Hallo zeer ge-interesseerde blogvolgers,
Op 19 oktober 2011 maakte ik een dagtocht per trein naar Stavoren. Of is het Staveren? Of is het op zijn Fries Starum? Dit verder terzijde. Overigens, op 8 april 2010 blogde ik ook al over Stavoren, in het bijzonder over Sint Odulphus en zijn standbeeld in de plaats Oirschot, en wat deze pastoor uit Oirschot met Stavoren te maken had. Daar kunt u ook meer lezen over het stadje Stavoren en zijn geschiedenis.
In Stavoren aangekomen, wandelde ik naar het museum Het Ponthuus, gevestigd aan het Hellingspad (zoals te zien is bij de rood-gele vlaggen op de hier bijgevoegde foto). Daar was een tentoonstelling te zien over het Sint Odulphusklooster (gesticht rond 810 door die eerder genoemde Sint Odulphus, de pastoor van Oirschot), de geschiedenis van Stavoren, het Vrouwtje van Stavoren, de Hanze-tijd, de slag bij Warns in 1345 (waar ik ook eerder over heb geblogd op 30 april 2011, over het verband tussen Rotterdam en Warns), de pontveren die tussen Stavoren en Enkhuizen heen en weer voeren, en tot slot een kleine expositie over het archeologisch onderzoek onder water naar de restanten van het sinds 1300 in zee verdwenen Sint Odulphusklooster. Bij de kassa zaten 3 oude dametjes gezellig kruiswoordpuzzels op te lossen, terwijl ik (als enige bezoeker) in het museum rondliep. O ja, waarom heet dit museum het Ponthuus? Hier verbleven de stokers en machinisten van het pontveer dat vanaf 1886 heen en weer voer tussen Stavoren en Enkhuizen. Al met al was het een interessant museum dat ik beslist kan aanraden.
Na mijn museumbezoek wandelde ik langs de Schans. Daar lagen net als in de vorige winterperiode weer zeilschepen opgelegd, zoals onder andere de Aphrodite. Dat is een fraai zeilschip dat zo lijkt te zijn weggevaren uit de TV-serie de Onedin-line. Bij de twee stadsboerderijen bij de Koebrug aangekomen, sloeg ik rechts af, het stadje in, en wandelde vervolgens door de Voorstraat terug naar de havens. Daar maakte ik een enorme omweg om bij de grote vuurtoren aan de overkant van de haven te komen. Daar zou het (symbolische) graf van de Friese koning Aldgillis te zien zijn. Ik had er al eerder over gelezen, maar hij lag daar in werkelijkheid helemaal niet begraven; het was ooit begonnen als een grap van een paar studenten. Maar toen ik er na een enorme omweg via haventerreinen en fietspaden achter loodsen langs bij de vuurtoren aankwam, was er helemaal niets van een grafsteen of wat dan ook te zien. Alleen hoog opgeschoten onkruid. Jammer. Daarna wandelde ik terug en bestelde in het restaurant "Het Vrouwtje van Stavoren" bij de haven een kop koffie en een pannekoek. Daarna maakte ik nog een korte wandeling langs het sportveld bij de haven waar vanaf 1522 het blokhuis (een klein soort citadel) heeft gestaan. tot slot keerde ik terug naar het station en nam de trein terug naar huis.
Stavoren is al een zeer oude stad; het kreeg in 1061 stadsrechten van graaf Egbert I (uit de dynastie van de Brunonen). Toen was Friesland dus een graafschap, en was er duidelijk nog geen sprake van de roemruchte Friese Frijheit. In 1385 werd Stavoren al lid van de Duitse Hanze. In later eeuwen wisten de schippers van Stavoren bij de Sonttol in Helsingor (Denemarken) een voorkeursbehandeling te regelen. Daarmee kregen ze een flinke tijdwinst op hun concurrenten. In later eeuwen zakte Stavoren af tot een klein kustplaatsje van weinig belang. Totdat rond 1880 ineens de visvangst op de Zuiderzee van groot belang werd. Dat duurde tot aan de aanleg van de Afsluitdijk in 1932. Pas in de tweede helft van de 20-ste eeuw ging het weer bergopwaarts met Stavoren, dank zij het toerisme.
Er is wel een zeer opmerkelijk verschil met het verderop gelegen stadje Hindeloopen, waar ik een paar dagen eerder al was geweest. Stavoren is een zeer oud stadje, maar dat is aan de gebouwen nauwelijks te zien (op het voormalige stadhuis na). Dit in tegenstelling tot Hindeloopen waar juist heel veel zichtbaar oude fraaie panden staan. Hoogst opmerkelijk en heel merkwaardig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten