Hallo ge-interesseerde bloglezers,
Enkele weken geleden ging ik op een regenachtige dinsdagmiddag naar het Universiteitsmuseum in Groningen. Daar is dit jaar een tentoonstelling met schilderijen van Aboriginal-kunstenaars. Het museum zelf zit in de Oude Kijk in t Jatstraat, in het oude centrum van Groningen-stad. Als je de hoek om loopt, sta je op het Broereplein voor het semi-oude Academiegebouw. Het oorspronkelijke Academiegebouw van de Universiteit van Groningen was in 1906 afgebrand, waarna in 1909 het huidige nieuwe Academiegebouw in een fraaie neo-renaissancestijl ervoor in de plaats verrees. Maar dat terzijde.
Het Universiteitsmuseum is bepaald geen opvallend groot gebouw aan de Kijk in t Jatstraat; inplaats daarvan staat het vrijwel onzichtbaar aan het eind van een steeg, zoals te zien is op de hiernaast staande foto. Als het museum open is, staat er wel een sandwichbord naast het openstaande hek aan het begin van de steeg, met daarop informatie over het Universiteitsmusem.
Momenteel loopt er een tentoonstelling over kunst van de Aboriginals uit Australie. In de eerste zaal van het Universiteitsmuseum was een korte expositie over de geschiedenis van Australie, over de Aboriginals en hun Dreamtime, over de komst van de Europeanen en de kolonisatie van Australie, wat bijna de ondergang van de Aboriginal-volken werd. In de gang daarna was een vitrine over de boemerang, het typische jachtwapen van de Aboriginals. In die vitrine lag het proefschrift van Felix Hess, die in 1975 afstudeerde aan de Universiteit van Groningen op de vliegeigenschappen van de boemerang, met ernaast de boemerang die hij daarvoor gebruikte: een roodwit geblokte boemerang met in het midden/knikstuk een kleine holte weaarin twee batterijtjes waren gestopt die de lampjes op de uitenden voedden. Felix Hess voerde zijn experimenten namelijk uit in de avondschemering en liet de vlucht van de boemerang tevens filmen. Dan kon hij des te beter de vlucht van de boemerang door de lucht bestuderen. Verder hing er een portretfoto van hem, op het moment dat hij de boemerang in de zaal tijdens zijn promotie zal wegwerpen. Curieus en interessant. Tevens hangen en staan in deze gang en het daarop volgende zaaltje verscheidene kunstwerken, uit de Dreamtime, zeg maar: de periode van voor 1788, waarin de Aboriginals nog geen last hadden van Europese kolonisten.
In de daarop volgende zaal hingen schilderijen van Aboriginal-kunstenaars. Ik vond het opvallend; ze zagen er kleurrijk maar abstract uit. Je zag er in eerste instantie maar weinig in. Maar bij de kassa had ik een brochure over deze tentoonstelling meegekregen, met op de achterkant een vertaling van de abstracte tekens in duidelijk omschreven begrippen, voorwerpen of personen. En dan wordt het ineens heel anders, veel concreter. Verreweg de meeste schilderijen waren op doek gemaakt. Sommige waren op zorgvuldig losgesneden boombast (van de eucalyptus-boom) geschilderd. Geen wonder dat ze nog ietwat krom waren gebleven. Maar opmerkelijk blijft het.
Ook opmerkelijk is dat verreweg de meeste moderne schilderijen van na 1971 zijn. In dat jaar was er een schoolmeester ergens in West-Australie in het dorp Papunya, die de muren van zijn school wilde laten beschilderen door Aboriginal-kinderen. Dat werd niks. Vervolgens vroeg hij de ouders. Die maakten er wel wat moois van. Kort daarna werd de acrylverf in Aboriginal-kringen ge-introduceerd. Dat werd de uiteindelijke stimulans voor de Aboriginal-kunstenaars.
Vervolgens was er een trap naar de boven-etage. Daar was een kamer met een expositie speciaal over Aletta Jacobs. Een aanrader, vooral voor vrouwen natuurlijk.
Daarna volgde de grote zaal, met daarin diverse vitrine-wandkasten en grote tafelvitrines met daarin allerlei zaken, voorwerpen en dingen uitgestald naar thema en onderwerp. Ik vond die zaal zelf met al die vitrines er wel plezierig ouderwets uitzien. Precies zoals een museum er eigenlijk uit hoort te zien. Natuurlijk waren er een paar wandvitrines met opgezette dieren, skeletten, of potten met dieren op sterk water. Verder was er een tafelvitrine met allerlei stenen en mineralen uitgestald. Dan was er nog een grote vitrine vol met ouderwetse electrische apparaten voor de Groningse universiteitslaboratoria. En er was ook een vitrine over Frits Zernike (1888-1966), hoogleraar aan de universiteit van Groningen, uitvinder van de fase-contrast-microscoop en winnaar van de Nobelprijs voor Natuurkunde in 1953. Die fase-contrast-microscoop is een heel handig apparaat voor microbiologen, want voorheen konden onderzoekers alleen bacterien en cellen onder de microscoop bekijken door ze dood te maken en vervolgens met aggresieve kleurstoffen contrast aanbrengen om ze onder de gewone microscoop te kunnen bestuderen. Maar met de fase-contrast-microscoop was het mogelijk om dusdanig met licht te manipuleren, zodat je micro-organismen niet meer dood hoefde te maken om hun inwendige te bestuderen. Dat is vooral handig bij bijvoorbeeld de weefselkweek; dan kun je zien of de cellen nog leven en goed groeien. Rond 1980 - toen ik stage liep bij Philips-Duphar in Weesp - heb ik al eens met zo'n fase-contrast-microscoop gewerkt.
En in die zelfde zaal stond ook in een grote vitrine een testmodel van ANS. Nee, geen jongedame, maar de Astronomische Nederlandse Satelliet. Aanvankelijk was ik verbaasd. Ik wist dat de ANS in 1974 was gelanceerd en dat er nog een reserve-exemplaar was (voor het geval dat de eerste lancering mislukte). Die had ik halverwege de jaren 70 al eens gezien in het Evoluon in Eindhoven. Tegenwoordig is die te zien in het Aviodrome op Lelystad Airport. Maar ik wist niet dat er ook testmodellen waren (wel 7 stuks). Dat zullen natuurlijk exemplaren zijn geweest, bedoeld voor onder andere het vluchtleidingscentrum van de ESA in Darmstadt die de satelliet de ruimte in had gelanceerd, of voor de universiteiten (nl. Utrecht, en Groningen! ) die instrumenten hadden gemaakt om in de satelliet te monteren, of voor bijvoorbeeld Fokker, die de satelliet had gebouwd. De ANS voerde voor het eerst sterrenkundige waarnemingen uit in het Ultraviolette licht-spectrum. De waarnemings-resultaten waren spectaculair, tot op de dag van vandaag. Er zijn nog steeds onderzoekers die de oude resultaten van de ANS doorspitten en op basis daarvan nieuwe waarnemingen doen met als gevolg allerlei nieuwe ontdekkingen.
Al met al een hoogst interessant museum!
maandag 28 mei 2012
Australische Aboriginal Kunst in Groningen
Labels:
Aboriginal-kunst,
Groningen,
Ruimtevaart,
Universiteitsmuseum
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten