Hallo Beste bloglezers,
Het heeft even geduurd, maar hier is weer een stukje op mijn blog. Twee weken geleden (op 14 augustus 2011) ben ik weer in Zwolle geweest. Deze keer ging ik naar het Museum de Fundatie (te zien op de foto hiernaast). Dat is een museum vol schilderijen vanaf de late Middeleeuwen tot de 20-ste eeuw. Niet helemaal mijn grote interesse, maar het was toch de moeite waard. Het eerste schilderij waar ik tegenaan keek, was een stilleven met enkele grote schelpen , een paar koraaltakken en nog enkele attributen, van de schilder Willem Kalf. Die schilder was geboren in Rotterdam. Dat doet het wel goed bij een Rotterdammer als ik. In de zalen op de begane grond hingen de schilderijen van de vaste collectie. Op de eerste etage was een tijdelijke tentoonstelling van schilderijen van Evert Thielen. Niet direct een bekende naam, maar wel een opvallend schilder. Hij is in 1954 geboren te Venlo. Op jonge leeftijd zag hij in Gent het veelluik-schilderij het Lam Gods van de Gebroeders van Eyck. Dat inspireerde hem om zich op de schilderkunst te storten. In de jaren 70 bezocht hij de Kunstacademie te Den Haag. Maar daar ergerde hij zich aan het slordige gedrag en onprofessionele geschilder van zijn collega's. Als reactie daarop kleedde hij zich juist zeer netjes. Dat doet hij nu nog steeds. Je zou hem zo verwarren voor de een of andere verdwaalde ambtenaar. Na Den Haag bezocht hij de Kunstacademie te Antwerpen. Daar kon hij wel zijn hart ophalen aan ambachtelijke schilderkunst en het evenzeer ambachtelijk maken van zijn verf. Als je zijn schilderijen bekijkt, dan zie je dat hij ze zeer vakkundig heeft gemaakt, net als de beroemde schilders uit de Late Middeleeuwen en de Hollandse Gouden Eeuw. Ze zijn het bekijken meer dan waard.
Het gebouw van Museum de Fundatie is ook opmerkelijk. Het museum zit daar in sinds 2005. Maar het gebouw zelf staat al sinds 1840 aan de Blijmarkt in Zwolle. Overigens was dat geen markt waar men met blij gemoed kwam, maar had het die naam gekregen in 1362. Toen stalde de stad Zwolle op dat plein zijn blijden, de reusachtige katapulten waarmee ze in dat jaar het kasteel Voorst bestookten. Daarover vertelde ik al in mijn vorige blog over Zwolle op 15 juli 2011, en in mijn blog over Kampen op 10 augustus 2011. Vanaf 1840 was het pand aan de Blijmarkt een gerechtshof. Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde het Gerechtshof naar een ander pand, en trok er een archiefdienst in het leegstaande gebouw. Nadat die vertrok, kwam er een museum van figuratieve kunst in. In 2005 werd het pand grondig onder handen genomen en gerenoveerd. Daarna trok het Museum de Fundatie erin.
Dat wil niet zeggen dat het Museum de Fundatie nog maar zo kort bestaat. Het is ouder. Sterker: er zit een hele voorgeschiedenis aan vast. Het museum in Zwolle is een filiaal van het oorspronkelijke museum de Fundatie in Heino, dat in 1958 is opgericht door Dirk Hannema.
Dirk Hannema werd in 1896 geboren in Nederlandsch Indie. Toen hij 5 jaar oud was, reisde hij met zijn ouders terug naar Nederland. Daar raakte hij in zijn tienerjaren al zeer ge-interesseerd in kunst. Geen wonder dat hij een studie kunstgeschiedenis volgde. Rond 1920 werd hij medewerker bij het Museum Boymans van Beuningen te Rotterdam. Dat was toen nog gevestigd in het Schielandhuis (dat het bombardement van 14 mei 1940 heeft overleefd). In 1922 werd hij er directeur. Omdat het Schielandhuis te klein werd, verhuisde het museum Boymans van Beuningen in 1935 naar een nieuw en veel groter pand elders in Rotterdam. Daar zit het museum nu nog steeds. In 1937 beleefde Dirk Hannema zijn finest hour: hij kocht voor 1,25 miljoen gulden een schilderij dat in Parijs was opgedoken en aan Johannes Vermeer werd toegeschreven. Het had als titel: de Emmausgangers. Het werd een van de topstukken van het museum.
Op 10 mei 1940 begon ook voor Nederland de Tweede Wereldoorlog. Na 5 dagen oorlog gaf het Nederlandse leger zich over en begon de bezetting. In 1942 vroeg NSB-leider Mussert aan Dirk Hannema of hij Gevolmachtigde voor het Museumwezen in Nederland wilde worden. Daar ging Dirk Hannema op in. Na de bevrijding in 1945 kreeg hij daarom ineens de beschuldiging van verraad voor de voeten geworpen. Hij werd opgepakt en voor een aantal maanden opgesloten. Uiteindelijk kreeg hij geen straf. Misschien had hij toch gelijk met zijn verdediging dat zijn functie als Gevolmachtigde voor het Museumwezen ongeveer te vergelijken was met het bekende dilemma van de burgemeester in oorlogstijd. Hij had proberen te redden wat er te redden viel aan museum- en kunstcollecties in Nederland.
Helaas kon hij niet meer terugkeren als directeur van het Museum Boymans van Beuningen. Daarom moest hij ontslag nemen. Maar er kwam een nog groter probleem op hem af. Tijdens de bezetting had Goering (ja, die dikzak van de Luftwaffe) in heel Europa zeer vele kunstwerken bijeen geroofd. Ook schilderijen uit Nederland, waaronder de Emmausgangers van Johannes Vermeer. Daar was op de een of andere manier ook een mislukte kunstenaar Han Vermeegeren mee annex. Hij zou de een of andere vorm van landverraad hebben gepleegd. Maar Han Vermeegeren ontkende dat en zei - om zijn huid te redden - dat het schilderij van de Emmausgangers een vervalsing was. Aanvankelijk werd Han Vermeegeren niet geloofd. Vervolgens maakte hij onder toezicht een nieuwe vervalsing van een niet bestaand schilderij van Johannes Vermeer. Kunstkenners moesten erkennen dat Han Vermeegeren een meestervervalser was. De reputatie van Dirk Hannema was definitief kapot. Nog erger: 4 schilderijen in de collectie van museum Boymans van Beuningen die aan Vincent van Gogh waren toegeschreven, bleken ook vals te zijn. Curieus is daarom dat recentelijk het schilderij "de molen le Blute-fin" uit 1886 na grondig onderzoek toch van Vincent van Gogh bleek te zijn, terwijl kunstkenners tientallen jaren dachten dat dat niet zo was, gezien de slechte reputatie van Dirk Hannema. Dat schilderij hangt daarom weer in een van de zalen van Museum de Fundatie te Zwolle.
Terug naar Dirk Hannema. In 1958 trok hij zich terug in het dorp Heino, oostelijk van Zwolle. Daar betrok hij het kasteel Nijenhuis, even buiten het dorp. Hij richtte het kasteel in met kunstwerken en schilderijen naar zijn smaak (hij was overduidelijk een kunstminnaar) en stelde het open voor publiek. Dat was het begin van het huidige Museum de Fundatie. Vanaf 1958 tot aan zijn dood in 1984 woonde hij op het kasteel en leidde hij daar museumbezoekers persoonlijk rond langs al zijn kunstwerken en gaf er uitgebreid tekst en uitleg over. In 2005 werd - zoals ik hierboven al vertelde - het museum uitgebreid met het filiaal in Zwolle. Het is een bezoek waard! Meer informatie is te vinden op de site van het museum: www.museumdefundatie.nl .