Al een paar weken lang smoren we zowat vanwege een hittegolf. Zoiets hoort nu eenmaal bij een zomer. Als klimaatmaniakken moord en brand gaan schreeuwen dat dit een teken zou zijn van de opwarming van de Aarde, dan weten zij niet meer wat de seizoenen ook al weer zijn en welke temperaturen daar zoal bij horen. Vooral niet wat het zomerseizoen ook al weer precies is. Maar dat verder terzijde. Ik heb vaak genoeg mijn mening over die klimaatkwestie op mijn blog geventileerd. Het laatst nog op 30 december 2012 onder de titel Hoog water? O ja?, en op 16 december 2012 onder de titel Toen lag er weer sneeuw.
Maar op zaterdag 27 juli 2013 dreef er ineens vanuit het zuidwesten een duistere wolkenlucht over Leeuwarden. Vervolgens begon het te enorm te regenen en te bliksemen en te donderen. Vlak voor de regenbui losbarstte, heb ik de hierboven geplaatste foto gemaakt van die duistere wolkenlucht boven mijn flat. Alleen rechts beneden is nog een licht stukje lucht van voor de donderbui te zien.
Binnen een uur was de bui al weer overgedreven.
's Avonds was het in alle journaals: er was een grote gordel van een uitgestrekte regenbui over heel Nederland getrokken vanuit het zuiden naar het noorden, waar veel regen uit was gevallen, maar die verder weinig schade had veroorzaakt. Daar was de donderbui boven Leeuwarden dus onderdeel van geweest.
zaterdag 27 juli 2013
woensdag 24 juli 2013
Een dagje in Drenthe
Hallo ge-interesseerde bloglezers,
Anderhalve week geleden ben ik met 2 vrienden uit Groningen-stad in Drenthe geweest. We reden over landelijke weggetjes via Assen naar Rolde, ooit de oudste hoofdplaats van Drenthe geweest, voordat Coevorden en Assen dat werden. Achter de 15-e eeuwse kerk (te zien op foto 1 hier onderaan dit blogbericht) stopten we om de benen te strekken. Achter de kerk van Rolde staan 2 hunebedden. Die ziet u op foto 2 en 3 hier onderaan. Drenthe is sowieso bekend om zijn hunebedden. Daar staan er meer dan 50 van in deze provincie. Ze zijn gebouwd tussen 3300 en 2800 voor Christus. Daarmee zijn ze royaal ouder dan de pyramiden in Egypte, die vanaf circa 2000 voor Christus werden gebouwd. De hunebedden werden gebouwd door het Trechterbeker-volk. In de periode rond 3300 voor Christus waren zij overgestapt van de jacht op de landbouw. Dat was de reden waarom ze niet langer rondtrokken en zich dus op 1 vaste plek vestigden. En om dat te benadrukken en zo hun territorium aan te geven, bouwde elke Trechterbeker-gemeenschap of -stam in die periode zijn eigen hunebed waar ze hun doden in bijzetten. Die keien vonden ze ter plekke. Die waren oorspronkelijk afkomstig uit Scandinavie en waren tijdens de ijstijden door de gletschers naar onze streken vervoerd. Daarover heb ik lang geleden al een keer over geblogd, namelijk op 19 april 2011, getiteld: De Kruithof en het IJstijdenmuseum in Buitenpost. Ik maakte ondertussen enkele foto's van de hunebedden achter de kerk van Rolde.
Toen we genoeg hadden gezien, stapten we in en reden verder naar Gieten. Daar gebruikten we een kop koffie met gebak op het terras bij restaurant Job. Op foto 4 ziet u mijn beide vrienden. Naast het restaurant lag een groot plein met erlangs een winkelcentrum. Vroeger heeft daar het spoorwegstation van Gieten gestaan, van 1905 tot 1972. Gieten had toen een spoorverbinding via Rolde naar Assen en had zo aansluiting met de rest van het Nederlandse spoorwegnetwerk. Achter dat station had ooit de vleesfabriek Udema gestaan. Die kon via die spoorlijn makkelijk zijn ingeblikte vlees naar het buitenland exporteren.
Nadat we onze koffie en gebak hadden afgerekend, stapten we in en reden we verder naar Borger. Noordelijk van Borger stopten we even in de berm van de oude rijksweg om de grafheuvel die daar midden in het weiland ligt, te bekijken. Die ziet u op foto 5. Op een boomstomp langs het fietspad parallel aan de oude rijksweg was een informatiebordje gespijkerd waarop stond te lezen dat deze grafheuvel uit circa 1700 voor Christus stamde. Ik had deze grafheuvel jaren geleden al een paar keren eerder gezien en gefotografeerd. Nu wilde ik mijn vrienden ook deze grafheuvel laten zien. Die vonden dat wel interessant. Verder herinner ik me dat het Drents Museum voor de verbouwing vorig jaar een vitrine heeft gehad met daarin tentoongesteld enkele vondsten uit die grafheuvel. Dit jaar heb ik die vondsten niet meer teruggezien in het heringerichte Drents Museum in Assen. Blijkbaar zijn ze nu opgeslagen in het depot.
Hierna reden we verder, reden Borger door en keerden via landweggetjes weer langzaam maar zeker terug naar Groningen-stad. Onderweg stopten we even in het dorp Anloo, vlak bij de Magnuskerk, gebouwd rond 1100. Die kerk ziet u op foto 6. U kijkt hier tegen de noordkant aan, zodat u het dichtgemetselde Noormannenpoortje en het ingemetselde sarcofaagdeksel daarboven kunt zien. Die kerk is trouwens niet vernoemd naar de niet-bestaande Friese held Magnus Forteman die rond 800 voor Karel de Grote Rome zou hebben veroverd en daarvoor als dank van Karel de Grote een aantal mythische rechten en keuren had ontvangen en van de paus het even mythische Magnusvaandel hebben gekregen. Die zouden na zijn terugkeer in Friesland in de Dom van Almenum zijn opgeslagen. Daar is in de huidige kerk van Almenum (zeg maar de Grote kerk in Harlingen) niets van terug te vinden. Neen, deze kerk in Anloo is vernoemd naar de heilige Magnus, bisschop van Trani, die was overleden in 251. Dat is dezelfde heilige naar wie de bekende Friezenkerk in Rome (gebouwd in 1141) is vernoemd. De Friezen verwarden eeuwen geleden die Magnus van Trani nogal eens met hun eigen helaas mythische held Magnus Forteman. Over die mythische Magnus Forteman heb ik vorig jaar al een keer geblogd, namelijk op 23 september 2012 onder de titel: Open Monumentendag 2012 in Harlingen.
Ook curieus is dat Anloo en Rolde stopplaatsen zijn geweest voor abt Emo op zijn lange reis van Wittewierum naar Rome en terug. Daarover heb ik vorig jaar ook geblogd op 10 mei 2012 onder de titel: Dag naar Woltersum en Wittewierum, met leestip. Die leestip betrof de roman Emo's labyrinth, van Ynskje Penning.
Ondertussen wandelde ik rond de kerk en maakte een aantal foto's (nogmaals: foto 6). Opmerkelijk is dat het schip van de kerk in Anloo was gebouwd van vulkanische tufsteen uit de Eifel, dat het koor (later) was gebouwd van baksteen, en dat de toren (met zijn typerende trapgevels en dakruiter) grotendeels was gebouwd van baksteen, maar blijkbaar later in twee fasen is opgehoogd met tufsteen, en nog later weer verder opgehoogd met baksteen. Dat kun je ook zien aan het feit dat er galmgaten onder elkaar zitten in die toren. Aan de noordkant van de kerk, in de tufstenen kerkmuur is een dichtgemetseld Noormannenpoortje te zien. Daarover heb ik al eerder geblogd, namelijk op 14 oktober 2012, onder de titel: Vervolg op Aduard, het kerkje van Fransum met zijn Noormannenpoortje. Daarin leg ik uit dat de term Noormannenpoortjes niet klopt, omdat de kerk zelf een eeuw na de Noormannentijd was gebouwd en dat deze noordelijke ingang ooit de ingang voor de vrouwelijke gelovigen is geweest en met de Reformatie rond 1580-1594 was dichtgemetseld. Boven dat dichtgemetselde Noormannenpoortje is een grote grijze steen te zien. Dat is de deksteen van een Middeleeuwse sarcofaag.
Vroeger, gedurende de Middeleeuwen werd jaarlijks op 19 augustus (de sterfdag van Magnus van Trani !) in Anloo voor de Magnuskerk de Etstoel gehouden. De Etstoel was een Middeleeuwse rechtbank die op verschillende plekken en tijden in Drenthe rechtdagen organiseerde en recht sprak. Tegenwoordig wordt de Etstoel nog steeds (rond de 19-e augustus) gehouden, maar nu om folkloristische en toeristische redenen. Dan maken de dorpelingen er een heel dorpsfeest van en verkleden zich in Middeleeuwse kleren en is het dorp gehuld in Middeleeuwse sferen.
Hierna stapten we weer in en reden terug naar Groningen-stad, waar we bij het NS-station afscheid namen en uit elkaar gingen en naar huis terugkeerden.
Anderhalve week geleden ben ik met 2 vrienden uit Groningen-stad in Drenthe geweest. We reden over landelijke weggetjes via Assen naar Rolde, ooit de oudste hoofdplaats van Drenthe geweest, voordat Coevorden en Assen dat werden. Achter de 15-e eeuwse kerk (te zien op foto 1 hier onderaan dit blogbericht) stopten we om de benen te strekken. Achter de kerk van Rolde staan 2 hunebedden. Die ziet u op foto 2 en 3 hier onderaan. Drenthe is sowieso bekend om zijn hunebedden. Daar staan er meer dan 50 van in deze provincie. Ze zijn gebouwd tussen 3300 en 2800 voor Christus. Daarmee zijn ze royaal ouder dan de pyramiden in Egypte, die vanaf circa 2000 voor Christus werden gebouwd. De hunebedden werden gebouwd door het Trechterbeker-volk. In de periode rond 3300 voor Christus waren zij overgestapt van de jacht op de landbouw. Dat was de reden waarom ze niet langer rondtrokken en zich dus op 1 vaste plek vestigden. En om dat te benadrukken en zo hun territorium aan te geven, bouwde elke Trechterbeker-gemeenschap of -stam in die periode zijn eigen hunebed waar ze hun doden in bijzetten. Die keien vonden ze ter plekke. Die waren oorspronkelijk afkomstig uit Scandinavie en waren tijdens de ijstijden door de gletschers naar onze streken vervoerd. Daarover heb ik lang geleden al een keer over geblogd, namelijk op 19 april 2011, getiteld: De Kruithof en het IJstijdenmuseum in Buitenpost. Ik maakte ondertussen enkele foto's van de hunebedden achter de kerk van Rolde.
Toen we genoeg hadden gezien, stapten we in en reden verder naar Gieten. Daar gebruikten we een kop koffie met gebak op het terras bij restaurant Job. Op foto 4 ziet u mijn beide vrienden. Naast het restaurant lag een groot plein met erlangs een winkelcentrum. Vroeger heeft daar het spoorwegstation van Gieten gestaan, van 1905 tot 1972. Gieten had toen een spoorverbinding via Rolde naar Assen en had zo aansluiting met de rest van het Nederlandse spoorwegnetwerk. Achter dat station had ooit de vleesfabriek Udema gestaan. Die kon via die spoorlijn makkelijk zijn ingeblikte vlees naar het buitenland exporteren.
Nadat we onze koffie en gebak hadden afgerekend, stapten we in en reden we verder naar Borger. Noordelijk van Borger stopten we even in de berm van de oude rijksweg om de grafheuvel die daar midden in het weiland ligt, te bekijken. Die ziet u op foto 5. Op een boomstomp langs het fietspad parallel aan de oude rijksweg was een informatiebordje gespijkerd waarop stond te lezen dat deze grafheuvel uit circa 1700 voor Christus stamde. Ik had deze grafheuvel jaren geleden al een paar keren eerder gezien en gefotografeerd. Nu wilde ik mijn vrienden ook deze grafheuvel laten zien. Die vonden dat wel interessant. Verder herinner ik me dat het Drents Museum voor de verbouwing vorig jaar een vitrine heeft gehad met daarin tentoongesteld enkele vondsten uit die grafheuvel. Dit jaar heb ik die vondsten niet meer teruggezien in het heringerichte Drents Museum in Assen. Blijkbaar zijn ze nu opgeslagen in het depot.
Hierna reden we verder, reden Borger door en keerden via landweggetjes weer langzaam maar zeker terug naar Groningen-stad. Onderweg stopten we even in het dorp Anloo, vlak bij de Magnuskerk, gebouwd rond 1100. Die kerk ziet u op foto 6. U kijkt hier tegen de noordkant aan, zodat u het dichtgemetselde Noormannenpoortje en het ingemetselde sarcofaagdeksel daarboven kunt zien. Die kerk is trouwens niet vernoemd naar de niet-bestaande Friese held Magnus Forteman die rond 800 voor Karel de Grote Rome zou hebben veroverd en daarvoor als dank van Karel de Grote een aantal mythische rechten en keuren had ontvangen en van de paus het even mythische Magnusvaandel hebben gekregen. Die zouden na zijn terugkeer in Friesland in de Dom van Almenum zijn opgeslagen. Daar is in de huidige kerk van Almenum (zeg maar de Grote kerk in Harlingen) niets van terug te vinden. Neen, deze kerk in Anloo is vernoemd naar de heilige Magnus, bisschop van Trani, die was overleden in 251. Dat is dezelfde heilige naar wie de bekende Friezenkerk in Rome (gebouwd in 1141) is vernoemd. De Friezen verwarden eeuwen geleden die Magnus van Trani nogal eens met hun eigen helaas mythische held Magnus Forteman. Over die mythische Magnus Forteman heb ik vorig jaar al een keer geblogd, namelijk op 23 september 2012 onder de titel: Open Monumentendag 2012 in Harlingen.
Ook curieus is dat Anloo en Rolde stopplaatsen zijn geweest voor abt Emo op zijn lange reis van Wittewierum naar Rome en terug. Daarover heb ik vorig jaar ook geblogd op 10 mei 2012 onder de titel: Dag naar Woltersum en Wittewierum, met leestip. Die leestip betrof de roman Emo's labyrinth, van Ynskje Penning.
Ondertussen wandelde ik rond de kerk en maakte een aantal foto's (nogmaals: foto 6). Opmerkelijk is dat het schip van de kerk in Anloo was gebouwd van vulkanische tufsteen uit de Eifel, dat het koor (later) was gebouwd van baksteen, en dat de toren (met zijn typerende trapgevels en dakruiter) grotendeels was gebouwd van baksteen, maar blijkbaar later in twee fasen is opgehoogd met tufsteen, en nog later weer verder opgehoogd met baksteen. Dat kun je ook zien aan het feit dat er galmgaten onder elkaar zitten in die toren. Aan de noordkant van de kerk, in de tufstenen kerkmuur is een dichtgemetseld Noormannenpoortje te zien. Daarover heb ik al eerder geblogd, namelijk op 14 oktober 2012, onder de titel: Vervolg op Aduard, het kerkje van Fransum met zijn Noormannenpoortje. Daarin leg ik uit dat de term Noormannenpoortjes niet klopt, omdat de kerk zelf een eeuw na de Noormannentijd was gebouwd en dat deze noordelijke ingang ooit de ingang voor de vrouwelijke gelovigen is geweest en met de Reformatie rond 1580-1594 was dichtgemetseld. Boven dat dichtgemetselde Noormannenpoortje is een grote grijze steen te zien. Dat is de deksteen van een Middeleeuwse sarcofaag.
Vroeger, gedurende de Middeleeuwen werd jaarlijks op 19 augustus (de sterfdag van Magnus van Trani !) in Anloo voor de Magnuskerk de Etstoel gehouden. De Etstoel was een Middeleeuwse rechtbank die op verschillende plekken en tijden in Drenthe rechtdagen organiseerde en recht sprak. Tegenwoordig wordt de Etstoel nog steeds (rond de 19-e augustus) gehouden, maar nu om folkloristische en toeristische redenen. Dan maken de dorpelingen er een heel dorpsfeest van en verkleden zich in Middeleeuwse kleren en is het dorp gehuld in Middeleeuwse sferen.
Hierna stapten we weer in en reden terug naar Groningen-stad, waar we bij het NS-station afscheid namen en uit elkaar gingen en naar huis terugkeerden.
Labels:
Anloo,
Drenthe,
grafheuvels,
hunebedden,
Noormannenpoortjes,
Rolde
woensdag 17 juli 2013
Op het juiste moment op de juiste plek
Deze foto heb ik 2 weken geleden genomen. Ik stond toen op het Stephenson spoorwegviaduct. De zon stond al laag boven de horizon en scheen prachtig fel goudkleurig op de ramen van die twee kantoortorens van Abe Bonnema; op de voorgrond de 77 meter hoge Averotoren uit 1991, en vlak daar achter de 115 meter hoge Achmeatoren uit 2002. Kortom, ik was op het juiste moment op de juiste plek voor de perfecte foto. Meestal zie je dit soort gelikte foto's in dure fotoboeken over grote steden elders in de wereld. Maar zoals jullie kunnen zien, dicht bij huis kun je ze dus ook maken.
De Achmeatoren heeft sinds 2002 een ongelukkig begin gekend. Ieder jaar razen er wel een paar stormen over Friesland, en dus ook over Leeuwarden. Daarbij raakten er in 2002 en 2003 een paar tegels van de buitenwand los en vielen naar beneden. Niet erg veilig voor wandelaars beneden op het trottoir of andere verkeersdeelnemers op de Sofialaan. Die werd daarom afgezet voor het verkeer. Nadien zijn de muurtegels extra stevig vastgezet. Sindsdien zijn er geen tegels meer afgewaaid. Maar het is hiermee wel weer duidelijk: Leeuwarden heeft iets ongelukkigs met torens.
Meestal vind ik de panden en kantoortorens van Abe Bonnema (1926-2001) niet altijd zo mooi. Ze zijn me veel te strak en te kaal en te hoekig. Maar op een moment als dit (met die zonsondergang achter mijn rug) worden ze toch nog mooi. Overigens, lang geleden, op 18 februari 2010 heb ik ook al een foto van een kantoortoren van Abe Bonnema op mijn blogsite geplaatst. De titel van dat blogstukje luidde: Rotterdams bouwwerk van een Friese architect. Het betrof het pand de Delftse Poort uit 1990, 150 meter hoog en staande aan de oostkant van het Stationsplein in het centrum van Rotterdam. Dat pand is van het verzekeringsbedrijf Nationale Nederlanden. Overigens is het stationsplein dat op die foto (uit 2004) is te zien momenteel totaal veranderd. Dat heeft te maken met de sloop van het oude NS-station uit de jaren 50 en de nieuwbouw van het nieuwe NS-station. Maar dat is een ander verhaal.
De Achmeatoren heeft sinds 2002 een ongelukkig begin gekend. Ieder jaar razen er wel een paar stormen over Friesland, en dus ook over Leeuwarden. Daarbij raakten er in 2002 en 2003 een paar tegels van de buitenwand los en vielen naar beneden. Niet erg veilig voor wandelaars beneden op het trottoir of andere verkeersdeelnemers op de Sofialaan. Die werd daarom afgezet voor het verkeer. Nadien zijn de muurtegels extra stevig vastgezet. Sindsdien zijn er geen tegels meer afgewaaid. Maar het is hiermee wel weer duidelijk: Leeuwarden heeft iets ongelukkigs met torens.
Meestal vind ik de panden en kantoortorens van Abe Bonnema (1926-2001) niet altijd zo mooi. Ze zijn me veel te strak en te kaal en te hoekig. Maar op een moment als dit (met die zonsondergang achter mijn rug) worden ze toch nog mooi. Overigens, lang geleden, op 18 februari 2010 heb ik ook al een foto van een kantoortoren van Abe Bonnema op mijn blogsite geplaatst. De titel van dat blogstukje luidde: Rotterdams bouwwerk van een Friese architect. Het betrof het pand de Delftse Poort uit 1990, 150 meter hoog en staande aan de oostkant van het Stationsplein in het centrum van Rotterdam. Dat pand is van het verzekeringsbedrijf Nationale Nederlanden. Overigens is het stationsplein dat op die foto (uit 2004) is te zien momenteel totaal veranderd. Dat heeft te maken met de sloop van het oude NS-station uit de jaren 50 en de nieuwbouw van het nieuwe NS-station. Maar dat is een ander verhaal.
Labels:
Abe Bonnema,
Achmeatoren,
Averotoren,
foto zonsondergang,
Leeuwarden
dinsdag 16 juli 2013
Over nostalgie gesproken ...
Hallo blogvolgers,
Dan nu wat onschuldigs. Wat vinden jullie van deze foto?
Ik heb hem gemaakt bij de scheepswerf Welgelegen, aan de rand van het Hemrik-industrieterrein dat aan de oostkant van Leeuwarden ligt. Het ligt aan de linkerkant, verscholen achter een rij bomen en hoge struiken, als je de vanuit de stad de Greunsbrug overkomt. Ik vond het wel grappig: de boot heet niet alleen zo, maar is het zo te zien zelf ook, gezien de tamelijk vervallen staat waarin het verkeert.
Ik heb de foto in juni 2013 genomen, en thuis digitaal enigszins grijs en gebleekt gemaakt, alsof ie daardoor wat ouder lijkt dan ie is.
Dan nu wat onschuldigs. Wat vinden jullie van deze foto?
Ik heb hem gemaakt bij de scheepswerf Welgelegen, aan de rand van het Hemrik-industrieterrein dat aan de oostkant van Leeuwarden ligt. Het ligt aan de linkerkant, verscholen achter een rij bomen en hoge struiken, als je de vanuit de stad de Greunsbrug overkomt. Ik vond het wel grappig: de boot heet niet alleen zo, maar is het zo te zien zelf ook, gezien de tamelijk vervallen staat waarin het verkeert.
Ik heb de foto in juni 2013 genomen, en thuis digitaal enigszins grijs en gebleekt gemaakt, alsof ie daardoor wat ouder lijkt dan ie is.
zondag 7 juli 2013
Chemische oorlogvoering in 1915 dank zij Joods vernuft
Hallo ge-interesseerde bloglezers,
Kort geleden plaatste Gert-Jan Hermus een blogstukje over zijn bezoek met zijn gezin aan kamp Westerbork. Het riep veel vragen op bij zijn kinderen, maar bracht hen ook tot het besef dat dit een verschrikkelijke tragedie is geweest. Ik vind het alleen maar verbijsterend dat iemand als Adolf Hitler zo vol blinde Jodenhaat zat dat hij daarom miljoenen Joden liet uitroeien. Ik kan er geen begrip voor opbrengen hoe iemand zulke zieke idee-en kon rondbazuinen en ten uitvoer brengen.
In juni 1939 startte propagandaminister Goebbels (in verband met de aanstaande oorlog tegen Polen in september 1939) een propagandacampagne om de Joden met verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog weer eens zwart te maken als lafaards. Al snel kwamen er reacties uit het Duitse volk, onder andere van Duits-Joodse veteranen waaruit het tegendeel bleek. Ook verscheidene Duitse veteranen herinnerden zich juist dat veel Duitse Joden vanaf 1914 enthousiast schouder aan schouder hadden meegevochten met Duitse soldaten in de loopgraven aan het Westfront. Velen waren gesneuveld. Daarom mislukte om die reden deze haatcampagne van Goebbels.
Nog een opvallend detail: het was een Duitse Jood die als piloot boven het Westfront had gevlogen en gevochten en die zijn vliegtuig met een opvallend symbool had opgesierd: een hakenkruis. Dat was tijdens de Eerste Wereldoorlog nog een volstrekt onschuldig symbool dat nog niet de sinistere betekenis had die het door Hitler had gekregen. Kortom, Duitse Joden tijdens de Eerste Wereldoorlog laf? Er waren juist velen heldhaftig gesneuveld voor volk en vaderland. En een aantal anderen die het overleefden, hadden opvallend hoge onderscheidingen gekregen, niet alleen het IJzeren Kruis, maar ook de Pour le Merite (ook bekend als de Blauwe Max). Kortom, met de Duitse Joden was niks mis. Ze hadden dapper meegevochten in de loopgraven zij aan zij met de Duitse soldaten. Daarom voelden de Joden in Duitsland zich na afloop van de grote Wereldoorlog geheel geaccepteerd en volledig ge-integreerd als Duits staatsburger. Een aantal van hen waren om die reden zelfs van geloof veranderd; ze waren Protestants of Rooms-Katholiek geworden en hadden hun Joodse geloof vaarwel gezegd. Dat gold ook voor de chemicus die ik verderop zal bespreken. Maar toen Hitler in 1933 aan de macht kwam werden de Joden toch weer apart gezet, gediscrimineerd, bestolen, het land uitgejaagd en uiteindelijk massaal vermoord.
Zie u al enige parallellen met de Moslims sinds 11 september 2001? Goed ge-integreerde Turken en Marokkanen en hun nakomelingen die hier in Nederland als gastarbeider zijn komen werken, maar die vanwege hun geloof alsnog apart gezet en gediscrimineerd worden door een geblondeerde (!) schreeuwlelijk uit Limburg.
Nog een wonderlijk en vooral duister verhaal: op 22 april 1915 voerden de Duitsers noordelijk van Ieperen voor het eerst op grote schaal een succesvolle aanval op het Franse leger uit met giftig chloorgas. Die aanval was zo'n overdonderend groot succes dat het front open lag en de Duitsers zo konden opmarcheren naar Parijs.. Als ze genoeg troepen tot hun beschikking hadden gehad. Maar die hadden ze niet. Vlug voerden ze troepen uit andere frontsectoren aan voor hun opmars naar Parijs. De Fransen waren natuurlijk snel ge-alarmeerd door de verrassingsaanval met gifgas en haalden ook snel troepen van elders om het opengevallen gat in hun verdediging op te vullen. Toen dat aan beide kanten was voltooid, liep het uit op de zoveelste nutteloze slachting. Alweer honderden soldaten voor niets gesneuveld. Nadien is er door alle partijen aan het Westfront vaak gifgas ingezet, maar toen was de verrassing weg. Gifgas werd toen hoogstens een wapen om de tegenstander tijdens een aanval extra te hinderen door ze te dwingen een gasmasker op te zetten, met alle onhandigheden en hinderlijkheden die daar bij hoorden.
Overigens, de Franse en Britse Geallieerden hebben aan het Westfront tot 4 keer zoveel vaker gifgas ingezet dan de Duitsers. Hoe dat kwam? Door de wind. Vanuit Duits oogpunt stond de wind - waaiend vanuit het zuidwesten - vaak verkeerd, maar voor de Geallieerden juist perfect.
Ook opmerkelijk: het was het Franse leger dat al in augustus 1914 als eerste traangas in de strijd tegen het Duitse leger gebruikte. Maar dat was blijkbaar vrij incidenteel en nog niet erg dodelijk, en evenmin grootschalig zoals het Duitse leger dat vanaf 22 april 1915 deed. En - heel merkwaardig - Frankrijk wordt niet op deze sinistere primeur afgerekend, maar Duitsland wel.
Na de Eerste Wereldoorlog is op de plek van die eerste gifgasaanval op 22 april 1915 bij Steenstrate (een gehucht noordelijk van Ieperen) een monument geplaatst. Althans, het eerste monument was in 1929 geplaatst en bestond uit een beeldengroep van 3 soldaten die getroffen waren door gifgas; twee waren al dood, de derde greep stikkend naar zijn keel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers in 1941 dat monument opgeblazen. In 1954 werden plannen gemaakt voor een nieuw monument, dat in 1961 werd onthuld. Dat is het "verzoeningskruis" (wat een giller) dat u op de hierboven geplaatste foto ziet. Die heb ik in 2005 gemaakt tijdens mijn reis langs de slagvelden van de beide wereldoorlogen. Daarover heb ik al vaker geblogd, recentelijk nog op 25 juni 2013, met een leestip (twee blogstukjes terug).
Wie was de uitvinder van dit onzichtbare en geniepige gruwelwapen? Dat was Fritz Haber (1868-1934), een Duitse chemicus. Vanaf 1911 was hij benoemd tot directeur van het Kaiser Wilhelm Institut voor chemie en electrochemie. Later ontwikkelde hij meer gifgassen waaronder het zeer giftige fosgeen en het zeer beruchte mosterdgas, die natuurlijk allemaal ook aan het Westfront werden gebruikt. In 1918 heeft deze geleerde de Nobelprijs voor de chemie gekregen. Ondanks de vele protesten erkenden de Geallieerden daarmee min of meer dat zij ook veel te danken hadden aan zijn wetenschappelijke werkzaamheden en ontdekkingen. In 1925 werd Fritz Haber lid van de raad van toezicht van IG-Farben (!). In 1933 was hij nog steeds werkzaam op het Kaiser Wilhelm Institut, toendertijd het belangrijkste wetenschappelijke instituut in Duitsland. Maar helaas, in dat jaar kwam Adolf Hitler aan de macht en toen moest Fritz Haber naar het buitenland vluchten. Hij was Jood. Uiteindelijk is hij in 1934 in Basel overleden. Krankzinnig curieus is dat hij in de voorgaande jaren nog had meegewerkt aan de ontwikkeling van het insectenbestrijdingsmiddel Cyclon B. Als hij wist waar de Nazi's dat voor zouden gaan gebruiken, zou hij verbijsterd zijn. Een aantal van zijn familieleden zijn er jaren later mee vergast in een van Hitlers dodenkampen. Meer over deze man kunt u vinden in de Wikipedia. En meer artikelen over de gasoorlog en Fritz Haber zijn ook te vinden op de site www.wereldoorlog1418.nl .
Overigens vind ik het nogal hypocriet om chemische wapens een meer dan verschrikkelijk wapen te noemen. Alsof het minder erg was dat soldaten met mitrailleurs werden doorzeefd, met mijnen werden opgeblazen, en door kanonskogels en vooral shrapnelgranaten aan stukken werden gereten. De verwondingen van dit soort gebruikelijker wapens waren vaak zo gruwelijk dat de soldaten het vaak niet overleefden. En als ze het overleefden, duurde de doodsstrijd in de lazaretten nog een aantal dagen of weken. En dan heb ik het nog niet gehad over de soldaten met gruwelijk verminkte gezichten. Als ze de oorlog hadden overleefd, konden ze nooit meer terugkeren in de brave burgersamenleving. Ze zagen eruit als monsters van Frankenstein. Neen, erger dan het monster in de vele griezelfilms over professor Frankenstein. In Frankrijk trokken ze zich heel vaak terug op boerderijen ver van de stad en de samenleving vandaan en was er niemand welkom.
Fritz Haber was overduidelijk het tegendeel van alle antisemitische vooroordelen die Hitler in Mein Kampf spuide. Volgens hem waren Joden geen creatievelingen, geen kunstenaars, en kwamen ze ook niet op allerlei creatieve idee-en. Hitler schreef in Mein Kampf dat Joden volgens hem maar na-apers en copieerders waren. De ergste antisemitische opmerkingen van Hitler en zijn Nazi-volgelingen laat ik maar achterwege. Laat het duidelijk zijn dat daar dus niets van klopt. Ongetwijfeld zijn er meer concrete voorbeelden in allerlei archieven te vinden waaruit het tegendeel blijkt van Hitlers lachwekkende en waanzinnige en helaas ook dodelijke antisemitisme.
Kort geleden plaatste Gert-Jan Hermus een blogstukje over zijn bezoek met zijn gezin aan kamp Westerbork. Het riep veel vragen op bij zijn kinderen, maar bracht hen ook tot het besef dat dit een verschrikkelijke tragedie is geweest. Ik vind het alleen maar verbijsterend dat iemand als Adolf Hitler zo vol blinde Jodenhaat zat dat hij daarom miljoenen Joden liet uitroeien. Ik kan er geen begrip voor opbrengen hoe iemand zulke zieke idee-en kon rondbazuinen en ten uitvoer brengen.
In juni 1939 startte propagandaminister Goebbels (in verband met de aanstaande oorlog tegen Polen in september 1939) een propagandacampagne om de Joden met verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog weer eens zwart te maken als lafaards. Al snel kwamen er reacties uit het Duitse volk, onder andere van Duits-Joodse veteranen waaruit het tegendeel bleek. Ook verscheidene Duitse veteranen herinnerden zich juist dat veel Duitse Joden vanaf 1914 enthousiast schouder aan schouder hadden meegevochten met Duitse soldaten in de loopgraven aan het Westfront. Velen waren gesneuveld. Daarom mislukte om die reden deze haatcampagne van Goebbels.
Nog een opvallend detail: het was een Duitse Jood die als piloot boven het Westfront had gevlogen en gevochten en die zijn vliegtuig met een opvallend symbool had opgesierd: een hakenkruis. Dat was tijdens de Eerste Wereldoorlog nog een volstrekt onschuldig symbool dat nog niet de sinistere betekenis had die het door Hitler had gekregen. Kortom, Duitse Joden tijdens de Eerste Wereldoorlog laf? Er waren juist velen heldhaftig gesneuveld voor volk en vaderland. En een aantal anderen die het overleefden, hadden opvallend hoge onderscheidingen gekregen, niet alleen het IJzeren Kruis, maar ook de Pour le Merite (ook bekend als de Blauwe Max). Kortom, met de Duitse Joden was niks mis. Ze hadden dapper meegevochten in de loopgraven zij aan zij met de Duitse soldaten. Daarom voelden de Joden in Duitsland zich na afloop van de grote Wereldoorlog geheel geaccepteerd en volledig ge-integreerd als Duits staatsburger. Een aantal van hen waren om die reden zelfs van geloof veranderd; ze waren Protestants of Rooms-Katholiek geworden en hadden hun Joodse geloof vaarwel gezegd. Dat gold ook voor de chemicus die ik verderop zal bespreken. Maar toen Hitler in 1933 aan de macht kwam werden de Joden toch weer apart gezet, gediscrimineerd, bestolen, het land uitgejaagd en uiteindelijk massaal vermoord.
Zie u al enige parallellen met de Moslims sinds 11 september 2001? Goed ge-integreerde Turken en Marokkanen en hun nakomelingen die hier in Nederland als gastarbeider zijn komen werken, maar die vanwege hun geloof alsnog apart gezet en gediscrimineerd worden door een geblondeerde (!) schreeuwlelijk uit Limburg.
Nog een wonderlijk en vooral duister verhaal: op 22 april 1915 voerden de Duitsers noordelijk van Ieperen voor het eerst op grote schaal een succesvolle aanval op het Franse leger uit met giftig chloorgas. Die aanval was zo'n overdonderend groot succes dat het front open lag en de Duitsers zo konden opmarcheren naar Parijs.. Als ze genoeg troepen tot hun beschikking hadden gehad. Maar die hadden ze niet. Vlug voerden ze troepen uit andere frontsectoren aan voor hun opmars naar Parijs. De Fransen waren natuurlijk snel ge-alarmeerd door de verrassingsaanval met gifgas en haalden ook snel troepen van elders om het opengevallen gat in hun verdediging op te vullen. Toen dat aan beide kanten was voltooid, liep het uit op de zoveelste nutteloze slachting. Alweer honderden soldaten voor niets gesneuveld. Nadien is er door alle partijen aan het Westfront vaak gifgas ingezet, maar toen was de verrassing weg. Gifgas werd toen hoogstens een wapen om de tegenstander tijdens een aanval extra te hinderen door ze te dwingen een gasmasker op te zetten, met alle onhandigheden en hinderlijkheden die daar bij hoorden.
Overigens, de Franse en Britse Geallieerden hebben aan het Westfront tot 4 keer zoveel vaker gifgas ingezet dan de Duitsers. Hoe dat kwam? Door de wind. Vanuit Duits oogpunt stond de wind - waaiend vanuit het zuidwesten - vaak verkeerd, maar voor de Geallieerden juist perfect.
Ook opmerkelijk: het was het Franse leger dat al in augustus 1914 als eerste traangas in de strijd tegen het Duitse leger gebruikte. Maar dat was blijkbaar vrij incidenteel en nog niet erg dodelijk, en evenmin grootschalig zoals het Duitse leger dat vanaf 22 april 1915 deed. En - heel merkwaardig - Frankrijk wordt niet op deze sinistere primeur afgerekend, maar Duitsland wel.
Na de Eerste Wereldoorlog is op de plek van die eerste gifgasaanval op 22 april 1915 bij Steenstrate (een gehucht noordelijk van Ieperen) een monument geplaatst. Althans, het eerste monument was in 1929 geplaatst en bestond uit een beeldengroep van 3 soldaten die getroffen waren door gifgas; twee waren al dood, de derde greep stikkend naar zijn keel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers in 1941 dat monument opgeblazen. In 1954 werden plannen gemaakt voor een nieuw monument, dat in 1961 werd onthuld. Dat is het "verzoeningskruis" (wat een giller) dat u op de hierboven geplaatste foto ziet. Die heb ik in 2005 gemaakt tijdens mijn reis langs de slagvelden van de beide wereldoorlogen. Daarover heb ik al vaker geblogd, recentelijk nog op 25 juni 2013, met een leestip (twee blogstukjes terug).
Wie was de uitvinder van dit onzichtbare en geniepige gruwelwapen? Dat was Fritz Haber (1868-1934), een Duitse chemicus. Vanaf 1911 was hij benoemd tot directeur van het Kaiser Wilhelm Institut voor chemie en electrochemie. Later ontwikkelde hij meer gifgassen waaronder het zeer giftige fosgeen en het zeer beruchte mosterdgas, die natuurlijk allemaal ook aan het Westfront werden gebruikt. In 1918 heeft deze geleerde de Nobelprijs voor de chemie gekregen. Ondanks de vele protesten erkenden de Geallieerden daarmee min of meer dat zij ook veel te danken hadden aan zijn wetenschappelijke werkzaamheden en ontdekkingen. In 1925 werd Fritz Haber lid van de raad van toezicht van IG-Farben (!). In 1933 was hij nog steeds werkzaam op het Kaiser Wilhelm Institut, toendertijd het belangrijkste wetenschappelijke instituut in Duitsland. Maar helaas, in dat jaar kwam Adolf Hitler aan de macht en toen moest Fritz Haber naar het buitenland vluchten. Hij was Jood. Uiteindelijk is hij in 1934 in Basel overleden. Krankzinnig curieus is dat hij in de voorgaande jaren nog had meegewerkt aan de ontwikkeling van het insectenbestrijdingsmiddel Cyclon B. Als hij wist waar de Nazi's dat voor zouden gaan gebruiken, zou hij verbijsterd zijn. Een aantal van zijn familieleden zijn er jaren later mee vergast in een van Hitlers dodenkampen. Meer over deze man kunt u vinden in de Wikipedia. En meer artikelen over de gasoorlog en Fritz Haber zijn ook te vinden op de site www.wereldoorlog1418.nl .
Overigens vind ik het nogal hypocriet om chemische wapens een meer dan verschrikkelijk wapen te noemen. Alsof het minder erg was dat soldaten met mitrailleurs werden doorzeefd, met mijnen werden opgeblazen, en door kanonskogels en vooral shrapnelgranaten aan stukken werden gereten. De verwondingen van dit soort gebruikelijker wapens waren vaak zo gruwelijk dat de soldaten het vaak niet overleefden. En als ze het overleefden, duurde de doodsstrijd in de lazaretten nog een aantal dagen of weken. En dan heb ik het nog niet gehad over de soldaten met gruwelijk verminkte gezichten. Als ze de oorlog hadden overleefd, konden ze nooit meer terugkeren in de brave burgersamenleving. Ze zagen eruit als monsters van Frankenstein. Neen, erger dan het monster in de vele griezelfilms over professor Frankenstein. In Frankrijk trokken ze zich heel vaak terug op boerderijen ver van de stad en de samenleving vandaan en was er niemand welkom.
Fritz Haber was overduidelijk het tegendeel van alle antisemitische vooroordelen die Hitler in Mein Kampf spuide. Volgens hem waren Joden geen creatievelingen, geen kunstenaars, en kwamen ze ook niet op allerlei creatieve idee-en. Hitler schreef in Mein Kampf dat Joden volgens hem maar na-apers en copieerders waren. De ergste antisemitische opmerkingen van Hitler en zijn Nazi-volgelingen laat ik maar achterwege. Laat het duidelijk zijn dat daar dus niets van klopt. Ongetwijfeld zijn er meer concrete voorbeelden in allerlei archieven te vinden waaruit het tegendeel blijkt van Hitlers lachwekkende en waanzinnige en helaas ook dodelijke antisemitisme.
Labels:
chemische wapens,
Eerste Wereldoorlog,
gifgas,
Jodenhaat
vrijdag 5 juli 2013
Nachtfoto van mijn uitzicht
Hallo blogvolgers,
Deze keer iets geheel anders: dit is een foto die ik halverwege juni 2013 's nachts heb gemaakt vanaf mijn balkon. Ik heb de foto iets meer dan 2 minuten belicht. Daardoor vangt de camera heel veel licht en kun je na afloop heel veel details zien die je normaliter met het blote oog in het donker nooit kunt zien. Als je een nog langere belichtingstijd neemt - tot wel 10 minuten - wordt de foto soms zo goed belicht dat mensen bijna gaan denken dat ik de foto overdag bij zonlicht heb gemaakt. Alleen de witte en rode lichtstrepen van de koplampen van voorbijrijdende auto's (die je op de foto kunt zien) verraden dat er iets anders aan de hand is. Deze keer was die zeer lange belichtingstijd niet nodig, want de volle Maan zorgde voor meer dan genoeg licht. Merk op dat de volle Maan erg laag aan de hemel staat. Dat is in de zomer altijd zo. In de winter is het precies omgekeerd; dan staat de Zon altijd laag aan de hemel en de Maan hoog. Het uitzicht over de weilanden is hier heel opmerkelijk vanwege de grondmist.
Een statief om je fototoestel op vast te schroeven is in dit geval van nachtfotografie onontbeerlijk. Het resultaat mag er wezen.
Deze keer iets geheel anders: dit is een foto die ik halverwege juni 2013 's nachts heb gemaakt vanaf mijn balkon. Ik heb de foto iets meer dan 2 minuten belicht. Daardoor vangt de camera heel veel licht en kun je na afloop heel veel details zien die je normaliter met het blote oog in het donker nooit kunt zien. Als je een nog langere belichtingstijd neemt - tot wel 10 minuten - wordt de foto soms zo goed belicht dat mensen bijna gaan denken dat ik de foto overdag bij zonlicht heb gemaakt. Alleen de witte en rode lichtstrepen van de koplampen van voorbijrijdende auto's (die je op de foto kunt zien) verraden dat er iets anders aan de hand is. Deze keer was die zeer lange belichtingstijd niet nodig, want de volle Maan zorgde voor meer dan genoeg licht. Merk op dat de volle Maan erg laag aan de hemel staat. Dat is in de zomer altijd zo. In de winter is het precies omgekeerd; dan staat de Zon altijd laag aan de hemel en de Maan hoog. Het uitzicht over de weilanden is hier heel opmerkelijk vanwege de grondmist.
Een statief om je fototoestel op vast te schroeven is in dit geval van nachtfotografie onontbeerlijk. Het resultaat mag er wezen.
Abonneren op:
Posts (Atom)