dinsdag 14 augustus 2012

Zomerse dag in Workum

Hallo ge-interesseerde bloglezers,

Op donderdag 9 augustus 2012 ben ik weer naar Workum geweest. Dat was voor mij niet de eerste keer. In 1986 was ik er al eens een keer geweest. En rond 2000-2004 was ik er enkele keren met enkele van mijn kennissen uit Groningen doorheen gereden. En ook 2 jaar geleden, op 17 oktober 2010 was ik daar ook op een zonnige dag geweest. Toen heb ik het Museum Woarkums Erfskip, gevestigd in het voormalige waaggebouw uit 1650 aan de Merk bezocht. Zie foto 1 hier onder aan dit blogbericht; daarop zie je het waaggebouw met op de achtergrond de Gertrudiskerk met de losstaande toren. Overigens vond ik dat museum nogal tegenvallen. Ik had er meer van verwacht. Maar misschien is dat wel begrijpelijk omdat het een wel erg klein gebouwtje is. En dan heb je weinig ruimte om veel tentoon te stellen. Gelukkig werd een en ander goedgemaakt door de tentoonstelling over de pottenbakkers-branche in Workum, in It  Pottebakkershus aan de overkant van de straat, tegenover het Waaggebouw. Dat pand zie je op foto 2; het is het bakstenen gebouw met het terras voor de deur, rechts naast het witte poortgebouw. Dat was wel de moeite waard. Daar waren allerlei producten te zien van de pottenbakkers van Workum in de loop van de afgelopen eeuwen. Daar lagen ook tegels met allerlei afbeeldingen erop tentoongesteld. En daar las ik bijvoorbeeld dat Jopie Huisman bij een zo'n pottenbakker was begonnen als schilder van tafereeltjes op tegels en potten en kannen, voor hij koopman in vodden en oud ijzer werd en voor de aardigheid ernaast ging schilderen.
Na afloop wandelde ik het hele stadje door, eerst naar het zuiden, tot aan de oude scheepswerf De Hoop bij de sluis. Zie foto 3. Daar viel me de reeks langwerpige bordjes onder elkaar op met daarop alle eigenaren van deze werf sinds 1693 met ernaast het grote bruine informatiebord van de ANWB. Daarna wandelde ik naar het noorden, naar de Rooms-Katholieke Sint Werenfrieduskerk uit 1877 Daar was het Museum voor Kerkelijke Kunst gevestigd. Helaas was ik daar op een zondag, en was dit museum gesloten. Daarvoor moest ik dus op een andere dag terugkeren naar Workum.

En dat deed ik dus op 9 augustus 2012. Ik wandelde die dag vanaf het station direct naar de Merk in het centrum en vandaar direct door naar de Sint Werenfrieduskerk aan de noordkant van Workum. Dat kerkgebouw ziet u op foto 4; helaas kon ik de pastorie helemaal links naast de kerk, er moeilijk op krijgen. Vandaar dat u die niet op deze foto ziet. De kerk zelf is in 1877 gebouwd door de architect Alfred Tepe (1840-1920). Hij was ooit begonnen als leerling van Pierre Cuypers (1827-1921). Cuypers is zeer bekend als architect van de vele Rooms-Katholieke kerken die sinds 1853 (herstel van de Rooms-Katholieke kerkorde in Nederland) werden gebouwd, zoals o.a. de kerk in Blauwhuis, de Bonifatiuskerk in Leeuwarden, de Sint-Jozefskathedraal in Groningen en nog veel meer. Ook Alfred Tepe heeft vele kerken op zijn naam staan; o.a. de Sint Michaelskerk in Harlingen, de Sint Clemenskerk in Steenwijk, en nog een hele reeks. En dus ook de Sint Werenfrieduskerk in Workum. In de pastorie naast het kerkgebouw is het Museum voor Kerkelijke Kunst gevestigd. Dat was een interessant museum; ik kreeg bij het bekijken van de tentoongestelde objecten het gevoel dat dit museum een sterk verkleinde uitvoering was van het Catharijne Convent in Utrecht (waar ik op 1 juni 2012 over heb geblogd). Er was een zaaltje met - dit jaar - een tentoonstelling over de kloostertijd in Friesland, die begon rond 1150 en duurde tot 1580, toen de Reformatie begon en vele kloosters werden afgebroken. In Veenwouden in de Schierstins wordt ook aandacht besteed aan de Kloostertijd in Friesland; daarover blogde ik op 17 maart 2011. Verder was er op de begane grond een Workumer stijlkamer met op de muren honderden fraai beschilderde 18-e eeuwse tegels. In een van de zaaltjes op de bovenverdieping was een tentoonstelling met allerlei kerkelijk goud en zilver, zoals monstransen, reliekhouders, etc. In een ander zaaltje was een tentoonstelling van houten beeldjes van Nanning Hendrik Bulthuis (1885-1977). Hij was officieel scheepsbouwer van beroep, maar daarnaast begon hij ook houten beeldjes te maken. Dat was het bekijken wel waard. Daarnaast was ook de Sint Werenfrieduskerk open voor bezoekers. Van buiten ziet het er een beetje sober maar fraai uit, waarschijnlijk vanwege het gebruik van een donker soort baksteen, maar van binnen is het een prachtige neogotische kerk, helemaal in de traditie van het Rijke Roomse Leven sinds 1853. Dat kunt u zien op foto 5. Het blijven prachtige gebouwen; alsof je alvast een kijkje in de hemel kreeg aangeboden. Daarbij vergeleken zijn Protestantse kerkgebouwen maar kale hokken. Aan de pilaren langs het gangpad in de Sint Werenfriduskerk hingen 5 verschillende heiligenbeelden. Maar eentje vond ik heel opvallend: dat was het beeld van de heilige Gertudis, abdis van het klooster van Nijvel in Belgie. Dat beeld stond hier niet zomaar. Dat sloeg op de huidige Protestantse kerk in het oude centrum van Workum. Die heet nog altijd Gertrudiskerk.

Nadat ik er was uitgekeken, verliet ik het museum en wandelde weer terug naar de Merk. Onderweg daarheen maakte ik foto 6. Daarop ziet u in de verte de losstaande toren van de Gertrudiskerk. Helemaal rechts op de voorgrond ziet u trouwens het Sleeswijkhuis. Daar hebben in de 17-e en 18-e eeuw 3 generaties van de koopmansfamilie Sleeswijk gewoond. Nu verwijs ik u even weer naar foto 1; daarop ziet u een eindje achter de Waag de hoog oprijzende Gertrudiskerk uit circa 1480 met de losstaande toren uit 1523. Die toren is trouwens nooit voltooid. Hij had veel hoger moeten worden. Net als die scheefgezakte, kromgebouwde Oldehove in Leeuwarden. Maar in Workum hebben ze er tenminste een fraai klokketorentje boven op gezet. De Gertrudiskerk bleek ook open te zijn voor bezoekers. En dus nam ik die kans waar. De Gertrudiskerk is oorspronkelijk rond 1480 gebouwd als Rooms-Katholieke kerk, maar werd in 1580 omgevormd tot een Gereformeerde kerk. Daarbij werden alle heiligenbeelden zorgvuldig verwijderd (en ondershands doorverkocht) en alle muurschilderingen achter witkalk weggewerkt. Daarom ziet de kerk er van binnen vrij kaal en sober uit. Zie foto 7. Langs de zijkanten van de kerk staan 12 fraai beschilderde lijkbaren tentoongesteld. Daar is de Gertrudiskerk als dependance van Woarkums Erfskip bekend om. Verder kon je de preekstoel met zijn panelen met fraai uitgesneden Bijbelse taferelen, compleet met preektuin uit 1718, bekijken, de regeringsbank uit 1716, een doopvont uit 1943, en het orgel uit 1697.

Na afloop wandelde ik naar de Merk en nam op het terras van Restaurant Folkerts een kop koffie. Onderwijl bladerde ik enkele folders over Workum door. Zo las ik in een oude folder van de Oudheidkundige Vereniging dat Workum in 1399 stadsrechten had gekregen. Het meest opmerkelijke was, van wie de stad Workum die rechten had gekregen: van Albrecht van Beieren, op dat moment graaf van Holland. Ik dacht dat Hollanders en Friezen over het algemeen slecht met elkaar overweg konden. Maar blijkbaar waren de Workumers wel blij met deze stadsrechten van de graaf van Holland. Maar wat deed Albrecht van Beieren op dat moment in Friesland? Dat zat zo: In 1345 was zijn oom Willem IV gesneuveld in de slag bij Warns. Daar heb ik al eerder over geblogd op 30 april 2011, waar ik een verband leg tussen de grote havenstad Rotterdam en het kleine Friese dorp Warns. De dood van graaf Willem IV moest natuurlijk gewroken worden. Aanvankelijk kwam daar nog niets van terecht omdat er een burgeroorlog (tegenwoordig bekend als de Hoekse en Kabeljauwse Twisten) over de opvolging uitbrak in Holland. Na tientallen jaren ruzie binnen de Grafelijke familie, besloot Margaretha, de zuster van de gesneuvelde graaf Willem IV, en die getrouwd was met Lodewijk van Beieren, keizer van het Duitse Reich, terug te treden, waarna haar zoon Willem V de nieuwe graaf van Holland werd. Alleen kreeg die enkele jaren later een attack, waarna hij zorgvuldig werd weggeborgen in een kasteel, waarna zijn broer Albrecht van Beieren het bestuur overnam. Uiteindelijk besloot hij in 1398 tot oorlog tegen Friesland. Hij stak met een grote vloot de Zuiderzee over, landde met zijn leger op de Friese kust en veroverde de hele provincie Friesland. Vervolgens  benoemde overal zijn mannetjes (over het algemeen toch wel plaatselijke Friese grietmannen en hoofdelingen) als ambachtsheer of baljuw, regelde het bestuur in de nieuw-veroverde provincie, en schonk in 1399 tussendoor Workum (!) zijn stadsrechten. Helaas brak er in datzelfde jaar een grootschalige opstand in Friesland uit waarna Albrecht van Beieren Friesland weer kwijtraakte. Nadien sleepte de oorlog nog jaren zinloos door, totdat Albrecht van Beieren er maar een punt achter zette. Na zijn overlijden in 1404 braken in Holland voor enkele tientallen jaren opnieuw de Hoekse en Kabeljauwse Twisten uit, waarin zijn kleindochter heel bekend is geworden; haar naam: Jacoba van Beieren. Overigens was er in Friesland zelf ook bar weinig eensgezindheid: daar woedden al meer dan een eeuw de Schieringer en Vetkoper Twisten.

Nadat ik de koffie had afgerekend, wandelde ik weer terug naar het Station om de trein terug naar huis te nemen. Daarbij passeerde ik het bejaardentehuis Nij Marien-acker. Dat is vernoemd naar het vrouwenklooster Marien-acker dat ooit vlakbij deze huidige lokatie had gestaan tot 1580.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten