maandag 17 maart 2014

Bevrijdingsoffensief over Rotterdam op 31 maart 1943

Inderdaad blogvolgers, het is een wel zeer cynische titel van dit blogstukje, maar komende 31 maart zal er in Rotterdam aandacht worden geschonken aan de dramatische gebeurtenis die op 31 maart 1943 plaatsvond. Dat betrof een Amerikaans bombardement op de woonwijken van het Oude Westen van Rotterdam, tegenwoordig bekend als het Vergeten Bombardement. Daarbij vielen circa 400 doden en waren er rond 16.500 daklozen. Op de zwartwit-foto ziet u het resultaat van dit "bevrijdings"-offensief. Dat dit Geallieerde bombardement op zo'n drama was uitgelopen was te wijten aan verschillende factoren en omstandigheden. De belangrijkste was het weer. Er stond een stevige wind die de vallende bommen in de verkeerde richting dreef. Ze hadden op de meer westelijk gelegen scheepswerf van Wilton-Feyenoord (bij Schiedam) en op de oostelijk daarvan gelegen Merwedehaven moeten vallen. Over dit bombardement had ik al eerder iets verteld in mijn blogstukje van 20 oktober 2013 onder de titel Kort weekje in Rotterdam in september 2013.



De Duitse propaganda maakte van deze geallieerde misser natuurlijk enthousiast gebruik door de Geallieerden weg te zetten als oorlogsmisdadigers die geen enkel ontzag hadden voor onschuldige burgers en daarom woonwijken bombardeerden. Daarom verschenen overal in de stad en de rest van het land posters zoals de hieronder afgebeelde, zeer "sentimentele" poster van dat jochie en zijn moeder die geen antwoord kan geven omdat ze ligt dood te bloeden onder het puin. Veel Rotterdammers zullen dat Duitse propaganda-offensief in april 1943 ongetwijfeld zeer hypocriet hebben gevonden want zij herinnerden zich nog heel goed het Duitse bombardement van 3 jaar eerder, dat van 14 mei 1940. Dat was zeker bedoeld om de niet-aanwezige Engelse militairen uit Nederland te verjagen. Jaja.


Aan dit bombardement zat een voorgeschiedenis vast die niet erg bekend is. Op 14 en 15 januari 1943 vond een conferentie plaats in Casablanca. Daar waren prime minister Churchill en president Roosevelt bijeen gekomen met hun generaals om de militaire acties voor de rest van 1943 te bespreken en beslissingen daarover te nemen. Stalin kon niet komen omdat de slag om Stalingrad nog gaande was. Daarover heb ik kort geleden nog geblogd op 5 januari 2014 onder de titel: Bekende Russische stad in het nieuws. Die slag was begonnen op 23 augustus 1942 en duurde uiteindelijk tot 2 februari 1943, toen de conferentie van Casablanca al lang was afgelopen. Onderwijl verzocht Stalin de Westelijke Geallieerden dringend om het Tweede Front in het westen te openen. Hij hoopte dat dit verlichting zou geven voor zijn Sovjet-troepen aan het Oostfront, vooral die in de kapotgeschoten stad Stalingrad, waar ze een grimmig dodelijke strijd hadden geleverd met de Duitsers. Maar de Westelijke Geallieerden konden alleen maar vage beloften doen. Ze konden nog niets concreets realiseren. Uiteindelijk namen ze 6 besluiten. De belangrijkste was de voorbereiding voor een invasie op het Europese vasteland, meer dan een jaar later. Daarvoor moesten er enorme hoeveelheden wapens, tanks, kanonnen, munitie en vliegtuigen worden geproduceerd. Een groot deel daarvan moest in de USA worden gefabriceerd en met vrachtschepen in konvooien over de Atlantische Oceaan naar Groot-Brittannie worden vervoerd. Daarvoor was het belangrijk om de Duitse U-boten te vernietigen. Maar Stalin bleef zeuren om opening van een Tweede Front in het westen. Dat leidde tot een volgende belangrijke beslissing: een bombardementsoffensief tegen de Duitse industrie. De generaals dachten dat dat goedkoper was dan een daadwerkelijke aanval met soldaten. De herinnering aan de moordende gevechten in de modderige loopgraven gedurende de Eerste Wereldoorlog lag na 25 jaar nog steeds vers in het geheugen. Maar ze vonden wel dat het aanstaande bombardementsoffensief goed moest worden voorbereid en uitgevoerd.
Februari ging voorbij en er gebeurde nog steeds niet veel in het westen, op een bombardement reeds op 27 januari 1943 na, op de marinebasis in het aan de Noordzeekust gelegen Wilhelmshafen. Ondertussen waren de Duitsers in Stalingrad verslagen en had General-Feldmarschall Friedrich Paulus zich met de restanten van het 6-e Duitse leger overgegeven aan de Russen. Daardoor kregen de Russen het onaangename gevoel dat zij het leeuwedeel in de strijd tegen Nazi-Duitsland moesten leveren.
Na het zoveelste verzoek van Stalin om actie aan het Westfront, besloten de Westelijke Geallieerden tot een aanval met bommenwerpers op de haventerreinen tussen Rotterdam en Schiedam. Dat werd gedurende de maand maart diverse keren uitgevoerd. Maar na elke missie bleek er nauwelijks schade te zijn, zodat de bombardementsmissie nog diverse keren moest worden overgedaan. Ook op 31 maart 1943. De bombardementsmissie werd uitgevoerd door de Amerikanen. Het was toen al gebruikelijk dat bij aanvallen met bommenwerpers dat de Engelsen altijd 's nachts vlogen, terwijl de Amerikanen altijd overdag vlogen. Dus vloog op die 31-e maart 1943 de Amerikaanse 303-rd Bombardment group met B-17 bommenwerpers naar Rotterdam, maakten een paar bochten om recht voor hun doel - de fabriek van Wilton-Feyenoord bij Schiedam, waar torpedobuizen voor de Duitse marine werden geproduceerd - te komen en lieten de bommen los. Ze vergisten zich, want ze vlogen juist recht op de meer oostelijk gelegen Merwedehaven af. bovendien stond er een wind die de vallende bommen uit hun koers dreef, waardoor ze op de erachter liggende woonwijken van het Oude Westen van Rotterdam vielen, met de bekende, hierboven reeds beschreven gevolgen.
Omdat het een bombardement door de Geallieerden was uitgevoerd, werd het na de Tweede Wereldoorlog snel vergeten  door de Rotterdammers. Men vond het toch wel genant ten opzichte van de Geallieerde bevrijders in mei 1945. Pas op 31 maart 1993 werd er een monument in het Park 1943 onthuld door de toenmalige premier Ruud Lubbers, dat aan dit vergeten bombardement herinnert.





Na de oorlog is de wijk gedeeltelijk herbouwd met typerende jaren-50  flats, rondom een marktplein. Die ziet u op foto 3. Als u zich voor een derde naar rechts draait, hebt u uitzicht op Park 1943. Daar stond in september 2013 het bord dat u op foto 4 ziet. Met zo'n tekst moet het voor iedereen duidelijk zijn dat daar tijdens de Tweede Wereldoorlog iets gebeurd is. Anders krijgt zo'n park en het podium niet zo'n naam. Op foto 5 ziet u de oostkant van het Park 1943 met rechts het bewuste podium 1943 en rechts de roestige ijzeren cijfers verspreid over het gras die gezamenlijk de datum vormen waarop het bewuste bombardement had plaatsgevonden. In mijn blogstukje van 20 oktober 2013 - wat ik hierbovenaan al aanhaalde - had ik al een foto van alleen dat monument geplaatst. Op foto 6 ziet u het uitzicht vanaf Podium 1943 in westelijke richting. In de verte ziet een een grote kinderspeelplaats waar veel kinderen onder toezicht van hun (vaak allochtone) moeders aan het spelen waren.

Overigens is Rotterdam gedurende de hele oorlog meer dan 100 keer gebombardeerd geweest, zo'n 10 keer door de Duitse Luftwaffe en voor de rest afwisselend door de RAF (=Royal Air Force) en de USAF (= United States Air Force). Maar geen van die andere bombardementen was zo omvangrijk en dramatisch als die twee bombardementen van 14 mei 1940 en 31 maart 1943. Daarmee is Rotterdam -samen met Den Helder - de meest gebombardeerde stad in Nederland geweest gedurende de hele Tweede Wereldoorlog.

Pas vanaf mei 1943 kwam het bombardementsoffensief echt goed op gang. Tevens waren de Geallieerden vanaf dan beter voorbereid. In de nacht van 16 op 17 mei 1943 voerde het 617-th squadron (nadien bekend geworden als The Dam Busters) onder bevel van Guy Gibson (1918-1944) een aanval uit op drie grote stuwdammen (de Mohnedam, de Eiderdam en de Sorpedam) in Duitsland met behulp van dansende bommen. Die waren ontwikkeld door ingenieur Barnes Wallis. Door die aanvallen liepen de stuwmeren leeg en werden vele dorpen en stadjes en meer dan 120 fabrieken weggespoeld, kwam een vliegveld volledig onder water te staan en stroomden een aantal steenkolenmijnen vol water. Er vielen rond 1300 doden, waarvan - wrang genoeg - bijna 800 dwangarbeiders. Nadien werd de ene Duitse stad na de andere systematisch gebombardeerd. Vaak werden er woonwijken geraakt. Dat werd heel neutraal klinkend aangeduid als collateral damage, in het Nederlands: bijkomende schade. Alleen was daar wel erg vaak sprake van. Geen wonder dat het aantal gedode burgers al snel in de duizenden liep. Als er fabrieken (vaak juist het hoofddoel) werden geraakt, werd dat als een meevaller beschouwd. Zo werd Hamburg van 24 juli 1943 tot en met 3 augustus 1943 aan een stuk door gebombardeerd. Daarbij ontstond er een vuurstorm, wat de verwoesting van Hamburg nog erger maakte. Het totaal aantal doden wordt op circa 42.000 geschat. Het bracht de bevelhebber van Bomber Command Arthur Harris (1892-1984) op een idee: vuurstormen over de Duitse steden cre-eeren om ze te verwoesten en het Duitse moreel te breken. Zo werden nog meer Duitse steden totaal verwoest en in de as gelegd met duizenden doden tot gevolg. Het dieptepunt werd bereikt met het beruchte bombardement op Dresden op 13 februari 1945 met circa 25.000 doden. Het moreel van de Duitse bevolking werd helemaal niet gebroken; alleen werd de woede met elk bombardement nog erger aangewakkerd.
Spreek maar rustig over Geallieerde oorlogsmisdaden. Geen wonder dat de Duitse Luftwaffe nooit is veroordeeld voor haar bombardementen op de Britse steden in 1940 en later, want dan hadden de RAF (= Royal Air Force) en de USAF (= United States Air Force) zich ook moeten verantwoorden. Anders werd er in 1946 te Neurenberg tijdens dat proces tegen de Nazi's veel te opzichtig met 2 maten gemeten.
Ondertussen was op 6 juni 1944 de langverwachte invasie op het Europese vasteland begonnen, waartoe op de conferentie in Casablanca was besloten. Daarmee begon het daadwerkelijke bevrijdingsoffensief op de grond, naast het reeds in maart 1943 gestarte bevrijdingsoffensief vanuit de lucht (wat meer op massavernietiging leek), waar eveneens op de conferentie in Casablanca toe was besloten.
En de Russen? Die bleven erbij dat de Westelijke Geallieerden zich er toch vrij goedkoop van afmaakten.
Desondanks bleek achteraf het bombardementsoffensief minder goedkoop te zijn dan de generaals vooraf hadden gedacht. Jachtvliegtuigen van de Duitse Luftwaffe en het Duitse Flak-geschut (Flak = FLieger Abwehr Kanone) wisten vele Geallieerde bommenwerpers naar beneden te schieten. Als gevolg daarvan was de sneuvelratio onder het Britse en Amerikaanse luchtmachtpersoneel nog hoger dan dat van de soldaten in de loopgraven aan het Westfront in de Eerste Wereldoorlog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten