Hallo ge-interesseerde bloglezers,
Afgelopen zondag 10 juli heb ik een dagtocht naar Zwolle gemaakt. Tientallen jaren lang reisde ik per trein langs Zwolle naar mijn familie in Rotterdam. Maar deze keer besloot ik in Zwolle eens uit te stappen. Overigens was dit de tweede keer. De eerste keer dat ik een dag naar Zwolle ging, was op 27 juni 1987. Dat is dus 24 jaar geleden. Ik had toen een fiets op het station van Zwolle gehuurd en had in de stad rondgefietst. Ik herinnerde het me nog mede omdat ik er toen ansichtkaarten had gekocht die ik samen met het treinkaartje in mijn plakboek over 1987 had geplakt. Handig, zo'n plakboek als persoonlijk naslagwerk.
Maar op 10 juli 2011 ging ik niet in Zwolle rondfietsen maar rondwandelen. Er viel veel te bekijken. Direct voor het NS-station staat op de rotonde het standbeeld van een landelijk en historisch bekend politicus die in 1798 in Zwolle was geboren. Het was het standbeeld van Thorbecke. Hij is bekend geworden door de grondwet van 1848. Daarna wandelde ik de stad in via de Sassenpoort. Dat is een fraaie Middeleeuwse stadspoort. Op de bijgevoegde foto in ovaalvorm kun je hem bewonderen. Daarna wandelde ik door het centrum langs het stadhuis en de Michaelskerk naar het Drostenhuis. Dat is een historisch pand uit de 16-e eeuw met een rococo-gevel uit circa 1750. In vroeger tijden zetelde hier de drost van het Oversticht (wat toen Drenthe, Overijssel en de stad Groningen omvatte), en vanaf 1528 Overijssel. Tegenwoordig zetelt daar het Stedelijk Museum. Dat is een zeer interessant museum over de geschiedenis van Zwolle en omgeving vanaf de Middeleeuwen tot nu. Er waren enkele stijlkamers (vaak onvermijdelijk in zulke historische musea) en verscheidene zalen met vitrines over verschillende thema's en deel-onderwerpen uit de Zwolse geschiedenis. Zo was er een vitrine over het bestuur van de stad vanaf de Middeleeuwen tot aan 1795. Verder was er een Patriotse stijlkamer uit circa 1780; zeg maar: de tijd van regenten en patriotten (o.a. de heer Van der Capellen tot den Pol) en oranjegezinden. Een andere vitrine ging over het geld wat in die tijden werd gebruikt. Zo las ik op een informatiebord dat de provincie Overijssel voor 1795 geen echte hoofdstad had. Dat wisselde regelmatig tussen Zwolle, Kampen en Deventer. Daarom werd vaak op Overijsselse munten niet 1 wapen (dat van Zwolle) geslagen, maar drie naast elkaar of in een cirkel (die van Kampen, Zwolle en Deventer). En dat was ook te zien op een zo'n munt. Verder was er een vitrine over de Moderne Devotie. Dat was in de Middeleeuwen op godsdienstig gebied een zeer belangrijke kritische geloofsrichting binnen de Rooms-Katholieke kerk. Het werd door de bisschop van Utrecht maar ternauwernood getolereerd. Het belangrijkste klooster van de Moderne Devotie stond in Windesheim, een dorp enkele kilometers zuidelijk van Zwolle. En er was natuurlijk ook een vitrine over de Hanze, want Zwolle werd in 1407 lid van de Duitse Hanze. Verder was er een vitrine over de opkomst van de industrie in Zwolle gedurende de 19-e eeuw. En natuurlijk was er ook een vitrine over de aanleg van de spoorlijn en de bouw van het spoorwegstation, even buiten de stadswallen van Zwolle. En dan was er nog de kelder met vitrines vol archeologische vondsten in Zwolle en directe omgeving. Zoals de vondsten van de plek waar tot circa 1360 het Kasteel Voorst heeft gestaan. Daar leefde toen een roofridder die de handel van Zwolle veel schade toebracht door zijn roofpraktijken. Uiteindelijk belegerden de Zwollenaren onder leiding van de bisschop van Utrecht het kasteel tot de roofridder zich overgaf, en braken de Zwollenaren het kasteel tot de grond toe af. Tegenwoordig staat op precies die plek een houten speelkasteel voor kinderen in een park met eromheen een moderne woonwijk. Trouwens, Zwolle had al in 1230 stadsrechten gekregen van de bisschop van Utrecht. Dat was als dank voor het feit dat de Zwollenaren hadden meegedaan aan een strafexpeditie tegen de opstandige Drenthen die in 1227 de vorige bisschop in de slag bij Ane (even zuidelijk van Coevorden) hadden verslagen en gedood. Dat was voor die tijd buitengewoon schokkend. Vreemd dat wij daar vroeger op school met geschiedenis nooit over hebben geleerd.
Al met al is dit een mooi en informatief museum over Zwolle en directe omgeving. Een goed voorbeeld voor hoe andere historische museums in andere steden zouden moeten zijn ingericht.
Na dit museumbezoek begon ik aan een grote rondwandeling door het centrum van Zwolle. Zo zag ik langs de noordkant en de oostkant langs de voormalige stadsgracht verscheidene stukken van Middeleeuwse stadsmuren en stadstorens staan. Zo kon je een aardige indruk krijgen van de dikte en de hoogte van dergelijke stadsmuren. Verder heb ik het geboortehuis van Thorbecke nog gevonden. Daarna wandelde ik de Diezerstraat door. Dat is de winkelstraat bij uitstek van Zwolle. Ergens in deze straat is in 1580 een fel gevecht geweest tussen Calvinisten en Spaanse soldaten van de graaf van Rennenberg. De Calvinisten wonnen, waardoor het verraad van Rennenberg niet alleen in Leeuwarden, maar ook in Zwolle mislukte. Daarmee kwam Rennenberg erg ge-isoleerd in Groningen te zitten. Trouwens, Rennenberg was ik op 8 mei 2011 ook al in Steenwijk tegengekomen. Kijk maar op die datum in mijn blog. Halverwege de Diezerstraat zag ik een kolossaal pand staan waar de Openbare Bibliotheek van Zwolle in zat. Wauw. Weet ik die tenminste ook te vinden. Hoeveel boeken over de geschiedenis van Zwolle zouden ze daar in hun collectie hebben? Daarna wandelde ik weer over de Grote Markt langs de Michaelskerk met de ertegenaan gebouwde Hoofdwacht. Recht daartegenover stond tussen de rijen panden een gebouw met hoog op de gevel de naam Waanders, uitgevers, drukkers en boekverkopers. Hier is die bekende Zwolse uitgeverij dus begonnen. Die bestaat trouwens nog steeds. Recht tegenover de toren van de Michaelskerk vond ik min of meer bij toeval het geboortehuis van E.H. Potgieter (1808-1875). Dat was een belangrijke dichter/schrijver en literator. Hij schreef het verhaal over Jan, Jannetje en hun jongste kind, waarin hij de Jan Salie-geest van rond 1840 hekelde. Onderwijl liep ik door naar de O.L. Vrouwekerk met de bekende Peperbus-toren en passeerde ik het cafe De Atlas. Da's curieus: daar is de SDAP (voorloper van de huidige PvdA) in 1894 opgericht. Tot slot maakte ik een afsluitende wandeling over de stadswallen die na 1870 in een park zijn veranderd en liep terug naar het NS-station om de trein terug naar huis te nemen. Al met al een zeer geslaagde dag met prachtig weer.
Het zit al een tijd in de planning, een bezoek aan Zwolle. Dank dus voor deze stimulerende beschrijving!
BeantwoordenVerwijderenUit een wat verder verleden kan ik me nog de tekst van een bescheurkalender van Koot&Bie herinneren waarop op een goede dag de volgende fraaie tekst verscheen: Alle wegen uit Zwolle zijn mooi.
Hoe het daarna met de verkoop van bescheurkalenders in Zwolle is gegaan, is mij niet bekend.
Je kan deze beschrijvingen zolangzamerhand wel gaan bundelen. Het wordt een heel boekwerk zo!
BeantwoordenVerwijderen