juli - precies een maand later - ondernam Oostenrijk daadwerkelijk stappen tegen Servie. Er werd een ultimatum naar de Servische regering in Belgrado gestuurd met een eisenpakket waarin Oostenrijk eiste dat het zelf onderzoek in Servie wilde doen naar de moordenaars in Belgrado. Dat was behoorlijk ingrijpend. Dat hadden de Serven liever zelf willen doen. Maar Oostenrijk had geen vertrouwen in de onpartijdigheid van de Servische politie en wilde dus eigen rechercheurs naar Belgrado sturen. De Servische regering gaf op alle andere eisen toe, maar op die ene eis niet, al wilde de Servische regering daarover wel onderhandelen met Oostenrijk. Toen dat antwoord in Wenen binnenkwam, besloot Oostenrijk op grond van die ene afgewezen eis de oorlog aan Servie te verklaren. Een troonopvolger hoor je niet straffeloos te vermoorden.

Maar ...


Toen kwam Rusland in actie en schoot zijn Servische bondgenoot te hulp. Het Russische leger werd gemobiliseerd. Duitsland zegde alle steun aan Oostenrijk toe, waarna Oostenrijk ook zijn leger begon te mobiliseren. In Rusland en Oostenrijk betekende mobilisatie nog lang geen oorlog. Maar voor Duitsland lag dat anders. In 1893 hadden Rusland en Frankrijk een militair pact gesloten, volgens de afspraak dat als een van de twee werd aangevallen door een derde macht, dat de ander de aangevallene te hulp zou komen. Als u op de hier boven staande kaart van het Europa van 1914 kijkt, ziet u welk land tussen Frankrijk en Rusland in ligt en dus bedreigd werd met een tweefrontenoorlog. Dat militaire pact was de reden dat de Duitse legertop een verdedigingsplan uitdokterde op basis van dit principe: de aanval is de beste verdediging. Dat was het veelbesproken Von Schlieffenplan. En volgens dat plan betekende mobilisatie wel degelijk gelijk oorlog. De basis werd gevormd door het spoorboekje dat bij het Von Schieffenplan hoorde. Daarbij moest het Duitse leger eerst zo snel mogelijk per trein naar Aken en andere strategische plaatsen langs de Franse en vooral Belgische grens worden vervoerd en vandaar oprukken via Belgie naar Frankrijk en dat land zo snel mogelijk verslaan om daarna alle krachten per trein naar het oostfront te brengen en Rusland verslaan. Een Blitzkrieg in 1914, dus. Als dat alles dus niet snel genoeg gebeurde, dreigde Duitsland te worden vermorzeld tussen de Franse en Russische legers.
Daarnaast moest - om Frankrijk aan te vallen - het Duitse leger de Franse verdedigingsgordel langs de Frans-Duitse grens vermijden omdat die natuurlijk zeer sterk werd verdedigd. En daarvoor moest Belgie worden aangevallen en moest dus de Belgische neutraliteit worden geschonden. En daarmee werd Groot-Brittannie in de Grote Wereldoorlog betrokken, want die had - samen met Frankrijk en Pruissen (voorganger van het latere Duitse Reich) in 1839 de Belgische neutraliteit gegarandeerd. Dat was zo geregeld nadat Belgie zich van Nederland had afgescheiden in 1830. Weet u dat nog van de Vaderlandse geschiedenisles op school?

Tijdens de Duitse opmars door Belgie, kwam het Duitse leger voor de fortengordel rond Luik. Dat was een formidabele hindernis. Maar daar hadden de Duitsers een effectief wapen voor: de Dikke Bertha. Dat was een enorme houwitser (geen kanon), geproduceerd bij de bekende staalfabrikant Krupp, waarmee granaten met een doorsnee van 42 centimeter tot circa 10 a 12 kilometer ver werden afgeschoten naar grote hoogte, waarna ze met een enorme snelheid naar beneden kwamen en zich diep in de grond boorden voor ze ontploften. Op die manier werden een voor een de forten rond Luik kapotgebeukt, waarna de stad Luik zich na 3 dagen strijd overgaf. Daarna rukte het Duitse leger verder op door Belgie en maakte de grote zwaai in zuidelijke richting, Frankrijk in.
Onderwijl leefde bij de Duitse soldaten een grote angst voor franc-tireurs (verzetslui en partizanen achter de linies die de Duitsers vanuit hinderlagen beschoten). Dat was het Duitse leger in 1870 ook overkomen, toen het Pruissisch-Duitse leger Frankrijk binnenviel na de provocaties van keizer Napoleon III. Uit angst voor aanslagen door Belgische franc-tireurs (die er in 1914 niet waren) werden gedurende de Duitse veldtocht door Belgie bij het minste geringste veel Belgen opgepakt en gelijk standrechtelijk ge-executeerd. Daarmee bezorgde Duitsland zichzelf een slechte naam die door de Britse propagandamachine enthousiast werd uitgebuit onder het motto : "de barbaarse Hunnen zijn terug!".
Als gevolg daarvan sloeg een groot deel van de Belgische bevolking massaal op de vlucht. Circa 145.000 Belgen vluchtten in noordelijke richting, naar Nederland. Daar werd de vluchtelingenstroom zo goed en zo kwaad als dat ging opgevangen en werden de Belgische burgers in vluchtelingenkampen ondergebracht. Zo verrezen er rond Amersfoort diverse Belgische Dorpen waar rond 20.000 Belgische vluchtelingen werden gehuisvest. De Belgische militairen werden in aparte krijgsgevangenkampen opgesloten, onder andere bij Harderwijk en in het Gaasterland. Dat hoorde nu eenmaal zo volgens het oorlogsrecht, dat sinds 1863 in de loop der jaren bij verdrag was afgesproken in Geneve en Den Haag.

Onderwijl rukte een deel van het Duitse leger op naar Antwerpen. Dat werd verdedigd door het Belgische leger en een legertje Britse matrozen onder bevel van Winston Churchill. Inderdaad, de bekende; hij arriveerde pas op 4 oktober, toen het eigenlijk al te laat was. Ook Antwerpen met zijn ring van forten werd vanaf 28 september 1914 omsingeld en met Dikke Bertha's beschoten door de Duitsers. Het kanongebulder was helemaal te horen tot in het zuiden van Nederland, zelfs tot in Rotterdam. Na enkele weken beschietingen gaf de stad zich op 10 oktober 1914 over. Het Belgische leger wist voortijdig uit Antwerpen te ontsnappen en trok zich terug achter het riviertje de Yser. Churchill wist ook te ontsnappen en naar Engeland te ontkomen. En de 1200 Britse matrozen vluchtten de grens over, naar Nederland. Daar werden ze per trein via Leeuwarden naar Groningen vervoerd en daar in een krijgsgevangenkamp opgesloten. Dat werd in Groningen bekend als de Engelse Kamp. De plek waar dat kamp lag, was achter de huidige Mesdagkliniek die aan de Hereweg staat. Er is daar tegenwoordig een straat die om die reden Engelse Kamp heet. En er staat een monumentje dat eraan herinnert. Althans. Het herinnert eigenlijk aan de oprichting van een vrijmetselaarsloge in 1915 in dat Engelse Kamp. Dat monumentje ziet u op de hieronder staande foto. Het is in alle opzichten een typisch Vrijmetselaars-monument: een blok steen dat aan een kant onbewerkt is en aan de andere kant al bewerkt en glad gemaakt is. Op de koperen plaat staat een tekst met uitleg over de oprichting van die vrijmetselaarsloge in het Engelse Kamp. Dit monumentje staat aan de achterkant van het Sterrebos. Niet aan de voorkant aan de Hereweg. In de verte ziet u op de foto een gebouw dat bij de Mesdagkliniek hoort.


Onderwijl viel het Duitse leger Noord-Frankrijk binnen en rukte ver op tot over de rivier de Marne en bedreigde de Franse hoofdstad Parijs. Toen werden de Duitse communicatielijnen te lang en het uitgestrekte oorlogstheater te onoverzichtelijk. Aan Franse kant was het precies andersom. De communicatielijnen werden steeds korter en het slagveld voor de Fransen juist overzichtelijker. Dat gaf de Fransen de kans om hun strijdtroepen te reorganiseren en de Duitsers tot stoppen te krijgen. Dat was de slag aan de Marne die 3 dagen heeft geduurd. Toen was het voor de Duitsers duidelijk: het Von Schlieffenplan was mislukt. Daarna trokken ze zich terug en groeven zich in op strategische locaties in het achterland dat ze al veroverd hadden; ze hadden het voor het uitkiezen. Daarna trad de verstarring aan het Westfront in en begon de zinloze loopgravenoorlog. Vanaf toen was er geen nieuws meer van het Westfront.

Op 3 juni 2014 ben ik in Groningen in het Scheepvaartmuseum geweest. Daar was een interessante tentoonstelling over het Engelse Kamp, gelegen achter de Mesdagkliniek. Er hingen veel foto's van de matrozen die zich op hun manier vermaakten met houtsnijwerk en tuinieren. En ook met optredens. Er was een groepje als clowns verklede matrozen die regelmatig optredens gaven in theaters in geheel Nederland. Zij staan sindsdien bekend als de Timbertown Follies. De tentoonstelling duurt nog tot 6 juli 2014.




Op 25 mei 2014 ben ik in Amersfoort geweest. In de bossen zuidelijk van Amersfoort staat namelijk het Belgenmonument. Daar heb ik de 3 hierboven staande foto's gemaakt. Het hele complex omvat een gebouw met 3 torens boven op de Amersfoortse heuvel, gelegen in de bossen zuidelijk van Amersfoort, met halverwege de heuvel een muur met een paar banken ervoor. Het tussengelegen stuk groen had een mooie tuin moeten wezen, maar zoals op de middelste foto te zien is, valt dat tegen. In 1916 besloten de Belgische vluchtelingen die in de hierboven reeds genoemde Belgische dorpen rond Amersfoort verbleven, een monument te bouwen voor de Nederlanders als dank voor hun gastvrije opvang gedurende de Grote Wereldoorlog. Dat is dit monument geworden waar ik de hierboven staande 3 foto's heb gemaakt. Binnenkort is er een tentoonstelling in het Museum Flehite in Amersfoort over de Belgische vluchtelingen en dorpen. Die begint op 28 september 2014 en duurt tot 4 januari 2015.

zondag 22 juni 2014

Historisch: 100 jaar geleden brak de Eerste Wereldoorlog uit

Inderdaad, ge-interesseerde bloglezers,

Binnenkort is het 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Als beginpunt wordt altijd genomen de bekende moord op aartshertog Franz Ferdinand von Habsburg (1863-1914) en zijn echtgenote Sophia Chotek (1868-1914) in Serajevo. Om precies te zijn: die moord vond plaats op 28 juni 1914, Sint Vitusdag. Dat is nu 100 jaar geleden. Voor de Serven is de Sint Vitusdag nu nog steeds een buitengewoon belangrijke datum. Niet alleen vanwege deze moord sinds 1914, maar vooral omdat op die dag in het jaar 1389 de slag op de Kosovo-vlakte plaatsvond tussen de Turken en de Serven. De Serven verloren, en dat zit ze nu nog hoog. Ik herinner me nog dat die veldslag in 1989 grootschalig werd herdacht door de Serven in Kosovo. Dat maakte toen nog deel uit van Servie. Al was dat een verhaal apart, die veldslag in 1389 was de reden dat deze datum in 1914 buitengewoon gevoelig lag voor de Serven in Bosnie, dat toen nog deel uitmaakte van de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. De Serven in Bosnie en Servie vatten dat staatsbezoek van aartshertog Franz Ferdinand aan Serajevo in 1914 daarom op als een provocatie.

Al sinds circa 1975 ben ik zeer ge-interesseerd in de Eerste Wereldoorlog. Er was toen nog zeer, zeer weinig informatie in Nederland over die oorlog te vinden. Over de Tweede Wereldoorlog was toen al vele malen meer informatie te vinden in boeken en tijdschriften, films en documentaires. Dat krijg je als gevolg van het feit dat Nederland buiten de gevechten bleef tijdens de Grote Wereldoorlog, maar in de Tweede Wereldoorlog wel werd aangevallen.
In 1984 heb ik een excursie-vakantiereis gemaakt naar Bosnie dat toen nog een deelstaat was van het toenmalige Joegoslavie. Daar heb ik toen de twee hieronder geplaatste foto's gemaakt.



Op de eerste foto ziet u op de voorgrond de Gavrilo Princip-brug over de rivier de Miljacka met aan de overkant het hoekpand waar de aanslag heeft plaatsgevonden. Een idyllische foto, als je de historische achtergrond niet kent. En ook als je de oorlogsgebeurtenissen van de jaren 90 buiten beschouwing laat. Hoeveel van wat u op deze foto uit 1984 ziet, zal in de Joegoslavische burgeroorlog van 1992 tot 1995 zijn verwoest? Op de tweede foto ziet u de plek zelf, gemarkeerd met de zwarte tegel met daarin de schoenafdrukken van de schoenen van Gavrilo Princip (1894-1918). Hij was de moordenaar van aartshertog Franz Ferdinand von Habsburg en Sophia Chotek. Op de muur ziet u in rood een Servische tekst in Cyrillische letters met uitleg over de moord zelf waarin Gavrilo Princip en zijn mede-complottanten als helden worden beschreven. Bovenaan op de foto ziet u de benen en voeten van een groep jongelui met eronder de tekst Mlada Bosna. Dat betekent: Jong Bosnie. Gavrilo Princip was lid van die club, die ijverde voor aansluiting van Bosnie bij Servie. Dat speelde dus toen al tientallen jaren lang, niet pas sinds 1992. Daarnaast was Gavrilo Princip lid van de Crna Ruka, oftewel de Zwarte Hand. Dat was de geheime club die de aanslag had voorbereid.

In het hoekpand zelf is een museum over de aanslag ondergebracht. Daarin werden Gavrilo Princip en zijn mede-complottanten en aanslagplegers - vanuit Servisch oogpunt - duidelijk als helden en verzetsstrijders tegen de Oostenrijkse bezetting van Bosnie vereerd. Het museum bestaat nu nog steeds maar de tentoonstelling is na de Joegoslavische burgeroorlog in de jaren 90 sterk veranderd. De hierboven vermelde tegel met de schoenafdrukken is halverwege de Joegoslavische burgeroorlog door boze Moslims uit het trottoir gelicht en kapotgeslagen. Tegenwoordig worden Franz Ferdinand en zijn echtgenote Sophia Chotek in het museum in het hoekpand als slachtoffers van een wrede terreurdaad neergezet en Gavrilo Princip en de zijnen als boosaardige terroristen. En in de muur is nu een nieuwe steen geplaatst met een heel andere, meer pro-Oostenrijkse tekst dan de hierboven gefotografeerde tekst, in het Bosnisch en het Engels, en in Latijnse letters, waarop tekst en uitleg wordt gegeven over de plek van de aanslag. Het huidige Bosnie wil graag bij de Europese Unie horen en hoopt op deze manier in een goed blaadje te komen bij het huidige Oostenrijk en de rest van Europa. Het is duidelijk: wie maakt de dienst uit op de propaganda-afdeling? De pro-Russische Serven of de pro-Europese Moslims?

Door deze aanslag op 28 juni 1914 werden alle internationale verhoudingen in geheel Europa op scherp gezet en brak een maand later de Eerste Wereldoorlog uit. De gruwelijke gevolgen zijn bekend. Aan het eind kwam Europa anders en vooral zeer ontnuchterd uit de Grote Wereldoorlog dan zoals het er in ging. En zo is de Balkan aan zijn sinistere naam Kruitvat van Europa gekomen.

Degenen die mijn weblog al jaren lang volgen, zullen zich herinneren dat ik al eerder over de Eerste Wereldoorlog heb geblogd. Het waren natuurlijk niet de meest vrolijke artikelen op mijn blogsite. Een kleine opsomming: Op 13 januari 2011 plaatste ik een blogstukje getiteld Leestip over de revolutie die niet doorging, over de Vergissing van Troelstra in november 1918, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog. Kort geleden verwees ik daar ook al naar in mijn blogstukje over het Geboortehuis van Troelstra, of niet, van 5 juni 2014. Op 7 november 2012 schreef ik een blogstuk getiteld Dodenherdenking in november. Dat was dus vlak voor de elfde november. Dat is de dag waarop Frankrijk en Belgie en Groot-Brittannie hun doden herdenken. Een heel verschil met Nederland, waar de dodenherdenking altijd op 4 mei wordt gehouden. Op 17 november 2012 plaatste ik een blogstukje met de titel: Internettip Eerste Wereldoorlog. Daarin vermeld ik 6 internetsites met veel informatieve artikelen over allerlei aspecten (niet alleen militair, maar ook sociaal, mentaal, cultureel, medisch, economisch, industrieel en wetenschappelijk) van de hele Grote Wereldoorlog. Op 25 juni 2013 (vlak voor Sint Vitusdag!) plaatste ik een blogstuk getiteld Leestip Eerste Wereldoorlog. Dat was een bespreking van een zeer interessant en informatief boek over hoe het werkelijk zat met de oorzaken van de Grote Wereldoorlog in 1914. En dat is duidelijk heel anders dan wat ons sinds jaar en dag wordt verteld: niet Duitsland was schuldig aan de Grote Wereldoorlog, maar Frankrijk. En op 7 juli 2013 plaatste ik een verbijsterend blogstuk getiteld Chemische oorlogvoering in 1915 dank zij Joods vernuft. Als u dit stukje gelezen hebt, snapt u werkelijk niet meer waarop Hitler zijn beweringen baseerde dat de Joden op de ondergang van Duitsland uit zouden zijn.
Om u eens goed te informeren over dit conflict zijn deze boeken en internetsites een aanrader. Maar om u hiermee nou veel leesplezier toe te wensen?

Nog een paar laatste opmerkingen:
1: In de wintermaanden van 1984 werden in Serajevo de Olympische Winterspelen georganiseerd. In de jaren 90 vonden in Joegoslavie de Olympische Oorlogsspelen plaats, ieder jaar wegens "knallend succes" geprolongeerd.
2: In Leeuwarden staat nog altijd de scheef gezakte en krom gebouwde Oldehove. Ieder jaar kunnen toeristen de toren beklimmen en genieten van het uitzicht over Leeuwarden en het omringende platteland. De kerk die ooit naast de Oldehove heeft gestaan, was de Sint Vituskerk. En nee, Leeuwarden heeft niks met Kosovo te maken.
3: In de wikipedia kunt u meer lezen over de aanslag in Serajevo van 28 juni 1914 onder het lemma: Moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk.

zaterdag 14 juni 2014

Enkele maanden geleden: dag naar Coevorden

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Het is alweer enkele maanden geleden dat ik een dag naar Coevorden ben geweest. Ondanks dat het zo lang is geleden, wil ik jullie mijn verhaal niet onthouden. Er valt veel te vertellen over dit historische stadje. Het is beslist een bezoek waard.
Op 16 maart 2014 arriveerde ik op het stationnetje van Coevorden en wandelde via de Friesestraat naar het stadscentrum. Halverwege die straat zag ik een zeer fraaie gevel met veel versieringen en teksten uit de 16-e eeuw. Dat pand ziet u op foto 1. Maar in de top van die gevel stond een opvallend modern ogend beeld: het was de dochter van de huidige eigenaar van het pand. Hij had dat beeld van zijn dochter in de jaren 90 laten maken en daar in de geveltop in die nis laten plaatsen. Mocht u het niet helemaal goed kunnen zien, klik dan op de foto voor een uitvergroting. De naam van dat restaurant vond ik ook opmerkelijk: Stadscafe Vancouver. Het is genoemd naar die bekende stad aan de westkust van Canada. Dat Canadese kustgebied was in de 18-e eeuw ontdekt en verkend door de Britse schipper George Vancouver (1757-1798). Zijn achternaam was een verbastering van de oorspronkelijk Nederlandse familienaam van zijn voorouders die - inderdaad - afkomstig waren uit Coevorden en ook Van Coeverden heetten.



Verder ben ik in het Stedelijk Museum van Coevorden geweest. Dat is gevestigd in een rijtje voormalige pakhuizen, die u op foto 2 ziet. Het is een zeer interessant museum over de geschiedenis van Coevorden. De historische tentoonstelling begon natuurlijk in de prehistorie bij de oversteekplaats (een voorde) in een plaatselijke beek, waar boeren hun koeien doorheen dreven. Zo is de uiteindelijke naam van de plaats ontstaan: de Koe-voorde.
In de Middeleeuwen kwam de plaats in handen van de bisschop van Utrecht die daar gelijk een prefect installeerde die daar tol mocht heffen. Dat leidde in de daar op volgende eeuwen tot veel gedonder met prefecten die de tolgelden liever in eigen zak staken. Vervolgens moest de bisschop van Utrecht - aan het hoofd van een leger van ridders - die stelende en frauderende prefect tot de orde roepen. Maar de bisschop moest ook regelmatig optreden tegen andere edelen die met minder edele bedoelingen ook op die tolgelden aasden en maar wat graag die bisschoppelijke schatkist leegroofden en plunderden. Daarom werd Coevorden vaak belegerd en platgebrand in de Middeleeuwen.
Ook de Slag bij Ane uit 1227 kwam aan de orde. Toen versloeg een plaatselijk boerenleger onder leiding van de kasteelheer Rudolf II van Coevorden (de voorvader van de hierboven reeds genoemde ontdekkingsreiziger George Vancouver) het ridderleger van bisschop Otto II van Utrecht. Dat was in die tijd een meer dan een schandalige schoffering. Het volk hoorde helemaal niet in opstand te komen tegen zijn heren en meesters; het volk hoorde gehoorzaam te zijn aan de boven hen gestelde edelen en geestelijken. Dat het volk van tijd tot tijd zat was van de grillen, uitbuiterijen en roverijen van de boven hen aangestelde heren, drong niet door tot al die hoge heren. In 1302 werd met dezelfde tactieken weer een ridderleger verslagen door een volksleger; dat betrof de Guldensporenslag in 1302 in de omgeving van Kortrijk. Opnieuw vond de toenmalige paus dat een verregaande schoffering.
Aan het eind van de Middeleeuwen werd het eindelijk rustig in en rond Coevorden. Maar met de 80-jarige oorlog begon het gedonder opnieuw. Zo veroverde prins Maurits in 1592 Coevorden op de Spanjaarden.
Nadien is Coevorden alleen nog in 1672 belaagd en ingenomen door de bisschop van Munster, in Groningen-stad zeer bekend geworden als Bommen-Berend. Nadat de bisschop van Munster door de uit Bohemen afkomstige commandant Carl von Rabenhaupt (1602-1675) was verslagen, Coevorden was terugveroverd, en Bommen-Berend het land was uitgejaagd, kreeg Rabenhaupt de functie van Drost van Coevorden aangeboden. Die accepteerde hij. Daarom hangt ook het harnas van Rabenhaupt in dit museum. Dat harnas met bijbehorende helm ziet u op foto 3. Nadien ontwierp de bekende Nederlandse vestingbouwer Menno van Coehoorn (1641-1704) een ring van zeer sterke bastions voor Coevorden. In de 19-e eeuw werden veel van die vestingwerken weer afgebroken. Zo werd het stadje toegankelijk voor het toenemend drukke verkeer. Jammer. Maar gelukkig is een deel gered en is daar tegenwoordig het Van Heutz-park van gemaakt. Al met al was het een zeer interessante en zeer informatieve tentoonstelling.




Daarna maakte ik een wandeling door het stadje. Niet ver van het Stedelijk Museum zag ik het borstbeeld staan van Joannes Benedictus Van Heutz (1851-1924). Dat ziet u op foto 4. Inderdaad, dat was de roemruchte gouverneur-generaal van Nederlandsch Indie die Atjeh had veroverd en onderworpen. Hij was in Coevorden geboren. Zijn borstbeeld stond enkele jaren geleden bij het kasteel van Coevorden en is kort geleden verplaatst naar deze plek, waar hij nu uitkijkt naar de plek waar zijn geboortehuis heeft gestaan. Op foto 2 ziet u het hoekpand links van dat rijtje voormalige pakhuizen waar tegenwoordig het museum in zit; op de plek van dat moderne hoekpand heeft het geboortehuis van Van Heutz gestaan.
Die Atjeh-oorlog die in 1873 was uitgebroken, was een niet erg fraaie geschiedenis. De Atjeh-oorlog ligt in Nederland nog steeds erg gevoelig vanwege de vele wreedheden waarmee de Atjehers werden onderworpen. En ook de aanwezigheid van dit borstbeeld in Coevorden ligt nog altijd erg gevoelig. Net als het Van Heutz-monument uit 1935 dat in Amsterdam staat. Om die reden is het Van Heutz-monument in Amsterdam in 1967 met een bom opgeblazen. In later jaren is de naam van dat monument veranderd in Monument Indie-Nederland. Waarschijnlijk ligt de kwestie rond de Atjeh-oorlog in Indonesia tegenwoordig helemaal niet meer zo gevoelig omdat er tegenwoordig andere en vooral gevoeliger kwesties in Indonesia spelen. Zoals de wreedheden waarmee de staatsgreep van Soeharto in 1967 gepaard ging, waarbij hij vooral veel jacht liet maken op alles en iedereen die verdacht werd van communisme. Hoeveel doden daarbij zijn gevallen, is nu nog steeds niet duidelijk, maar volgens schattingen zouden er waarschijnlijk een miljoen mensen zijn vermoord vanwege hun communistische mening. Hoezo recht op een vrije mening?

Ik wandelde verder naar het Van Heutz-park. Zoals ik al had verteld, is dit een tot park omgevormd restant van de vroegere vestingwallen. Dat is in de 19-e eeuw wel vaker gedaan. In Leeuwarden zijn de vestingwallen ook gedeeltelijk geslecht en gedeeltelijk omgevormd tot park: dat is de huidige Prinsentuin. En ook in Groningen is dat gebeurd; daar heet het restant van de vestingwallen tegenwoordig het Noorderplantsoen.
Aan het oostelijke eind van dit park kwam ik uit bij een kanaal. Dat kanaal ziet u op foto 5. De naam verraste me: het Stieltjeskanaal. Die naam ken ik van het Stieltjesplein in Rotterdam-Zuid. Het bleek inderdaad om een en dezelfde ingenieur Thomas Johannes Stieltjes (1819-1878) te gaan. Hij was na een conflict met koning Willem III oneervol ontslagen en weggepromoveerd naar de Overijsselse Kanalenmaatschappij waar hij diverse kanalen ontwierp en liet graven. Dit ene kanaal was naar hem vernoemd. In later jaren werd hij naar Rotterdam gehaald om daar de nieuwe havens op de zuidoever van de Nieuwe Maas te ontwerpen voor de roemruchte investeerder Lodewijk Pincoffs. Over Lodewijk Pincoffs heb ik eerder iets verteld in mijn blogbericht van 20 oktober 2013, getiteld: Kort weekje Rotterdam in september 2013. Het gedeelte over Pincoffs staat vrijwel aan het eind ervan. Om ingenieur Stieltjes te eren, is het Stieltjesplein in Rotterdam-zuid naar hem vernoemd; het ligt op de zuidoever van de Koningshaven, tegenover de Koningshavenburg. De kerk die ook aan dat plein heeft gestaan, is ondertussen al lang geleden (in de jaren 60) gesloopt wegens gebrek aan gelovigen. Dat was een Rooms-Katholieke kerk, gewijd aan de heilige martelaren van Gorkum. Maar dat is een verhaal apart.



Hierna wandelde ik weer terug naar het centrum van Coevorden en vervolgens richting Hervormde Kerk, gebouwd in 1645. Het is duidelijk een protestantse kerk uit de 17-e eeuw, zoals u kunt zien op foto 6. Hij is 8-hoekig, net als de Nieuwe kerk in Groningen uit 1660, de Noorderkerk in Amsterdam uit 1623, en vergelijkbaar met de ronde Marekerk te Leiden uit 1649, en de eveneens ronde Oostkerk in Middelburg uit 1667, en nog veel meer van dit soort 8-hoekige of ronde kerken elders in Nederland. Die werden na 1600 veel gebouwd in Nederland. Het waren typisch protestantse kerken, bedoeld als tegenwicht tegen de Rooms-Katholieke kerken. Deze kerk in Coevorden is ongetwijfeld gevuld met kerkbanken die zorgvuldig rond de preekstoel geplaatst om te zorgen dat de gelovigen goed naar de predikant konden kijken en goed naar zijn preken konden luisteren, net als in al die andere ronde of 8-hoekige protestantse kerken elders in het protestants-christelijke Nederland. Prediking was voor de Protestanten veel belangrijker dan voor de Rooms-Katholieken.
Hier in deze kerk in Coevorden heeft in de 17-e eeuw de protestantse dominee Johannes Piccart (1600-1670) op de preekstoel gestaan. Zijn portret is te zien op foto 3, direct links van de vitrinekast met het harnas van Rabenhaupt. Hij is vooral bekend door zijn boek over de geschiedenis van Drenthe. Daarin beschrijft hij ook de prehistorie, voor zover daar toen al iets over bekend was. Hij vermeldt onder andere in zijn boek dat die bekende grote steenhopen - die verspreid door heel Drenthe te zien zijn - waren gebouwd door afgrijselijke wezens, de hunen, oftewel de reuzen. Zo zijn die steenhopen aan hun naam gekomen: hunebedden. Daarnaast geloofde hij ook serieus in spoken, geesten, duivels en andere sprookjesfiguren. Dat was een heel verschil met de in Metslawier geboren dominee Balthasar Bekker (1634-1698). Hij schreef in 1691 een dik boek getiteld De Betoverde Wereld, waarin hij korte metten maakte met al dat soort bijgeloof, sprookjes en aanverwanten. Dominee Bekker haalde zich daarmee ernstige problemen op de hals, want dat vond men in het Hollandse domineesland neigen naar athe-isme. Als de duivel niet bestaat, bestaat God dan ook niet? Heel gevaarlijk.


Terug in het centrum, wandelde ik nog rond het kasteel van Coevorden, dat u op foto 7 ziet. Het is het enige kasteel van Drenthe. En het is na 1672 de ambtswoning geweest van Rabenhaupt.
Op het marktplein in het centrum staat een beeld met een fontein: het is de ganzenhoedster Ganzen Geesje, omringd door 10 ganzen. Dat beeldje ziet u op foto 8. In de verte ziet u tussen twee gebouwen en bomen door nog net een stukje van het eerder genoemde kasteel van Coevorden. In vroeger tijden werden in november de vetgemeste ganzen vanaf de verschillende omringende boerderijen op het platteland naar de markt in Coevorden gedreven. Tegenwoordig is het een folkloristisch gebeuren.


Nadat ik van een lekkere maaltijd in restaurant Candia (op foto 8 direct achter het beeld van Ganzen Geesje te zien) aan het marktplein had genoten, wandelde ik terug naar het station en nam de trein terug naar Leeuwarden.

donderdag 5 juni 2014

Geboortehuis van Troelstra, of niet?

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Een week geleden fietste ik over het Vliet in Leeuwarden, toen ik aan de overkant het geboortehuis van Troelstra zag staan. Althans; op die plek had het oorspronkelijke geboortehuis van Pieter Jelles Troelstra (1860-1930) gestaan, maar dat is tientallen jaren geleden afgebroken en vervangen door het huidige saaie pand. Dat pand ziet u op foto 1. Gelukkig hangt er een plaquette aan de voorgevel waar het feit van Troelstra's geboorte op die plek op vermeld staat. In de kleine, lichter gemaakte cirkel op foto 1, direct links van de boom, ziet u die plaquette met daarop de tekst: Op dit plak is op 20 april 1860 berne de dichter steatsman Piter Jelles Troelstra. Voor de niet-Friestaligen: Op deze plek is op 20 april 1860 geboren de dichter en staatsman Piter Jelles Troelstra. Anders zou je het pand zo passeren zonder het te weten. Persoonlijk vind ik dat dit pand wel wat meer aandacht mag krijgen als geboorteplek van de beroemde Fries/Nederlandse socialist.


In 1894 heeft hij samen met elf andere socialisten - onder wie Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Henri Polak, Hendrik Spiekman en Willem vliegen -  de SDAP opgericht in Cafe de Atlas in Zwolle. Op foto 2 ziet u het pand met de gele gevel; dat is Cafe de Atlas. Links op foto 2 ziet u nog net een stukje van de Rooms-Katholieke Onze Lieve Vrouwekerk, vooral bekend om de Peperbus-toren. Omdat de oprichters van de SDAP met hun twaalven waren, staan ze ook wel bekend als de 12 apostelen van de SDAP. In later jaren stapte de voormalige Lutherse dominee Ferdinand Domela Nieuwenhuis (1846-1919) uit de partij en radicaliseerde steeds verder in linkse en vooral anarchistische richting. Radicalisering is dus niet een specifiek verschijnsel van onze tijd in 2014.


In november 1918 dacht Troelstra dat er een revolutionair tij over Europa spoelde. In 1917 was de Russische revolutie uitgebroken, en in november 1918 braken er revoluties uit in Duitsland, Oostenrijk en Hongarije; er leek geen einde te komen aan het revolutionaire tij. Daarom hield Troelstra een toespraak in de Tweede Kamer in Den Haag waarin hij zei dat de revolutie geen halt zou houden bij Zevenaar aan de grens. De arbeiders en soldaten wachtten vol verwachting af, maar er gebeurde niets. Troelstra was na afloop van zijn toespraak naar huis gegaan. Wel hield koningin Wilhelmina een paar dagen later een rijtoer in Den Haag, waarbij op het Malieveld ineens het volk zogenaamd spontaan de paarden uitspanden en de koets door het volk verder werd getrokken. In werkelijkheid was het de Vrijwillige Landstorm die vooraf grondig had geoefend in de Koninklijke Stallen met het uitspannen van de paarden. Daarna verliep het revolutionaire tij in Nederland; de revolutie hield wel degelijk halt bij Zevenaar aan de grens. Troelstra had de revolutionaire krachten verkeerd ingeschat en stortte in.
Ik heb al eens eerder geblogd over deze Vergissing van Troelstra, met vermelding van twee leestips, namelijk op 13 januari 2011, onder de titel: Leestip over revolutie die niet doorging.

Desondanks behield Troelstra toch de sympathie van veel arbeiders. En de partijleiding liet hem daarom zitten in de functie van partijleider. Maar in het parlement waren de rechtse en confessionele partijen zich rotgeschrokken. Vandaar dat de SDAP gedurende de hele jaren 20 en 30 buiten elk kabinet werd gehouden. En vandaar dat elke dominee en pastoor gedurende het interbellum vanaf de kansel donderpreken hield en de brave gelovigen schrik en angst aanjoeg voor alles wat links, socialistisch en vooral communistisch was, onder verwijzing naar de afgrijselijk bloederige burgeroorlog die in 1918 tot 1920 in Rusland woedde, natuurlijk gevolgd door de dictatuur van het proletariaat. In werkelijkheid was het eigenlijk een gevecht om de macht tussen de Rode Bolsjewisten onder leiding van Lenin en Trotski enerzijds en de Witte Russische generaals Koltsjak, Denikin en Wrangel anderzijds, die gesteund werden door de Britten, Fransen en Amerikanen (die allen Rusland waren binnengevallen om de Witten te helpen in hun strijd tegen de Roden). In de jaren 30 kwam daar voor de dominees en pastoors een verwijzing bij naar de dictatoriale Stalinistische terreur met haar intimiderende showprocessen en dwangarbeiderskampen, bekend als de Goelag.


Op 12 mei 1930 overleed Pieter Jelles Troelstra in Den Haag en werd onder grote belangstelling van vooral veel socialisten begraven. Tegenwoordig staat in Leeuwarden naast de Oldehove het standbeeld van Troelstra. Dat ziet u op foto 3.