Op 26 juli 2012 ben ik op een zonnige doordeweekse middag in Wolvega geweest. Wolvega is net als Meppel, Steenwijk en vele andere dorpen en steden, ook zo'n plaats waar ik tientallen jaren aan voorbij reed op weg naar Rotterdam of terug naar Leeuwarden, zonder daar uit te stappen.
Ik wilde deze dag naar de oudheidkamer, gesitueerd in het winkelhart van Wolvega. Die is sinds 2009 gevestigd in de vroegere burgemeesterswoning uit 1925 aan de Hoofdstraat-oost. Zie foto 1 hieronder aan dit blogbericht. Voor 2009 was die oudheidkamer gevestigd in de windmolen Windlust uit 1888 (zie foto 5). Daar ben ik ooit op 8 augustus 1984 een keer geweest. Helemaal vreemd en onbekend was Wolvega voor mij dus niet. Maar er is na 28 jaar wel het een en ander veranderd.
De huidige oudheidkamer/museum in de voormalige burgemeestersvilla was een interessant museum over de plaatselijke geschiedenis. Natuurlijk werd er naast de bekende oude voorwerpen en dingen, ook veel aandacht besteed aan de beroemdste inwoner van Weststellingwerf: Pieter Stuyvesant (1610-1672). Weliswaar was hij niet in Wolvega zelf geboren, maar zijn geboortedorp Peperga ligt wel in Weststellingwerf. Evenals het dorp Scherpenzeel, waar hij als kind opgroeide. Na zijn studie aan de universiteit van Franeker trad hij in 1635 in dienst van de WIC en vertrok naar de West Indische eilanden. Daar klom hij op tot gouverneur van Curacao. In 1644 verloor hij tijdens een gevecht met Spanjaarden zijn been. In de plaats daarvoor kreeg hij zijn houten poot. In 1645 werd hij benoemd tot gouverneur van Nieuw Amsterdam, gelegen op het eiland Manhattan. Omdat hij te weinig wapens en mogelijkheden had, moest hij in 1664 de koloniestad overdragen aan de Engelsen. Die gaven het de naam New York. Hij bleef er wonen tot zijn dood in 1672 en werd daar ook begraven.
Op de begane grond van het museum stonden vitrines met allerlei voorwerpen uitgestald, zoals merklappen, ouderwets speelgoed, etc. Verder was daar ook het gereconstrueerde winkeltje van de gezusters Ensing, met allerlei artikelen en producten uit grootmoeders tijd (om het zo maar eens te benoemen). Verder was daar ook een vitrine gewijd aan de huisarts dokter Verdenius. Tijdens de bezetting 1940-1945 had hij veel contacten met het verzet. De Duitsers hadden daar al een sterk vermoeden van. Na een aanslag van het verzet arresteerden ze hem en voerden hem af naar Heerenveen, naar de Crackstate om daar te worden verhoord. Daar pleegde hij in zijn cel zelfmoord omdat hij bang was dat hij anders mensen zou verraden.
Op de bovenverdieping was een woonkamer ingericht volgens de mode van de jaren 1920, en een schoollokaaltje ingericht. Verder vielen mij in de gang de grote wissellijsten op, met daarin verscheidene foto's van panden die in de afgelopen jaren gesloopt zijn. Per wissellijst werd er aandacht besteed aan 1 pand. Je zag een foto hoe het pand er vroeger (jaren 1950 of 1930) uit had gezien, en hoe het pand vlak voor de sloop er uit zag, en je kon brieven lezen over de aanstaande sloop van het desbetreffende pand. Mij zei het eigenlijk weinig, als Rotterdammer, woonachtig te Leeuwarden. Maar het is wel een leuk idee om in een museum over plaatselijke geschiedenis, op deze wijze aandacht te besteden aan verdwenen panden in steden of dorpen.
Na afloop van mijn museumbezoek maakte ik een rondwandeling door Wolvega. Ik liep de hele Hoofdstraat uit, langs het fraaie Lindenoord (nog zo'n vroegere burgemeesterswoning uit circa 1690-1700 waar de grietmannen uit de familie Van Haren hadden gewoond, zie daarvoor foto 2), het voormalige grietenijhuis (in Friesland de benaming voor het gemeentehuis, zie foto 3), de kerk op de hoogte met zijn aparte witte lamellenluiken voor de ramen (zie foto 4), en de windmolen Windlust (op foto 5). Vervolgens liep ik nog even de Openbare Bibliotheek van Wolvega in. Dat is het gebouw van bruinrode baksteen helemaal rechts op foto 7; midden op die foto ziet u gedeeltelijk achter de bomen het witte museum, waar ik eerder die dag was geweest. Het viel me op dat ze in de bibliotheek niet al te hoge boekenkasten hadden staan. Je kon er overheen kijken. Op die manier had je redelijk overzicht over de hele zaal. Dat deed een beetje denken aan de lage boekenkasten die ik in 2009 in de Centrale bibliotheek in Rotterdam op de Hoogstraat heb gezien. Alleen vond ik de aanduidingen en bewegwijzeringen van welke boeken en romans waar stonden, niet erg duidelijk. Verder zag ik er een kleine vitrine met wat oude potten, pannen en scherven, met daarbij een bordje met daarop de mededeling, dat ge-interesseerden meer konden zien in het museum tegenover de Openbare Bibliotheek. Dat was dus de oudheidkamer, waar ik eerder die middag binnen was geweest! Goede marketing! Tot slot wandelde ik nog even langs het bekende standbeeld van Pieter Stuyvesant uit 1955 (zie foto 6), waarna ik terug wandelde naar het NS-station en de trein terug naar huis nam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten