donderdag 26 december 2013

De laatste 2 dagen in Rotterdam

Hallo bloglezers,

Ik had nog meer te vertellen over mijn korte weekje in Rotterdam eind november 2013. Op de een a laatste dag heb ik een hele zwerftocht door de stad gemaakt. Eerst reed ik met de tram naar het metrostation Maashaven en vervolgens reed ik verder met de metro naar de noordoever. Alleen stapte ik voor het eerst niet uit op het metrostation Rotterdam CS maar bleef zitten tot aan het nieuwe en 18 meter diep liggende metrostation Blijdorp. Daarmee is dit het metrostation dat het diepst ligt van alle metrostations in Rotterdam. Dit station ligt aan een nieuwe metrolijn die in 2010 werd geopend en sindsdien helemaal doorloopt tot aan Den Haag CS en daarom Randstadrail heet. Op dat metrostation Blijdorp (dat nog een flink end lopen is naar de diergaarde met dezelfde naam) heb ik vanaf het perron de eerste foto gemaakt. Aan het eind ziet u de geboorde tunnel die nog dieper gaat dan dit station onder de grond ligt. Om naar boven te gaan, moet je - vanwege de grote diepte -  3 trappen naar boven nemen, in plaats van 2 trappen zoals op het oudste traject van de Rotterdamse metro (dat loopt van Rotterdam CS naar Zuidplein).



Ik stapte uit en liep eerst in noordelijke richting langs de Statenweg. De zeer brede middenberm is een groot plantsoen met halverwege een kinderspeelplaats op een verhoging. Daar maakte ik foto 2. Op de voorgrond ziet u het informatiebord over het Keezending uit 1787. Die eerder genoemde (kleine) verhoging is daar expres zo aangebracht, want daar op die plek heeft in 1787 het Keezending gestaan. Dat was een stoomgemaal (de eerste in Nederland!) bedoeld om de laaggelegen polder Blijdorp droog te malen. Omdat de stoommachine (gekocht bij de machinefabriek van James Watt in Engeland) en het gebouw gefinancierd was door patriotten (die als bijnaam Kezen - naar de keeshonden - hadden) uit Rotterdam, heette het gemaal in de volksmond ook Keezending. Het stoomgemaal heeft maar een paar jaar gefunctioneerd. In 1791 werd het al ontmanteld en in 1800 werd het afgebroken. In 2004 werden de fundamenten teruggevonden en onderzocht door archeologen. Daarna werden ze verwijderd in verband met de aanleg van de nieuwe metrolijn.



Daarna liep ik de Statenweg af in zuidelijk richting. Na enig zoeken vond ik de flatwoning op de eerste verdieping (te zien op foto 3) waar het Nederlandse leger van de sector Rotterdam zijn hoofdkwartier had en waar op 14 mei 1940 het Duitse ultimatum door 3 Duitse officieren aan de stadscommandant kolonel P.W. Scharroo (1883-1963) werd overhandigd. Die wees het af omdat het niet correct was ondertekend door de Duitse generaal, die zich met zijn manschappen had verschanst op de zuidoever en op het Noordereiland. Scharroo vond het maar een vaag vodje dat zomaar van iedereen afkomstig kon zijn. Daarom stuurde hij  zijn ondergeschikte kapitein Backer met een witte vlag als parlementair naar het Duitse hoofdkwartier op het Noordereiland, met het verzoek om een nieuw en correct uitgeschreven en ondertekend ultimatum. Toen kapitein Backer aankwam bij de Duitsers op het Noordereiland, reageerde general Schmidt ge-ergerd vanwege de paragrafenruiterij van die Hollandse commandanten, maar schreef toch maar een nieuw en correct uitgeschreven en ondertekend ultimatum en gaf dat mee terug aan kapitein Backer. Die keerde met zijn witte vlag via de Maasbrug terug naar de noordoever, maar halverwege zag hij tot zijn groeiende verbijstering een geschwader Heinkel-111-bommenwerpers komen aanvliegen die bommen uitstrooide over de stad. Vervolgens deed hij er uren over om weer bij het Nederlandse hoofdkwartier aan de Statenweg te komen omdat hij zich dwars door de ruines van de brandende stad moest heen werken. Daar aangekomen, overhandigde hij het nieuwe ultimatum dat deze keer direct door Scharroo werd aangenomen. Scharroo droop daarna af omdat hij de spanningen niet langer meer aankon. Vervolgens moest kapitein Backer met het antwoord van Scharroo weer terug naar de Duitsers. En ook dat duurde uren. Onderwijl steeg in Duitsland het geschwader bommenwerpers opnieuw op voor een tweede bombardement op Rotterdam, want Goering maakte zich kwaad omdat die Hollandse kaaskoppen maar niet opschoten met zich over te geven. Hij wist niet dat het Nederlandse leger helemaal niet beschikte over moderne communicatie-apparatuur. Binnen het Duitse leger was dat allang ingevoerd. Kapitein Backer overhandigde net op tijd het antwoord op het Duitse ultimatum aan generaal Schmidt. Onderwijl naderde het geschwader voor de tweede keer Rotterdam. General Schmidt hoorde het sinistere gebrom van de motoren van de naderende bommenwerpers. Daarop gaf hij snel de opdracht om per radio het bombardement af te gelasten vanwege de overgave van het Nederlandse leger, en omdat de noordoever al bezet was. En dat terwijl de Duitse soldaten nog de Maasbrug over moesten om het brandende centrum van Rotterdam nog te gaan bezetten. Daarmee werd een tweede bombardement op Rotterdam op het nippertje voorkomen. Tegenover de ingang van de portiekflat met nummer 147 staat een monumentje, bestaande uit een steenplaat met tekst, omringd door een lage heg en wat struiken. Dat ziet u op foto 4. Op de achterrond ziet u de auto's over de Statenweg voorbijrijden. Zo ziet u maar weer: de oorlog is in Rotterdam nooit ver weg.
Trouwe volgers van mijn blog weten dat ik al vaker heb geblogd over de mei-oorlog in 1940, onder andere op 13 mei 2013 onder de titel: Herdenking bombardement op Rotterdam, met internettip. En ook op 13 mei 2012 onder de titel: Gedenk de strijd om de Maasbruggen in Rotterdam in mei 1940.
Nadat ik foto's van de flat en het monument had gemaakt, liep ik terug naar het metrostation Blijdorp en reed terug naar het stadscentrum.



Op het metrostation Beurs stapte ik uit en maakte van daar een wandeling langs de Coolsingel, de Lijnbaan en de Oude Binnenweg. Daarna stak ik het Eendrachtsplein over en wandelde langs het Museum Boymans van Beuningen het Museumpark in. Daar heb ik foto 5 gemaakt. Daarop ziet u het fraaie gebouw van Museum Boymans van Beuningen uit 1935 vanuit de rozentuin. Het gebouw is de schepping van de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema, over wie ik eerder heb geblogd op 26 augustus 2011 onder de titel: Museum de Fundatie in Zwolle, en opnieuw op 18 mei 2012 onder de titel: Kasteel Nijenhuis bij Heino. Daarna liep ik het Museumpark door naar de Westzeedijk. Daar staat het Natuurhistorisch Museum, naast de Kunsthal (waar je maar beter geen kunstwerken kunt tentoonstellen omdat ze anders zo makkelijk kunnen worden gestolen, zoals in 2013 is gebleken). Die panden kunt u zien op foto 6.
Het Natuurhistorisch Museum is een interessant museum met een expositie over biologie en geologie, met veel opgezette dieren en een grote verzameling skeletten van allerlei dieren uit de gehele wereld, waaronder dat van een olifant, een giraffe en een struisvogel. Dat kan makkelijk in Rotterdam, met een dierentuin vlakbij in de wijk Blijdorp. Curieus is de vitrine met opgezette dieren waar een zeer apart verhaal aan vast zit. Hier staat bijvoorbeeld de in Leeuwarden bekende dominomus. In november 2005 wilde men in Leeuwarden een record vestigen door zoveel mogelijk dominosteentjes om te laten vallen. Helaas vloog er voortijdig een mus de Friesland Hal (tegenwoordig Friesland Expo Center geheten) binnen en liet een aantal dominosteentjes voortijdig omvallen. Om te voorkomen dat die mus nog meer dominosteentjes zou laten omvallen is er een jager ingeschakeld die het musje heeft doodgeschoten. Nadien werd de schutter door natuurfanaten bedreigd en werd de conservator van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam, de heer Cees Moeliker, blij gemaakt met deze dooie mus. Hij heeft het beestje laten opzetten en nu staat het in een vitrine te pronk, tesamen met andere dieren met een apart verhaal, waaronder de dode eend die zich op 5 juni 1995 doodvloog tegen een enorm groot raam aan de achterkant van het museum en vervolgens door een andere eend meer dan een uur lang werd verkracht. Moeliker had alle tijd om er foto's van te maken. Het was het eerste en tot nu toe enige geval van necrofiele homosex onder eenden. Nadien schreef Moeliker er een verslag over dat aanvankelijk de lachers op de hand kreeg en waarvoor hij de lg-nobelprijs heeft gekregen voor het meest belachelijke wetenschappelijke verslag. Hoewel?




Op de laatste dag ging ik naar de Railz Miniworld. Dat is gevestigd op de begane grond in een flatgebouw aan het Weena, op loopafstand van het Centraal Station van Rotterdam. Het werd geopend op 30 maart 2007. Daar is een enorme maquette gemaakt met allerlei bekende gebouwen in Rotterdam, havens met schepen en kranen, industrieterreinen, waar wegen en spoorlijnen door heen lopen en waar dus veel treintjes overheen rijden. Niet alleen treintjes maar ook trams en metro's, en zelfs een TGV. Zeg maar: een Rotterdams soort Madurodam, maar dan overdekt. Kortom hartstikke leuk voor kinderen en voor mannen die nog steeds graag met treintjes willen spelen, en natuurlijk ook voor Rotterdammers. Want er staan veel gebouwen en bruggen uit de Rotterdamse binnenstad. Zo ziet u op foto 7 op de voorgrond de bruggen over de Koningshaven met rechts het Noordereiland en links Rotterdam-zuid en in de verte de bekende nieuwe Erasmusbrug en daarachter het bekende HAL-schip de Nieuw-Amsterdam aan de Wilhelminakade. En op foto 8 ziet u het Rotterdamse gemeentehuis aan de Coolsingel, vlak bij de rotonde rond het Hofplein, met daarachter het oudste spoorwegstation van Rotterdam uit 1847. Daar weer achter ziet u verscheidene gebouwen bij elkaar staan die door het bombardement van mei 1940 verloren zijn gegaan, zoals de Delftse Poort, cafe Loos (het halfronde gebouw met de roze ronde luifels), het oude Hofpleinstation en het grand cafe de Kroon. Zelfs hier in de Miniworld is de oorlog niet ver weg.
Daarnaast wordt het om de 24 minuten donker en zie je in alle woningen en kantoren de lichtjes aangaan, zoals u kunt zien op foto 9. Zelfs dag en nacht wisselen zich hier af, wat de Miniworld helemaal tot een spektakel maakt. Op deze foto ziet u het nieuwste spoorwegstation van Rotterdam met links ernaast het Groothandelsgebouw uit 1952. Dat was het eerste pand dat na de oorlog in Rotterdam werd gebouwd. Het was tevens het grootste bouwwerk in Nederland, waar alle bedrijven terecht konden die in mei 1940 hun kantoorruimte waren kwijtgeraakt als gevolg van het bombardement.
Na afloop maakte ik een wandeling dwars door de binnenstad, het schouwburgplein en de Lijnbaan naar de Coolsingel. Daar stapte ik op de tram terug naar huis.
De dag daarna keerde ik per trein terug naar Leeuwarden.

donderdag 28 november 2013

Rotterdam by night

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Meestal gaan mensen in de zomer op vakantie naar zuidelijke landen rond de Middellandse Zee, waar de zon schijnt en waar het lekker warm is. Mochten mensen dat nu in deze tijd van het jaar weer doen, dan zullen ze al gauw veel verder naar het zuiden reizen, naar Zuid-Afrika of Australia of elders. Daar - op het zuidelijk halfrond - is het momenteel hartje zomer, terwijl het op de noordelijke helft van onze planeet nu winter wordt.
Maar ik ben niet naar verre warme landen afgereisd, maar zoals gebruikelijk dicht bij huis gebleven. In mijn vorige 2 blogberichten had ik al verteld dat ik begin november 2013 een kort weekje in Rotterdam was geweest. In deze tijd van het jaar zijn de dagen kort en gaat de zon vroeg onder. Dat zal niet iedereen even plezierig vinden (koud en donker), maar voor fotografen is het de mogelijkheid bij uitstek om vroeg op de avond fraaie nachtfoto's te maken. Helaas werkte het weer niet erg mee vanwege de vele regen, die ik in mijn vorige 2 blogberichten meldde. Maar voor zover het tussen de buien door droog was, heb ik fraaie en spectaculaire nachtfoto's van Rotterdam gemaakt. Hieronder volgen ze.

Op de 1-e foto ziet u de Koopgoot, naast de nieuwe (na-oorlogse Bijenkorf) die onder de Coolsingel doorloopt. Daarachter ziet u het Rotterdamse WTC (in Rotterdam ook wel bekend als de Groene Theedoek) met er vlak naast het klokketorentje van het Beursgebouw. De zon was toen net onder, vandaar dat het nog schemerde.
Op de 2-e foto ziet u de Coolsingel met aan de overkant het Beursgebouw. Van de Groene Theedoek ziet op deze foto helaas niet zoveel. Maar u ziet daar wel (grotendeels) het bij foto 1 reeds genoemde smalle groene klokketorentje van het Beursgebouw. Aan de Coolsingel ziet u in de verte de toren van het stadhuis met zijn groenkoperen dak (net links van die straatlantaarn). En langs de Coolsingel zelf ziet u de vrolijk verlichte bomen staan. Helemaal links ziet u de wonderlijke sculptuur uit de jaren 50 van de kunstenaar Naum Gabo. Volledig op de voorgrond is de ingang van het ondergrondse metrostation Beurs te zien.
De 3-e foto heb ik genomen vanaf de trappen van het Beursgebouw. Helemaal rechts is tussen de zuilen door aan de overkant van de Coolsingel nog net het Ding van Naum Gabo weer te zien. Het grote standbeeld halverwege de trappen, is het beeld van Gijsbert Karel van Hogendorp. Hij kijkt hier uit over de Coolsingel, met aan de overkant het grote kantoorpand van de ABN-AmRo-bank met direct rechts daarvan de zijstraat die naar de Lijnbaan leidt en waar ik foto 1 had gemaakt. Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) was van 1787 tot 1795 stadspensionaris voor de stad Rotterdam. In november 1813 vormde hij samen met de heren Leopold van Limburg Stirum en Frans Adam van der Duyn van Maasdam een driemanschap die de zoon van de laatste stadhouder van de Republiek uitnodigde om terug te keren naar Nederland. Die zoon keerde inderdaad per schip terug en zette op 30 november 1813 voet aan land op het strand bij Scheveningen, nu 200 jaar geleden. Op 16 maart 1815 werd hij onze eerste koning van Nederland na de Franse Tijd: koning Willem I, ook wel bekend als Koning Koopman.
De 4-e foto heb ik gemaakt vanaf de kade van de Leuvehaven. Daar ziet u een antieke geelgeverfde bok in het Havenmuseum liggen, tesamen met nog vele oude museumschepen. Het is het open-lucht-deel van het Maritiem Museum in Rotterdam. In de verte op de achtergrond zijn de nieuwe iconen van de stad Rotterdam te zien: de Erasmusbrug met daar gedeeltelijk achter het spiksplinternieuwe pand van Rem Koolhaas, de Rotterdam.
Op foto 5 is dat ene icoon van Rotterdam vanaf een andere plek heel mooi gefotografeerd: de Erasmusbrug, ook wel bekend als de Zwaan, of de Harp. In de verte achter de brug is een oude icoon van Rotterdam te zien: de Euromast.
De 6-e en laatste foto heb ik gemaakt vanaf het hooggebouwde metrostation Maashaven. Van dat metrostation had ik in september 2013 al een foto gemaakt. Die kon u zien in mijn blogbericht getiteld: Kort weekje Rotterdam in september 2013, gedateerd 20 oktober 2013. Op de foto in dit huidige blogbericht kijkt u vanaf het perron uit over de Maashaven zelf, de metrobaan richting metrostation Rijnhaven, en in de verte de vele kantoortorens en woontorens van het Manhattan aan de Maas: de stad Rotterdam. En ook daar is de nieuwste icoon van Rotterdam te zien: het is de derde woon-en-kantoor-toren van links, bekend als de Rotterdam, van architect Rem Koolhaas.







maandag 25 november 2013

Dag in Schiedam

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Zoals ik in mijn vorige blogbericht (over de omgewaaide bomen in Rotterdam-Lombardijen) al vermeldde, was ik begin november weer in Rotterdam geweest. Het voordeel daarvan is dat plaatsen, dorpen en steden in de directe omgeving van Rotterdam dan makkelijk bereikbaar zijn. Bijvoorbeeld Zwijndrecht, waar ik eind april dit jaar ben geweest en waarover ik heb geblogd op 1 mei 2013 onder de titel: Lang weekend in Rotterdam. Schiedam ligt ook dicht bij Rotterdam. Beter te zeggen: het is er aan vastgegroeid. Het oude stadje met circa 76.000 inwoners is vanuit Rotterdam (circa 600.000 inwoners) dan ook makkelijk bereikbaar met de tram, de metro en de trein.

Ik reisde erheen per tram en stapte uit op de Broersvest, eigenlijk min of meer naast het historische stadje Schiedam. Sinds de Middeleeuwen was de Broersvest een vaart die oostelijk langs Schiedam liep. Rond 1870 werd die vaart gedempt en nu is het een brede straat. Het oorspronkelijke oude centrum van Schiedam ligt aan de westkant van de Broersvest. Aan de oostkant van de Broersvest ligt een in de loop der eeuwen bijgebouwde wijk van Schiedam. Dwars op de Broersvest loopt in oostelijke richting een smal langwerpig plein genaamd het Stadserf (te zien op foto 1), waar halverwege de Openbare Bibliotheek van Schiedam te vinden is (ergens links op foto 1), en waar aan het eind ervan de Lidwinabasiliek staat. Dat is een grote neogotische Rooms-Katholieke kerk gebouwd in de periode 1878-1881. Deze kerk is vernoemd naar een van de weinige Nederlandse heiligen. Deze Lidwina werd geboren in 1380 te Schiedam. In 1395 ging ze uit schaatsen met haar vriendinnen maar viel daarbij uiterst ongelukkig op het ijs en brak daarbij een rib. Ze knapte niet meer op en lag daarom tot aan haar dood in 1433 in bed. In later eeuwen is ze uitgegroeid tot de heilige der chronisch zieken. Maar pas in 1890 werd ze officieel door de paus heilig verklaard. Rond die tijd zijn haar relieken overgebracht van de Middeleeuwse Sint Janskerk naar de 19-e eeuwse Sint Lidwinakerk. In 1990 is deze kerk door paus Johannes Paulus II verheven tot basiliek. Op foto 1 ziet u het Stadserf met aan het eind de toren van de Lidwinabasiliek. Op het plein zelf werd hard gewerkt aan de opbouw van een kerstmarkt. Vandaar die witte tenten.


Schiedam kreeg in 1275 stadsrechten van tante Aleida van Holland (1228-1284). Zij had het toenmalige dorp Schiedam en omringende polders als bruidsgeschenk meegekregen bij haar huwelijk met haar echtgenoot Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen (1218-1257). Daarmee is Schiedam als stad ouder dan de stad Rotterdam (helaas), die pas in 1340 zijn stadsrechten kreeg van graaf Willem IV (die in 1345 bij Warns sneuvelde in zijn strijd tegen de Friezen). Aleida was de zus van graaf Willem II van Holland die al in 1256 bij Hoogwoud op 28-jarige leeftijd was gesneuveld in zijn strijd tegen de opstandige Westfriezen. Omdat het zoontje van Willem II nog veel te jong was (maar 2 jaar oud), werd er een regent benoemd en werd het zoontje zelf bij zijn tante Aleida in Schiedam ondergebracht. Tante Aleida voedde hem op tot hij volwassen was. Daarna werd hij tot graaf van Holland uitgeroepen. In later jaren trok hij - net als zijn vader graaf Willem II - ook op tegen de Westfriezen en versloeg hen in 1288 alsnog. Maar in 1296 werd hij ontvoerd en vermoord door zijn eigen opstandige edelen. Inderdaad, ik heb het over Floris de Vijfde, de bekendste graaf van Holland.
Noordelijk van het Stadserf, net om de hoek van het grote gele pand met de dunne zuilen (waarin het stadskantoor is gevestigd), staat een vierkante ruine van een Middeleeuws kasteel. Op foto 1 is dat helemaal links maar valt het net buiten beeld. Op foto 2 is de ruine wel te zien. Dat was in de Middeleeuwen het Huis te Riviere, of Huis te Mathenesse, waar de al eerder genoemde tante Aleida met haar eigen 7 kinderen en neefje Floris woonde. In werkelijkheid was het hele kasteelcomplex met al zijn bijgebouwen en binnenplaatsen veel groter; wat er nu staat is alleen de overgebleven donjon. In 1351 werd het kasteel voor het eerst (gedeeltelijk) verwoest aan het begin van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In 1424 werden het kasteel en het Kabeljauwse Schiedam opnieuw aangevallen en verwoest door het Hoekse leger van Willem Nagel. Nadien werd het in 1426 weer opgebouwd. In 1489 - ten tijde van de oorlog van Jonker Frans van Brederode, die Rotterdam had veroverd en vandaar uit verwoestende strooptochten in de omgeving organiseerde - werd Schiedam weer belaagd, maar deze keer mislukte de aanval, waardoor Schiedam en het kasteel aan verwoesting ontsnapte. In 1574 - aan het begin van de 80-jarige oorlog werd het kasteel voor de derde en laatste keer verwoest door de Schiedammers zelf; dit om te voorkomen dat de Spanjaarden het kasteel zouden gebruiken als uitvalsbasis. Sindsdien is de ruine zo gebleven tot op de dag van vandaag.
Naast het kasteel staat sinds 1997 het standbeeld van de bekendste bewoonster van het kasteel : tante Aleida van Holland. Dat is te zien op foto 2.



Aan het noordelijke eind van de Broersvest staat een groot pand van donkerrode bakstenen en met een fraaie rococovoorgevel uit 1761. Zie foto 3. Het is het Proveniershuis. Daar konden bejaarde mannen zich inkopen om daar de rest van hun leven door te brengen tot aan hun overlijden. Zij werden aangeduid als kostkopers of proveniers. Vandaar de naam van het pand. Tegenwoordig wonen er jongelui in.

Nadat ik de ruine en het Proveniershuis had gefotografeerd, stak ik de Broersvest over naar het pleintje genaamd Het Land van Belofte. Daar stond midden op het pleintje een grote boom met een paar banken omheen. Op een van die banken was het zwartkleurige standbeeld geplaatst van een 17-e eeuws vrolijk mannetje die een jeneverglaasje omhoog houdt en lijkt te zeggen: Proost! Het is Proosje, de mascotte van Schiedam met zijn jeneverstokerijen.
Daarna liep ik verder via de Lange Kerkstraat, het stadscentrum in. Daar passeerde ik de plek waar ooit het woonhuis van Jan van Riebeeck (1619-1677) heeft gestaan. Tegenwoordig staat daar het ABC-winkelcentrum. A staat voor Albert Heyn, B voor Blokker, en C voor C en A. Jan van Riebeeck was geboren in 1619 te Culemborg maar in 1630 met zijn ouders meeverhuisd naar Schiedam. Daar heeft hij zijn tienerjaren doorgebracht van 1630 tot 1637. In 1652 werd hij door de VOC naar Zuid-Afrika gestuurd om daar een verversingsstation met veel moestuinen, fruitbomen (o.a. sinaasappels voor tegen de scheurbuik!) en boerderijen te stichten. Dat was het begin van de Kaapkolonie, het huidige Kaapstad. Van die vroegere woning van het gezin Van Riebeeck is niets meer te zien; alleen een gedenksteen hoog in de gevel van het ABC-winkelcentrum, herinnert aan zijn verblijf in Schiedam.

Ik wandelde verder en passeerde de al eerder genoemde Grote of Sint Janskerk. Deze kerk was in 1262 gesticht door de al eerder genoemde Aleida. In 1271 werd het toen nog Rooms-Katholieke kerkgebouw ingewijd en in gebruik genomen. In 1572 vond de Reformatie plaats en werd het een Gereformeerd kerkgebouw.  Achter deze kerk, in het plantsoen achter het koor, staat sinds 1998 een standbeeld van de heilige Lidwina. Dat ziet u op foto 4. In het lichte cirkeltje ziet u het standbeeld van haar uit 1998. Eeuwenlang lag ze daar begraven, totdat haar relieken overgebracht werden naar de al eerder genoemde Sint Lidwinabasiliek (te zien op foto 1).



Daarna liep ik de Lange Kerkstraat uit en wandelde over het sfeervolle Grote Marktplein waar het stadhuis uit circa 1660 met een fraaie voorgevel staat. Sinds 1973 is het geen stadhuis meer, maar zit er een restaurant in. Dat kunt u zien op foto 5, aan de parasol op het terrasje met daaronder stoelen en tafeltjes. Al was het op dat moment bepaald geen terrassenweer.
Ik wandelde verder door het historische centrum van Schiedam totdat ik bij het sluizencomplex aan het noordelijke einde van de Lange Haven, voor de Korenbeurs stond. Het is een fraai pand uit 1792, gebouwd door Jan Giudici, een bekende architect die toen in Rotterdam woonde. De Korenbeurs heeft - zoals u op foto 6 kunt zien - een Grieks-Romeins aandoende voorgevel met zuilen en een timpaan. In die timpaan zijn twee beelden van Romeinse goden te zien: De god van de zee Neptunus met zijn drietand, en de god van de handel Mercurius met zijn staf. Als u de foto vergroot wilt bekijken, klik er dan 1 keer op. Wel vind ik het heel merkwaardig dat de Griekse godin Demeter (door de Romeinen werd ze aangeduid als Ceres) niet in de timpaan staat. Zij was de godin van de vruchtbare aarde waaruit het graan groeide. Waarom heet dit gebouw anders Korenbeurs?
Schuin tegenover de Korenbeurs staat een woning die voor Leeuwarders extra interessant is: het was de pastorie waar de in 1835 te Leeuwarden geboren depressieve dominee Francois Haverschmidt van 1864 tot zijn zelfmoord in 1894 woonde. Dat pand ziet u op foto 7. Hij was ook bekend als dichter (snikken en grimlachjes) onder zijn pseudoniem Piet Paaltjens. Ik wandelde verder langs de Lange Haven (zo heet deze gracht) en maakte de prachtigste sfeerfoto's van de gracht met erlangs de bomen en panden die zeer fraai in het windstille water weerspiegelden, zoals te zien is op foto 8.




Halverwege de Lange Haven stond de Havenkerk zich spectaculair te spiegelen in het windstille water van de Lange Haven. Het is een fraaie Rooms-Katholieke kerk uit 1824 met een portaal met ervoor Dorische zuilen. Nadat ik er verscheidene foto's - waaronder foto 8 - van had gemaakt, liep ik er naar binnen. In 1967 werd de kerk gesloten voor de Rooms-Katholieke eredienst wegens gebrek aan gelovigen. Het was toen de tijd van de secularisatie. Vandaar. Nadien trok dominee Johan Maasbach er in met zijn Wereldzending. Dat trok toch weer vele gelovigen. Merkwaardig eigenlijk. Later is de Havenkerk leeg komen te staan, maar momenteel is het gebouw in gebruik als tentoonstellingszaal. Op het moment dat ik er was, was er een fototentoonstelling. Voor de rest was de kerk helemaal onaangeroerd gebleven zodat ik ook kon genieten van alle achtergebleven Rooms-Katholieke pracht en praal.
Naast de Havenkerk staat een ander interessant pand: het Jenevermuseum (ook te zien op foto 8), gevestigd in een voormalige jeneverstokerij, ooit genaamd: de gekroonde brandersketel. Daar had ik grote belangstelling voor. Mocht u het nu denken? Neen, ik ben helemaal geen drinkebroer. Dit is de werkelijke reden: ik heb in mijn kwartierstaat tussen mijn voorouders namelijk een aantal Duitsers zitten die in de 18-e eeuw als gastarbeider naar Holland waren gekomen en in Schiedam in de jeneverstokerijen hadden gewerkt. Vandaar mijn interesse. Ik ging naar binnen en bekeek het hele museum. Op de begane grond, in een zaal naast de ingang was een nieuwe jeneverstokerij ingericht. Het is een van de weinige jeneverstokerijen die in Schiedam zijn overgebleven. Schiedam heeft er in de 18-e en 19-e eeuw vele tientallen, tegen de honderden gehad. Op de volgende etages waren voorwerpen te zien die te maken hadden met het jenever stoken. Op de zolderetage stonden rekken vol met honderden kleine jeneverflesjes uit de gehele wereld uitgestald. Verder hingen er diverse reclameposters van bekende jenevermerken, zoals Hartevelt, Florijn (ha fijn, ha fijn, een borrel van Florijn), Daalmeijer, Witkampf, Melchers, Kabouter (drink louter Kabouter!), Rijnbende, Wenneker, Nolet, en nog vele anderen. En daar stond ook een kleurig beeld van de al eerder genoemde vrolijke drinkebroer Proosje.


Nadat ik uitgekeken was in het Jenevermuseum, wandelde ik weer door het centrum naar het restaurant in het voormalige stadhuis, wat ik al eerder had genoemd en dat u kunt zien op foto 5. Daar genoot ik van een kop koffie met gebak.
Nadat ik had afgerekend, maakte ik weer een wandeling door het historische centrum van Schiedam. Nu liep ik langs de windmolens waar Schiedam ook zeer bekend om is. Ooit stonden er rond de 20 windmolens waar het graan (dat verhandeld werd in de eerder genoemde korenbeurs uit 1792) werd gemalen. Het meel werd gebruikt in de stokerijen om er jenever van te maken. Nu staan er 7 grote hoge windmolens in Schiedam. Het zijn met 40 a 43 meter de hoogste windmolens ter wereld. Waarom ze zo hoog zijn? Ze moesten hoog boven de bebouwing van de stad Schiedam uitsteken om de wind te kunnen vangen. Een van die 7 molens ziet u op foto 9. Het is de Walvisch, die in 1996 helaas afgebrand is, maar nadien zorgvuldig herbouwd is en sinds 2002 weer graan maalt voor de overgebleven jeneverstokerijen in Schiedam. Op de begane grond is een winkel ingericht waar meelproducten worden verkocht. Toen ik er langs liep was die helaas al gesloten.
Tot slot wandelde ik naar het nabijgelegen metrostation Parkweg en stapte daar in de metro richting Pernis en Tussenwater. Inderdaad. Die metro reed onder de Nieuwe Maas door naar de zuidoever, waar ik op het station Tussenwater overstapte op de metro naar station Maashaven. Daar aangekomen stapte ik over op tramlijn 2 naar huis.

donderdag 14 november 2013

Ook stormschade in Rotterdam

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Afgelopen week ben ik een kort weekje in Rotterdam geweest. Ook daar had de storm gewoed. Niet alleen in Leeuwarden, waar ik op 1 november 2013 al over had geblogd onder de titel: Zware storm over Nederland (het blogbericht hier direct onder). Op de site van RTV-Rijnmond vond ik een foto van een omgewaaide boom op de Beyerlandselaan. Dat is foto 1, die ik dus van de RTV-Rijnmond-site heb gedownload. Die boom is dwars over de volle breedte van de Beyerlandselaan gevallen en heeft dus niet alleen de hele Beyerlandselaan voor het autoverkeer geblokkeerd, maar ook de bovenleiding voor de tram meegenomen in zijn val. Toen ik vorige week in Rotterdam was, zag ik dat die boom al volledig was verwijderd, inclusief de wortels, en dat er een paar hekken over het gat waren gelegd. Wel curieus, want daar had ik eind september nog gewandeld. Daarover had ik nog verteld in mijn blogbericht van 20 oktober 2013 onder de titel: Kort weekje Rotterdam in september 2013. Een paar honderd meter naar links (vanuit het gezichtspunt van de fotograaf) staat het Colosseumblok, dat ik eveneens vermeldde in mijn blogbericht van 20 oktober 2013.


In de wijk waar mijn ouders hun tweede huisje hebben, en waar ik dus die week verbleef, waren ook enkele bomen omgewaaid. Dat ziet u op foto 2 en 3. Dat er ondanks het slechte weer toch wel een aardige en kleurrijke herfstfoto te maken viel, kunt u zien op foto 4. Al valt die toch wel in het niet bij de echt spectaculaire herfstfoto's van Gert-Jan Hermus in verscheidene van zijn blogberichten in november 2013 op zijn eigen blogsite.
In de week dat ik in Rotterdam verbleef, heeft het erg veel geregend. Veel te veel; het was gewoon niet leuk meer. Op een ochtend maakte ik er een foto van. Dat is foto 5. Als u de foto zo bekijkt, met de weerspiegeling van die bomen in het stilstaande water, doet het mij een beetje denken aan een minder bekende gravure van Maurits Escher.







vrijdag 1 november 2013

Zware storm over Nederland

Hallo blogvolgers,

Jullie hebben het ongetwijfeld ook gemerkt: afgelopen maandag 28 oktober 2013 trok er een zware storm over Nederland. Over het algemeen had deze storm windkracht 11. In het waddengebied bereikte die zelfs windkracht 12, oftewel orkaankracht. Zo'n zware storm raast niet vaak over Nederland. Algemeen werd er in de pers verwezen naar eerdere stormen, onder andere die van november 1972 en januari 1990 die net zo zwaar waren als deze van 28 oktober 2013, en die indertijd eveneens in het hele land voor veel schade en honderden ontwortelde bomen had gezorgd. Net als nu.

Overigens zijn er nog meer verwoestende stormen geweest, zoals de storm van 24 april 1973, waardoor het bekende schip van de toen nog illegale zeezender Radio Veronica strandde op het strand bij Scheveningen. Ik herinner me nog dat ik toen samen met mijn oma vanuit Rotterdam naar Scheveningen ben gereisd en dat we het gestrande schip aan de andere kant van de toegang tot de Scheveningse haven op het strand hebben zien liggen. Ik herinner me vooral de zendmasten van het gestrande schip die boven de strekdammen uitstaken.

Voor Leeuwarden is de storm van 2 januari 1976 zeer gedenkwaardig. Want toen waaide tijdens een zware storm op die dag de toren van de Bonifatiuskerk om. De kerk met toren was in 1882 ontworpen en in 1884 gebouwd door de bekende Rooms-Katholieke architect uit Roermond Pierre Cuypers (1827-1921). De torenspits brak in 1976 als gevolg van de toen over de stad razende storm af en stortte neer op een naastgelegen pand. Gelukkig is daar niemand bij omgekomen. Ik herinner me wel dat nadien op de stenen onderbouw van de toren een vierkante koker van steigers bekleed met reclameborden heeft gestaan. Binnen die koker werd de torenspits zorgvuldig herbouwd.
Daarom ziet u op de laatste foto hier onder dit blogbericht geen stormschade. Ik heb deze foto van de Bonifatiustoren na de storm gemaakt. Zoals u ziet: de toren is niet opnieuw omgevallen en staat nog fier overeind. Maar op de grond stonden er wel hekken rond de toren, alsof men bang was dat er als gevolg van de storm toch iets naar beneden zou kunnen vallen.

Zelf herinner ik me nog een andere storm uit oktober 1980. Ik ging toen samen met mijn ouders en broers op vakantie naar Yorkshire, Engeland. We staken 's avonds met de Norland van de North Sea Ferries vanuit de Maasvlakte de Noordzee over naar Kingston upon Hull (over het algemeen aangeduid als Hull), waar we de volgende ochtend met 3 uur vertraging aankwamen. Op de Noordzee woedde toen een storm met windkracht 9. Weliswaar was dat geen orkaankracht, maar zelden heb ik toen zo'n spectaculaire overtocht gemaakt. Ik heb ervan genoten. Toen we een week later naar huis terugkeerden, vond ik het zelfs saai. Zo rustig was de Noordzee toen.

Terug naar de zware storm van 28 oktober 2013. Vrijwel direct nadat de storm was overgetrokken, ben ik erop uit gegaan en heb ik in de wijk rondgefietst om foto's te maken van de omgevallen bomen en afgebroken takken. Overigens was ik bepaald niet de enige; er waren nog meer mensen aan de wandel gegaan met hun camera. Hieronder volgt een selectie uit de tientallen foto's die ik gedurende de 3 dagen na de storm heb gemaakt in Leeuwarden.









zondag 27 oktober 2013

Gerard ter Borgh, schilder uit Zwolle

Hallo ge-interesseerde blogvolgers,

Begin september ben ik samen met mijn vriend uit Groningen op de Open Monumenten Dag in Zwolle geweest. Daar heb ik op 4 oktober 2013 over geblogd. Daarin vertelde ik al dat ik in de Grote of Sint Michaelskerk de grafsteen van de bekende 17-e eeuwse schilder Gerard ter Borgh had gezien en gefotografeerd. Als u zijn grafsteen ook wilt zien, moet u na binnenkomst in de Grote Kerk via het portaal, direct naar links gaan. Daar ziet u het rechtopstaand in de muur ingemetseld. Dat kunt u zien op foto 1 en 2 in dit blogbericht. Gerard ter Borgh was een van de zeer vele schilders uit de Gouden Eeuw van de toenmalige Republiek der 7 Provincien. Hij stamde uit een Zwolse schildersfamilie en leefde van december 1617 tot december 1681.
Het gezin Ter Borgh woonde in een fraai pand in de Sassenstraat, gelegen achter het koor van de Grote of Sint Michaelskerk. Dat pand kunt u zien op foto 3. Op het linker raam in de gevel van het pand is een tekst te lezen over de familie Ter Borgh die er gewoond heeft. Hij leerde het schildersvak van zijn vader (een hoge ambtenaar in het toenmalige stadsbestuur), evenals zijn broers Moses en Herman en zijn zus Gesina. Met zijn broer Moses ter Borgh is het niet goed afgelopen. Hij trad in dienst bij de Hollandse marine en kwam in 1667 om, gedurende de Tweede Engelse oorlog, tijdens de beroemde en succesvolle Tocht naar Chatham.




Gerard ter Borgh heeft vele schilderijen gemaakt. Maar wat mij betreft is er in ieder geval 1 schilderij van hem van zeer groot nationaal belang: de vredesconferentie tussen Holland en Spanje te Munster in 1648. Dat ziet u hier onder op afbeelding 4. Die heb ik overgenomen uit de Wikipedia; daarin vindt u meer informatie over de Vrede van Munster. Op het schilderij zelf staan alle onderhandelaars uit Spanje en Nederland bij elkaar rond een tafel gedekt met een donkergroen tafellaken met daarop twee kistjes waarin de documenten van het Vredesverdrag tussen Holland (eigenlijk: de Republiek) en Spanje worden bewaard. Met dat vredesverdrag kwam er een eind aan de 80-jarige oorlog tussen de opstandige Nederlandse gewesten en provincies enerzijds en Spanje anderzijds. Daarmee werd tevens Nederland erkend als zelfstandig en soeverein land, dat hiermee onafhankelijk werd van Spanje, en tevens afgescheiden werd van het Duitse Reich. Met dit schilderij fungeerde Gerard ter Borgh meer als een 17-e eeuws soort fotojournalist dan als een kunstschilder. Dat is een tegenwoordig volstrekt vergeten maar belangrijk detail dat toen voor vrijwel alle schilders gold. Ze waren toen niet zozeer kunstzinnige schilders, als wel ambachtelijk zeer doorkneed in het zo levensecht afbeelden van personen, gebeurtenissen, landschappen en dergelijke. De fotografie werd pas rond 1840 uitgevonden. Pas daarna konden schilders zich heel creatief kunstzinnig op het witte doek uitleven en uitgroeien tot kunstschilders volgens de definitie zoals die tegenwoordig wordt gehanteerd.


Overigens: Hitler en de zijnen vonden dat vredesverdrag van Munster uit 1648 een historische fout en wilden dat in mei 1940 terugdraaien door Nederland onder het motto "Heim ins Reich"  weer aan het Duitse Reich toe te voegen. Ze zagen ons Nederlanders zelfs als een Germaans broedervolk. Vandaar dat Nederland een zeer licht bezettingsregiem kreeg opgelegd. Pas in later jaren werd dat steeds drukkender met als dieptepunt de Hongerwinter. De Nazi's hebben indertijd niet willen begrijpen dat die koppige Nederlanders dat vredesverdrag uit 1648 helemaal niet als een fout zagen en volstrekt niet gediend waren van de Duitse aanwezigheid gedurende de periode 1940-1945.

Dat de Nederlandse opstanden in 1566 (beter bekend als de Beeldenstorm) en in 1572 (toen de Watergeuzen Den Briel veroverden, waarna de ene stad na de andere stad overging van Spaans naar Staats) uiteindelijk zou uitlopen op een 80 jaar lang durende oorlog, had niemand toendertijd voorzien. Wel sloten de opstandige gewesten in 1579 een verdrag in Utrecht waarin ze onderling gezamenlijk afspraken maakten over verdediging, bestuur, financien en geloof. Dat is bekend geworden als de Unie van Utrecht. In 1979 is dat feit op de toenmalige rijksdaalders herdacht. In 1979 waren het reguliere betalingsmiddelen, maar nu - na de invoering van de Euro-munt in 2002 - vind je dergelijke munten alleen nog in muntenverzamelingen. In 1581 vond de daadwerkelijke onafhankelijkheidsverklaring van de opstandige Nederlandse gewesten plaats met het Placcaet van Verlatinghe. Pas met de Vrede van Munster in 1648 erkende Spanje eindelijk die onafhankelijkheid. Deze 3 documenten tesamen zou je kunnen zien als de geboorteakte van het huidige Nederland.
Ik vind het zeer merkwaardig dat dit alles zo ontzettend weinig aandacht krijgt in Nederland. Alleen in 1998 werd er landelijk enige aandacht aan geschonken omdat het toen precies 350 jaar geleden was. In Duitsland ook, maar dat had te maken met het feit dat in 1648 in Osnabruck een vredesverdrag werd getekend waarbij de 30-jarige oorlog die van 1618 tot 1648 in Duitsland woedde, werd be-eindigd. Beide vredesverdragen (Osnabruck en Munster) staan in Duitsland bekend als de Westfaalse vredesverdragen.
En er was ook een verschil tussen de partners die de beide vredesverdragen tekenden. In het geval van de Vrede van Munster was er duidelijk sprake van een winnaar (Holland, eigenlijk: de Republiek) en een verliezer (Spanje), terwijl er in het geval van de Vrede van Osnabruck er alleen maar verliezers waren (de honderden Duitse ministaatjes, maar vooral de Duitse Keizer) en nauwelijks winnaars. Maar tientallen jaren later bleek wie de echte winnaar was: koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Hij zag zijn kans schoon om te intrigeren in het Duitse Reich en al die Duitse ministaatjes tegen elkaar uit te spelen en zo zijn Franse grondgebied stukje bij beetje uit te breiden (Elzass-Lotharingen!), tot dat er diverse oorlogen van kwamen, zoals onder andere in 1672 (ons rampjaar) en uiteindelijk de Spaanse successie-oorlog (1701-1713). Daarover heb ik al eerder geblogd, namelijk op 4 september 2013 onder de titel: Opnieuw Utrecht, tentoonstelling over de Vrede van Utrecht 1713.

zondag 20 oktober 2013

Kort weekje Rotterdam in september 2013

Hallo bloglezers,

Eind september ben ik weer eens een kort weekje naar Rotterdam geweest. In april eerder dit jaar was ik ook al een lang weekend in Rotterdam geweest. Daarover heb ik geblogd op 1 mei 2013. Waarom ik in september weer naar Rotterdam ging? Op 26 september werd in de wijk Rotterdam-IJsselmonde, achter het winkelcentrum Keizerswaard een Historische Markt gehouden, georganiseerd door verschillende plaatselijke historische verenigingen en de plaatselijke afdeling van de landelijke NGV (= Nederlandse Genealogische Vereniging). Op foto 1 in dit rijk ge-illustreerde blogbericht ziet u de kraampjes van die Historische Markt. Daar heb ik veel interessante boeken gekocht over Rotterdam-Zuid, Charlois, en de dorpen IJsselmonde en Ridderkerk. Verder ontmoette ik daar geheel toevallig iemand die in de verte familie aan mijn moederskant bleek te zijn. Dat leidde dus tot een enthousiast gesprek. Bij nadere beschouwing vond ik deze markt wel wat aan de kleine kant. Voor zover ik dergelijke historische en genealogische markten in Leeuwarden en elders in het noorden van Nederland heb meegemaakt, die in samenwerking met plaatselijke archieven en historische verenigingen en de plaatselijke afdelingen van de NGV (Fries, Gronings of Drents) waren georganiseerd, waren die veel groter van opzet en stonden er veel meer kramen en stands dan op deze Historische Markt in Rotterdam-IJsselmonde. Maar dat verder terzijde. Toen ik een week later weer thuisgekomen was, heb ik een aantal van die gekochte boeken aan mijn ouders te lezen gegeven. Zij vonden het prachtig. Voor hen stonden die boeken vol met foto's van bekende plekken, die zij nog uit hun jeugd kenden. Voor mij trouwens ook.


Na afloop van de Historische Markt heb ik nog een rit per tram naar Charlois gemaakt. Om precies te zijn: naar de Boergoense Vliet. Daar staat de Bethelkerk, die u hieronder ziet op foto 2, en waar mijn moeder in de jaren 40 en 50 vaak heeft gekerkt. Curieus is dat deze kerk is gebouwd door de architect Tjeerd Kuipers, de overgrootvader van mijn vriend met wie ik kort hiervoor in Zwolle op de Open Monumenten Dag (zie hier direct onder dit blogbericht , blogdatum: 4 oktober 2013) ben geweest. Daar staat hij op de foto die ik in Zwolle in de Waalse Kerk heb gemaakt.
Terug naar Rotterdam-Charlois: Vervolgens liep ik de Frans Bekkersstraat in. Daar zijn in de jaren 30 en 70 archeologische opgravingen geweest naar de fundamenten van een Middeleeuwse donjon die daar voor 1373 heeft gestaan. Om de plek aan te geven waar die vierkante woontoren tot aan de overstroming van de Riederwaard in 1373 heeft gestaan, is met afwijkend formaat en anders gekleurde stenen in het wegdek een groot vierkant in het wegdek gelegd, wat te zien is op foto 3.



De dag daarna nam ik de tram naar de noordoever. Daar bezocht ik het Belastingmuseum. Nooit leuk om te moeten betalen, maar wel interessant om de geschiedenis rond dit onderwerp te bekijken. Ook omdat rond 1566-1572 de beruchte Spaanse landvoogd Alva een aantal nieuwe belastingmaatregelen probeerde in te voeren in de Nederlanden. Daarin faalde de Spaanse onderdrukker volledig. De Vlamingen, Brabanders en Hollanders saboteerden die belastingplannen zo grondig dat er niets van de invoering terecht kwam. Bovendien was het een van de redenen (naast de godsdienstige en bestuurlijke redenen) waardoor de opstand uitbrak en uiteindelijk tot de 80-jarige oorlog leidde. Dat werd uitgelegd en getoond in een paar vitrines met oude munten, documenten en schilderijen.
Op de zolderetage was een tijdelijke tentoonstelling ingericht met kleding, smokkelkleding om precies te zijn. Ik vond het heel opvallend dat dat vooral veel dameskleding was. Dat waren zeker  kleren van zeer fatsoenlijk geklede dames die niet gediend waren van handtastelijk gefouilleer. Jaja. Anders hadden die douaniers al die verborgen zakjes op al die onderkleding kunnen vinden.
In een andere zaal in een andere vitrine waren fietsplaatjes tentoongesteld. Van 1924 tot 1941 moest men in Nederland belasting voor zijn fiets betalen. De regering beschouwde zo'n vervoermiddel namelijk als luxe. Jaja. Maak dat al die arbeiders maar eens duidelijk, die per fiets door weer en wind naar hun werk gingen. Bovendien hakte deze belasting diep in in het inkomen van al die laagbetaalde arbeiders. Geen wonder dat het een zeer gehate belasting was. Ik zag in diezelfde vitrine ook een fietsplaatje in een leren etui, zoals te zien is op foto 4. Die kon je zo aan je stuur hangen. Dat stond indertijd bekend als de Colijnsorde, genoemd naar de gehate minister Hendrikus Colijn die deze niet minder gehate belasting had ingevoerd. Zoals u ook op foto 4 ziet, was dit fietsplaatje (let op het gaatje!) van een werkloze. En als je in de jaren 30 werkloos was, werd je daar heel lelijk op aangekeken; alsof het je eigen schuld was dat je werkloos was geworden en het dus niet aan de toenmalige crisis van de jaren 30 lag. En de toenmalige werklozenuitkering werd door de toenmalige overheid gezien als een gunst waar je dankbaar voor moest zijn, ook al verrekte je van de armoede. Het was beslist geen recht, zoals tegenwoordig. Dank zij de Duitse bezetter is die fietsbelasting in 1941 afgeschaft. Hadden die Duitsers toch nog iets goeds gedaan.


Voorafgaand aan mijn bezoek aan het Belastingmuseum wandelde ik eerst rond de Veerhaven naar de Maaskade waar ik genoot van het weidse uitzicht over de rivier de Nieuwe Maas en de Wilhelminakade aan de overkant. Daar maakte ik foto 5. Daar aan de overkant staat nog altijd het kantoorgebouw van de HAL (= Holland Amerika Lijn) met zijn groene torentjes, waar nu Hotel New York in zit. Verderop lag aan de Wilhelminakade een reusachtig groot hoekig passagiersschip, namelijk de Crown Princess, geregistreerd in de plaats Hamilton, de hoofdstad van het eiland Bermuda. Dit cruiseschip is in 2006 in de vaart gekomen.  Het is 290 meter lang en heeft een capaciteit voor circa 3080 passagiers. Ik vind het geen mooi schip; veel te hoekig. Daarnaast is het - gezien het grote aantal passagiers - net een drijvende stad. Over dat onderwerp heb ik enkele jaren geleden al eens geblogd op 16 april 2010 onder de titel: passagiersschip als een drijvende stad.
Tot in de jaren 60 van de vorige eeuw vertrokken van de Wilhelminakade de emigrantenschepen naar Amerika en sinds de jaren 70 de cruiseschepen - zoals o.a. de Nieuw Amsterdam en de Rotterdam - voor toeristische vaartochten langs de landen rond de Noordzee.


Na mijn bezoek aan het Belastingmuseum reisde ik per tram en metro naar Delfshaven. Maar daar bezocht ik niet het zeer bekende historische deel aan de zuidkant van de Schiedamseweg, maar de saaie woonwijk aan de noordkant. Nadat ik een paar straten was doorgelopen, kwam ik uit op een marktplein waar typische jaren-50 flats omheen stonden. Verderop lag een park waar een stuk of wat mensen (verreweg de meesten allochtonen) wandelden en waar veel kinderen in de speelplaats midden in het park speelden. Maar dat had mijn interesse ook niet. Ik was ge-interesseerd in het monument direct bij de ingang van het park, wat u ziet op foto 6. Daar lagen een paar grote verroeste cijfers in 3 hoopjes bij elkaar gegooid: 31-3-1943. Inderdaad: de oorlog is niet ver weg in Rotterdam. Hier had de woonwijk gestaan die op 31 maart 1943 werd gebombardeerd door Amerikaanse bommenwerpers, en dat nadien bekend werd als het Vergeten Bombardement. Eigenlijk waren de bommen voor het havengebied verderop tussen Rotterdam-Delfshaven en Schiedam bedoeld, maar de bommenwerpers lieten de bommen net te laat los, waardoor ze op de woonwijk vielen. Gevolg: rond 325 doden en circa 400 gewonden en ongeveer 16.500 daklozen. Alsof Rotterdam nog niet vaak genoeg was gebombardeerd. De Duitsers wisten wel raad met zo'n Geallieerde blunder. Die hingen overal posters op vol vallende bommen met daarbij de tekst: Van je vrienden moet je het maar hebben! Vandaar dat er een aantal naoorlogse flats uit de jaren 50 rond dat marktplein staan. En vandaar de naam van dat park: Park 1943.


Daarna stapte ik weer in op de metro en maakte een enorme rit via Schiedam, Pernis, Rhoon en Zuidplein naar het metrostation Maashaven. Dat is het hoogste metrostation van het hele metronetwerk van Rotterdam. Overigens valt het in het niet bij de reusachtige graansilo ernaast, zoals u kunt zien op foto 7. Vandaar wandelde ik over de Putselaan naar het Afrikaanderplein. Daar is de bekende voetbalclub Feyenoord in 1908 begonnen. Onderweg passeerde ik op de Putselaan de Oranjeschool waar mijn vader als kind op heeft gezeten. Bij het Afrikaanderplein aangekomen nam ik de tram terug.



De volgende dag stapte ik op de bus en reed weer naar het winkelcentrum Keizerswaard (waar ik hierboven al over vertelde in verband met die Historische Markt). Nadat ik daar was uitgestapt wandelde ik door de woonwijken naar het oude dorp IJsselmonde, gelegen aan de dijk langs de rivier. Ik genoot van het uitzicht op de rivier, de overkant, en de Van Brienenoordbrug en maakte veel foto's van het weidse panorama. Op foto 8 hierboven ziet u de enorme boog van de Brienenoordbrug, met daar onderdoor in de verte de kantoortorens in het centrum van Rotterdam. Daarna liep ik het dorp in, naar de Adriaen Janszkerk. Dat is een oude laat-Middeleeuwse kerk die in 1467 tot parochiekerk is verheven en die sinds de jaren 1970 de naam draagt van de laatste Katholieke pastoor die rond 1567 tevens de eerste Protestantse dominee in IJsselmonde was geworden. Omdat hij steeds meer was opgeschoven van Katholiek naar Protestants, werd hij in 1567 gearresteerd door de Spanjaarden en in 1570 na een proces ter dood veroordeeld. Adriaen Jansz werd tesamen met 3 andere pastoors in Den Haag eerst gewurgd aan de worgpaal waarna hun lijken werden verbrand. Terug naar het heden. Ik liep om het kerkgebouw heen en fotografeerde het aan de buitenkant. Op foto 9 hieronder ziet u de kerk vanuit het oosten met uitzicht op het koor. Direct westelijk van deze kerk heeft tot 1901 het kasteel van IJsselmonde gestaan. In 1901 heeft de laatste kasteelheer Cornelis Johan Adriaan Bichon het kasteel laten slopen na een gewonnen rechtszaak, waarna hij IJsselmonde verliet om nooit meer terug te keren. Helemaal rechts van de kerk op foto 9 hieronder, tussen de boomstammetjes door, hebt u uitzicht op de met gras begroeide helling van een dijkweg. Ongeveer daar heeft het kasteel van IJsselmonde gestaan. Mijn vader herinnert zich dat hij als kind de fundamenten van het gesloopte kasteel nog heeft gezien. Bij dat kasteel hoorde ook een grote tuin. Die werd in de jaren 30 en 40 door de familie Van Oorschot (mijn overgrootouders) gepacht. Op foto 9 is dat links op de foto, ongeveer daar waar de bomen en struiken nu staan. Het was een grote langwerpige lap grond waarop groenten en fruit werden gekweekt. Daar werkte een oom van mijn vader. Mijn vader zelf kwam graag spelen in die tuin in het dorp IJsselmonde. Daar heeft hij mij jaren later vaak over verteld. Dat heeft mij zo nieuwsgierig gemaakt dat ik de plek waar die tuin heeft gelegen, wilde zien. Maar daar is tegenwoordig helemaal niets meer van te zien; er staat sinds de jaren 60 wat groen (zie foto 9) en een woonwijk (wat op foto 9 net niet te zien is) op dat stukje grond.
Nadat ik alles rond de kerk had bekeken, wandelde ik door de Benedenstraat (natuurlijk gelegen onder aan de dijk) in oostelijke richting, totdat ik in de nieuwe woonwijk Beverwaard terecht kwam.



In de Beverwaard stapte ik in op de tram en reed naar het noordelijke eind van de Beyerlandselaan. Daar staat sinds 2010 de grote Essalam moskee (= Vredesmoskee) met 2 minaretten (van 50 meter hoogte). Dat gebouw ziet u op foto 10 hierboven. De bouw van deze moskee begon in 2003 en verliep wel erg langzaam, zozeer dat het zo nu en dan het landelijke nieuws haalde. In 2010 werd de moskee voltooid en in gebruik genomen. Het is de grootste moskee van Nederland. Er leven nu eenmaal veel Turken en Marokkanen in Rotterdam. Niet alleen in Delfshaven maar ook op Zuid. Hun voorouders waren in de jaren 1960 door het Nederlandse bedrijfsleven naar Nederland gehaald als goedkope gastarbeider. Later mochten ze van de Nederlandse overheid hun vrouw en kinderen ook naar Nederland laten overkomen. Hun kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn hier in Nederland geboren en hebben daardoor weinig meer met hun land van herkomst. Hun aanwezigheid was ook te zien aan de winkels op de Beyerlandselaan. Daar waren opvallend veel winkels met buitenlandse namen, gerund door allochtonen, onder andere opvallend veel winkels in trouwkleding. Halverwege de Beyerlandselaan maakte ik foto 11 (hieronder) van het Colosseum-blok. Ik herinner me dat daar tot in de jaren 1970 een bioscoop zat, genaamd Colosseum. Nadien is die gesloten. Tegenwoordig zit er een meubel-tapijtenzaak in. Je ziet het grote zwarte bord met witte letters (tekst: MMZ wonen) boven de ingang, al staat er op foto 11 helaas net een lantaarnpaal voor. Op diezelfde foto ziet u midden op de Beyerlandselaan ook masten met de bovenleiding voor de tram. Sinds circa 15 jaren rijdt er weer een tram over de Beyerlandselaan, net als vroeger. Al is het nu een electrische tram, terwijl het tot circa 1965 een stoomtram van de RTM was geweest die naar het omringende platteland zuidelijk van Rotterdam en verder naar de Zuid-Hollandse eilanden reed. In het verlengde van de Beyerlandselaan ligt de Groene Hilledijk. Daar heb ik zeer veel voetstappen liggen uit de tijd dat ik als kind elk jaar bij mijn grootouders logeerde, gedurende de jaren 60, 70 en 80. Mijn grootouders woonden in een flat aan de Groene Hilledijk en keken uit op de Daniel de Hoedkliniek. Niet direct het meest vrolijke uitzicht; het is een ziekenhuis voor kankerpatienten. Verderop, bij het Zuiderziekenhuis, helemaal aan het eind van de Groene Hilledijk stapte ik op de bus terug naar huis.



Nadat ik was uitgerust van de lange wandeling, ging ik er weer op uit. Nu nam ik de tram naar het Wilhelminaplein. Vandaar wandelde ik onder het Poortgebouw (uit 1879) door naar het entrepot "de 5 werelddeelen". Dat is een historisch pakhuis uit 1876, met bijbehorende entrepothaven (voltooid in 1878) en havenkranen. Het was gebouwd dank zij de investeringen van de roemruchte speculant Lodewijk Pincoffs (1827-1911), die in het net hierboven genoemde Poortgebouw zijn directiekantoor had. Dank zij zijn voorstellen had de stad na 1870 de sprong over de rivier de Nieuwe Maas naar Zuid gemaakt en waren er haventerreinen op de zuidoever aangelegd en pakhuizen gebouwd. Naast het pakhuis "de 5 werelddeelen" staat zijn standbeeld, dat u ziet op foto 12. Maar Lodewijk Pincoffs kijkt een beetje betrapt. En daar is alle reden toe. Toen in 1879 zijn financiele imperium vanwege een economische crisis instortte, vluchtte hij per trein naar Antwerpen en vandaar per emigrantenschip naar Amerika. Voor de Rotterdammers die met de puinhopen bleven zitten, was het buitengewoon onaangenaam.  Maar de wethouder voor Havenzaken Gerrit Jan de Jongh (1845-1917) kocht de haventerreinen en pakhuizen en haveninstallaties voor een prikkie op en bouwde de boel verder uit en liet nog meer havens uitgraven (o.m. de Rijnhaven, de Maashaven en de Waalhaven). Daarna groeide Rotterdam in zo'n 80 jaar tijd definitief uit tot de grootste havenstad ter wereld. Nadat ik zijn standbeeld had gefotografeerd (zie foto 12), wandelde ik rond het pakhuis naar de Rosestraat toe. Aan die kant van het voormalige pakhuis kon je via een grote brede ingangspartij naar binnen. Er zitten tegenwoordig allemaal restaurantjes, kleine winkeltjes en een grote buurtsuper in.
Naast het pakhuis stond aan de Rosestraat ook het voormalige stationsgebouw van de RTM. Dat beketekent officieel Rotterdamsche Tramweg Maatschappij, maar sommige Rotterdammers maakten daar vroeger al van: Rot-ezeltje Trek Maar. Van hier vertrokken de eerder genoemde stoomtrams door de Rosestraat, de Beyerlandselaan en de Groene Hilledijk naar de rest van het eiland IJsselmonde, en naar de andere Zuid-Hollandse eilanden. Mijn vader herinnert zich die tram nog heel goed. En ook mijn opa heeft mij daar indertijd regelmatig over verteld. Natuurlijk maakte ik van dat pand ook foto's, waaronder de hier onder staande foto 13. Daarna wandelde ik terug naar de RET-tramhalte op het Wilhelminaplein en reisde terug.


De volgende dag stapte ik op het NS-station Rotterdam-Lombardijen op de trein terug naar huis, naar Leeuwarden.