donderdag 13 januari 2011

Leestip over de revolutie die niet doorging


Hallo ge-interesseerde mede-bloggers,


Een tijdje geleden trok ik een boek uit mijn kast om te lezen. Het was een dikke pil van zo'n 300 pagina's, geschreven door H.J. Scheffer. Het stond vol met verslagen van vergaderingen van partijen en kabinetten, toespraken en citaten uit dagboeken. Een beetje saai, dus. Daardoor kreeg ik geen duidelijk beeld van wat er echt allemaal aan de hand was. Daarom las ik daarna een tweede veel dunner boek van J.S. Wijne. Dat was in wezen een verkorte samenvatting van het dikke boek, met wat meer beschrijvingen van de maatschappelijke onrust.


Beide boeken gingen over de revolutie van november 1918 in Nederland, die niet doorging. Kortweg gezegd: vanwege de Eerste Wereldoorlog die door de omringende landen gevoerd werd (van het Westelijk Front geen Nieuws, het zoveelste schip ter zee getorpedeerd, alweer een succesvol nutteloze veldslag aan het onbelangrijke oostfront) was de economie in het neutrale Nederland ernstig geraakt. De handel kwam zo goed als stil te liggen en scheepvaart was door de Duitse U-boote en de Engelse blokkade van Duitsland vrijwel onmogelijk. Er was wel een distributiesysteem opgezet in Nederland om het weinige voedsel eerlijk te kunnen verdelen, maar dat distributiesysteem kraakte aan alle kanten vanwege de zwarthandel. Daardoor braken er steeds meer voedselrellen uit, zoals in 1917 in Amsterdam het aardappeloproer. In oktober braken er rellen uit in het militaire legerkamp de Harskamp op de Veluwe; er werd geschoten, er gingen enkele barakken in vlammen op en er viel 1 dode. De onrust nam toe rond de 9-de november 1918. Burgemeester Zimmermann van Rotterdam zocht contact met leden van de SDAP (= Sociaal Democratische Arbeider Partij, niet verwarren met die andere in Duitsland!! Dat was de beruchte NSDAP. ) en verzocht de SDAP-functionarissen er voor te zorgen dat de samenleving door een eventuele revolutie niet ontwricht zou worden en er zorg voor te dragen dat voedseltransporten ongehinderd konden doorgaan. Dat was voor Troelstra de trigger. Hij dacht: de heersende machte beginnen toe te geven, de revolutie komt eraan. Vervolgens hield Troelstra op maandag 11 november een nogal opruiiende toespraak in Rotterdam voor een grote groep arbeiders. In 1917 was de revolutie al uitgebroken in Rusland, en op 9 november 1918 ook in Duitsland. De Duitse keizer was afgetreden en naar Nederland gevlucht. In heel Europa begon het te gisten. Ook in Oostenrijk stortte de Donau-monarchie in. Op dinsdag herhaalde Troelstra zijn toespraak in de Tweede Kamer in Den Haag. De politici ter rechter zijde schrokken zich lam. Die SDAP was niet een verburgerlijkte partij geworden; ze was nog steeds revolutionair, net als circa 30 jaar eerder Domela Nieuwenhuis. De Katholieken organiseerden gelijk de nodige acties en bijeenkomsten om de Katholieke arbeiders bij de Roomse les te houden. Dat revolutie voor de Rooms-Katholieke kerk meestal rampzalig was, was al bekend uit de Franse revolutie, iets meer dan een eeuw geleden. De Protestanten kwamen ook in actie. Zij wisten via hun belangrijkste man Colijn die op dat moment in Londen was voor besprekingen over voedseltransporten, te bewerkstelligen dat de Engelsen alleen voedsel zouden leveren aan de Royal Dutch Government, niet aan een eventuele Republican Dutch Government. Daarmee werden de SDAP-ers onder druk gezet om hun revolutie niet door te zetten.

Overigens brak binnen de SDAP een heftige discussie uit. Moest de partij wel werken aan een revolutie? Of moest de partij gewoon doorgaan met haar parlementaire werk om via die route verbeteringen voor de arbeiders te bewerkstelligen? Lang niet alle SDAP-ers waren het met Troelstra eens. Dat was een van de fouten van Troelstra, waardoor de revolutie niet doorging. De andere fout betrof de verkeerde inschatting van het revolutionaire tij in Nederland. Er was wel veel ontevredenheid, maar ze had geen revolutionair kookpunt bereikt.

Rechtse kringen organiseerden tegenacties. Zo werd in allerijl de Vrijwillige Landstorm opgericht. Daar werden reservisten en andere militairen lid van die niets moesten hebben van de Socialisten van Troelstra en consorten. Maar de spectaculairste tegenactie vond plaats op 18 november. toen hield koninging Wilhelmina met haar dochter Juliana een rijtoer door Den Haag. Het was een groot Oranjefeest. Toen ze met de koets bij het Malieveld aankwam, drong het volk ineens massaal op, spande spontaan de paarden uit en trok zelf de koets verder door de stad, tot aan het paleis Noordeinde. Helaas, er was niets spontaans aan. Het waren Vrijwillige Landstormers die in de daaraan voorafgaande dagen in de Kloninklijke Stallen van het paleis Noordeide hadden ge-oefend in het uitspannen van de paarden.

Al met al was het een spannende week geweest in november 1918. Echter, voor de SDAP waren de gevolgen slecht. De partij werd tot in 1939 buiten de regering gehouden. Er was nog een gevolg: zo'n 23 jaar later waren er vele jongelui die zich vrijwillig meldden voor de Nederlandse SS om te strijden tegen de Bolsjewisten aan het Oostfront in de Tweede Wereldoorlog. Zo diep zat de schrik er in rechtse kringen in.


Titelgegevens van beide boeken:


Scheffer, H.J.

November 1918 : journaal van een revolutie die niet doorging / H.J. Scheffer . - Amsterdam : De Arbeiderspers , 1968 . - 312 p. - SISO 935.2 .


Wijne, J.S.

De Vergissing van Troelstra / Johan S. Wijne . - Hilversum : Verloren , 1999 . - 88 p. : ill. ; 17x20 cm. - (Verloren Verleden ; dl. 8) . - ISBN 90-6550-449-4 . - SISO 357.7 .
Al met al een interessante periode in de geschiedenis van Nederland, waar wij helaas erg weinig over horen of lezen. Daar mag best meer aandacht aan worden geschonken. Belangrijk was het werk van de SDAP zeker, want de arbeiders hadden het toen nog steeds slecht. En in de jaren 30 werd het door de crisis niet beter. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd de positie van de arbeider en de werknemer verbeterd.
Nog een vraag aan het einde: wie weet van deze niet doorgegane revolutie af?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten