Hallo bloglezers,
In Zwolle loopt momenteel een dubbel-tentoonstelling in het Stedelijk Museum en in Museum de Fundatie over de Moderne Devotie. Dat was een kritische geloofsrichting binnen de Rooms-Katholieke kerk, ontstaan rond 1380. Dat klinkt niet erg modern; eerder Middeleeuws. Dat klopt. Toch was de Moderne Devotie van grote invloed, tot en met de uiteindelijke reformatie in geheel Europa tussen circa 1530-1580. Het begon door Geert Groote die in 1340 te Deventer was geboren. In 1355 begon hij met een studie in Parijs aan de Sorbonne. Daar leidde hij een niet erg fraai en voorbeeldig leven met veel hoerenbezoek. Vanaf circa 1373 kwam hij tot inkeer en leidde een ascetisch leven. Sindsdien schreef hij kritische stukken over Rooms-Katholieke geestelijken die er concubines op nahielden of naar de hoeren gingen, of opzichtig rijk versierde en veel te dure torens bouwden (zoals de Domtoren in Utrecht). Die kritiek werd door vele gelovigen opgepikt. De bisschop van Utrecht was er niet blij mee en vaardigde een verbod voor boetepredikers uit. Stiekum was de bisschop van Utrecht het juist wel met die kritiek eens, maar kon hij dat natuurlijk niet openlijk toegeven. De kritiek van Geert Groote sloeg aan en vele gelovigen verenigden zich in broederschappen en zusterschappen in de IJsselvallei. Het bekendste hoofdkwartier van de Broederen des Gemeenen Leven werd het klooster van Windesheim, even zuidelijk van de hanzestad Zwolle. Ook in Zwolle ontstond een grote gemeenschap van de Broederen des Gemeenen Leven. Dat was gesitueerd in het centrum van Zwolle tussen de Papenstraat en de Praubstraat. Daar staan nu nog steeds diverse gebouwen die door de Moderne Devoten werden bewoond en waar ook de schrijfateliers waren waar de vele honderden boeken werden overgeschreven. Daar heb ik de twee hierboven staande foto's gemaakt. Op de eerste foto is de Praubstraat te zien met de poort naar de binnenplaats, en op de tweede foto de binnenplaats zelf met de gebouwen waar de Broeders van het Gemeene leven woonden en werkten. Naast Windesheim en Zwolle, ontstonden er ook gemeenschappen in Deventer en andere steden langs de IJssel. Daarnaast sloten zich ook vele honderden kloosters aan bij de congregatie van Windesheim. Zo ook het klooster Thabor bij Sneek. De bisschop van Utrecht was niet blij met deze ontwikkelingen. Bovendien ontstond er onduidelijkheid over de status van deze gemeenschappen. Om duidelijkheid te scheppen en om te voorkomen dat de gemeenschappen werden aangepakt of opgeheven door de bisschop, namen ze de kloosterregel van de Augustijner orde aan. Dat is heel opmerkelijk, want in 1517 was er in Wittenberg een monnik van de Augustijner orde (!) die een kritisch vel papier met daarop 95 stellingen aansloeg op de kerkdeur van de kerk van Wittenberg. Die monnik heette Maarten Luther en hij veroorzaakte met zijn kritiek op de paus, de aflatenhandel en de Rooms-Katholieke geestelijkheid een kerkscheuring. Van de monniken van de Augustijner orde kreeg hij alle steun. Die waren dus vaker kritisch over de toestand van de Rooms-Katholieke kerk in die tijd. Later zei Maarten Luther dat hij in zijn kritiek was be-invloed door de kritiek van de Moderne Devoten van meer dan 100 jaar eerder.
Binnen de Moderne Devotie is er nog een belangrijke naam: Thomas a Kempis. Hij was prior van het Agnietenklooster even noordoostelijk van Zwolle. Hij schreef het boek "de navolging van Christus". Dat boek wordt na meer dan 500 jaar nog steeds wereldwijd veel gelezen.
Op 13 november ben ik naar Zwolle gereisd en heb ik de hierboven genoemde zeer interessante dubbeltentoonstellingen bezocht en bekeken. In beide museums ging het enerzijds over de geschiedenis van de Moderne Devotie en anderzijds over de kunstzinnigheid en de vroomheid van de Moderne Devote gelovigen. In het Stedelijk Museum was bijvoorbeeld de schedel van Geert Groote tentoongesteld. Het werd nog net niet tentoongesteld alsof het een relikwie betrof, zoals dat vroeger in de Rooms-Katholieke kerken werd getoond. Wat zou Geert Groote zelf hiervan hebben gedacht?
Naast het geloof en het sobere leven - zoals de Moderne Devoten dat predikten en leefden - hielden ze zich vanaf circa 1400 ook veel bezig met onderwijs en met het overschrijven van boeken. De boekdrukkunst werd pas uitgevonden rond 1450 door Gutenberg. Maar dat is een verhaal apart. Veel van die geschreven boeken werden op 3 manieren geproduceerd: 1) heel sobertjes met alleen tekst, 2) vrij sober met enkele illustraties en miniaturen, 3) bepaald niet sober en rijk versierd met illustraties, prachtige miniaturen en versieringen in de kaders rond de teksten. Die laatste categorie boeken waren natuurlijk bedoeld voor de rijke burgers, terwijl de eerste categorie voor de minder rijke burgers was bedoeld. Op de beide tentoonstellingen waren veel van deze geschreven boeken te bekijken. Een aantal kwamen uit het depot van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
Nadat ik de tentoonstellingen had bekeken, maakte ik een wandeling door het Zwolse stadscentrum. Daar viel het me in de Praubstraat (waar ik de eerder genoemde bovenstaande foto's heb gemaakt) op dat er aan de gevel van verschillende gebouwen, informatieborden waren bevestigd om aan te geven dat deze panden ooit met de Moderne Devotie te maken hadden gehad. Elders in de stad stonden nog meer panden met net zulke borden aan de gevel. Het was duidelijk: de Moderne Devotie werd toen breed gedragen door de bewoners van Zwolle en de andere IJsselsteden. En de Moderne Devotie werd - ondanks al hun kritiek - niet bestreden door de bisschop van Utrecht. Want zij gaven het goede voorbeeld dat de bisschop en de rest van de Rooms-Katholieke geestelijkheid zou moeten navolgen.
Al met al waren het zeer interessante tentoonstellingen die een bezoek waard zijn. Ze duren nog tot 8 januari 2012.
Mooi blogberichtje weer.
BeantwoordenVerwijderenIk ben al lang niet meer in Zwolle geweest. Terwijl het zo'n leuke stad is. Misschien dat het er, naar aanleiding van dit bericht, wat eerder van komt!