zaterdag 21 juli 2012

Doordeweekse dag in Meppel

Hallo ge-interesseerde blogvolgers,

Op donderdag 12 juli 2012 ging ik naar Meppel. Dat is net als Steenwijk, Zwolle en Amersfoort een van die vele plaatsen, dorpen en steden waar ik tientallen jaren lang aan voorbij ben gereisd, op weg naar Rotterdam of terug naar Leeuwarden, zonder daar ooit eerder uit te stappen. Deze keer stapte ik wel uit in Meppel. Het is een aardig stadje met veel geschiedenis. Alhoewel, geen roemrijke militaire geschiedenis, maar wel veel economische geschiedenis. En dat is vaak net zo interessant. In 1141 werd het voor het eerst genoemd in een document; toen was het nog een gehucht bestaande uit een groepje boerderijen. In 1422 was het dorp dusdanig gegroeid dat de bisschop van Utrecht toestemming gaf voor de bouw van de huidige Mariakerk met zijn markante toren. Op foto 2 hier onder dit blogbericht is de Mariakerk te zien. Vanaf de 16-e eeuw werd het een belangrijk verkeersknooppunt van kanalen en wegen. Vooral die kanalen en vaarten waren heel belangrijk, want daardoor groeide Meppel uit tot een doorvoerhaven voor turfschepen. Die turf werd gewonnen in Drenthe (o.a. bij Hoogeveen) en per schip via Meppel naar Genemuiden en Zwartsluis aan de Zuiderzeekust vervoerd, en vervolgens over de Zuiderzee naar Amsterdam en andere steden in Holland. Daarom hadden de schippersgilden van Meppel grote invloed op het bestuur van het stadje. In de 19-e eeuw kwamen er diverse industrie-en bij in Meppel, zoals de verscheidene veevoederfabrieken en enkele drukkerijen (drukkerij Boom (!) met zijn kantoor schuin tegenover het NS-station).
Vanwege dat drukkerij-verleden werd in 1986 het Drukkerijmuseum in Meppel geopend. Het is gevestigd in drie oude voormalige pakhuizen. Dat complex is te zien op foto 1 hieronder. Gezien het onderwerp van hun tentoonstelling, zijn ze collega's van het Grafisch Museum in Groningen, gevestigd in de voormalige school aan de Rabenhauptstraat. Daarover blogde ik al op 3 juni 2012. De tentoonstelling in het Meppeler Drukkerijmuseum begint curieus genoeg op de tweede etage, met de geschiedenis van het schrift en de eerste alfabetten. Dat was wat uitgebreider dan in het Grafisch Museum in Groningen. Het begon met de eerste wandschilderingen in grotten in de prehistorie, ging verder met de ontwikkeling van de eerste schriftsystemen, zoals het hieroglyfenschrift in het oude Egypte, het spijkerschrift in Mesopotamia, het Lineair A en B op Kreta (waarbij een kopie van de oudste discette werd tentoongesteld: de schijf van Phaestos), en het ontstaan van ons huidige alfabet via de Foeniciers, de Grieken en uiteindelijk de Romeinen. Daarnaast werd nog een en ander getoond over het Futhark, het runenalfabet van de oude Germanen, en - heel opvallend - ook over de uitvinding van de drukkunst in China rond 630 AD. Meestal is dat laatste een ondergeschoven kindje in de geschiedenis van de drukkunst, net zoals met wel meer uitvindingen die in China het eerst plaatsvonden en pas eeuwen later ook in West-Europa werden gedaan. In het zaaltje daarnaast werd er een demonstratie gegeven van de papierproductie. Dat gebeurde met behulp van een kuip vol water waarin de witte pulp ronddwarrelde en die er met een zeer fijn zeefraam er uit geschept werd, waarna het nog doorweekte vel papier op een droogdoek te drogen werd gelegd. Dat vond ik verhelderend interessant. Daarnaast liet de man die de demonstratie gaf, ook zien hoe je op creatieve wijze gekleurde snippers of kleurstoffen aan het water en de pulp in de kuip kon toevoegen en zo allerlei vellen papier met een verrassend uiterlijk kon scheppen. Op de eerste etage stonden allerlei drukmachines opgesteld. Een aantal herkende ik direct, want die had ik ook in het Grafisch Museum in Groningen gezien. Daarna was ik snel uitgekeken.

Nadat ik het Drukkerijmuseum had verlaten, zocht ik een restaurant op voor een kop koffie en kwam uit bij Stadscafe Oasis aan het Kerkplein. Terwijl ik van mijn kopje koffie genoot, had ik uitzicht op het kerkplein en de Mariakerk uit 1422 met de opvallende toren uit 1432 (nogmaals: zie foto 2). Nadat ik mijn koffie op had en afgerekend had, maakte ik een wandeling door het centrum van Meppel. Zo zag ik aan de Groenmarkt een Gereformeerde kerk uit 1897 van architect Roelof Kuipers, de broer van Tjeerd Kuipers. Heel curieus: Die Tjeerd Kuipers was de architect van de Koepelkerk in Leeuwarden en de Synagoge in de Folkingestraat in Groningen, en hij was een voorvader van een goede vriend (uit Groningen) van me. In de Hoofdstraat passeerde ik het Kunsthuis Secretarie; tot in de jaren 80 was dit het gemeentehuis van Meppel, maar nu is er een kunsttentoonstelling, gecombineerd met een kunstuitleen  in ondergebracht. Verder zag ik aan de Sluisgracht (zie foto 3) de windmolen De Vlijt. In het pand direct links ervan was de Historische Vereniging Meppel gevestigd. Helaas was die al gesloten. Curieus is dat een broer van diezelfde eerder genoemde vriend lid is van de Historische Vereniging Meppel, gevestigd in dit pand. Tevens is op de foto te zien welke sector tegenwoordig voor de Meppelse economie van belang is: de toeristenbranche. Verderop, vanaf de Westeinde kon ik op afstand de windmolen De Weerd zien. Die stond daar heel mooi schilderachtig omringd door veel bomen en struiken aan het water. Daarna wandelde ik terug naar het Kerkplein naar het stadscafe Oasis voor een lekkere maaltijd. Daarna wandelde ik via omwegen (langs de Gasgracht, door de Stationsstraat met zijn prachtige Jugendstil-villa's, en uiteindelijk via het fraaie Wilhelminapark) terug naar het NS-station en nam de trein terug naar Leeuwarden.



1 opmerking: