Hallo bloglezers,
Laatst plaatste Gert Jan Hermus een fraaie foto van een stoomlocomotief die in Sneek bij het station stond. Gelijk moest ik denken aan een foto die ik zelf enkele jaren geleden heb gemaakt van een stoomlocomotief op de Maasvlakte. Ieder jaar in september worden in Rotterdam de Havendagen ge-organiseerd. Dan liggen er aan de Wilhelminakade, de Willemskade en de Parkkade verscheidene schepen waar je op kunt en die je uitgebreid kunt bekijken. Verder staan er op de kades vele kraampjes van de verschillende maatschappijen en rederijen die folders en brochures over hun bedrijf uitdelen. Eigenlijk is het ook een soort banenmarkt, want veel jongelui kunnen dan ook zien hoeveel werkgelegenheid er in de havens en de scheepvaartsector is en alvast een mondelinge sollicitatie doen. Daarnaast worden er ook excursies ge-organiseerd naar allerlei bedrijven op de vele haventerreinen die zich uitstrekken vanaf het centrum van Rotterdam tot op de Maasvlakte. In 2006 ben ik met mijn ouders naar de Havendagen geweest. Op zaterdag wandelden we over de kades langs schepen en kramen en standjes. Op zondag maakten we vanaf het NS-station Rotterdam CS een rit van circa een uur met een stoomtrein naar de Maasvlakte. Daar stapten we uit en liepen even rond op die uitgestrekte vlakte. Daar maakte ik de hier bijgevoegde foto van de stoomlocomotief. Even door de knie-en gaan en knippen maar. Zo oogt het als een indrukwekkend gevaarte, het toonbeeld van getemde stoomkracht, symbool van de Industriele Revolutie en in het bijzonder van de Transportrevolutie.
Hildebrand - de bekende schrijver van de verhalenbundel Camera Obscura - schreef in het korte verhaal "Varen en rijden", over de nadelen van de postkoets (het ding schommelt en ratelt verschrikkelijk en je zit als passagier opgepropt met medereizigers), de nadelen van de trekschuit (je bent uren lang onderweg en je zit opgescheept met dom volk), de nadelen van zoiets moderns als de stoomboot (ook hier ben je heel lang onderweg, en je verveelt je te pletter), maar juist de voordelen van de stoomtrein ( je komt razendsnel aan op je eindbestemming). Overigens schreef hij dit verhaal al in november 1837. Toen moest de eerste spoorweg tussen Amsterdam en Haarlem nog worden aangelegd. Hij moest eens weten hoe de Spoorwegen in Nederland zich tot nu toe hebben ontwikkeld! De overige verhalen in de Camera Obscura zijn trouwens ook zeer lezenswaardig, zoals het verhaal over de familie Stastok (die met de rug naar de moderne tijd stonden), het verhaal van de familie Kegge (een nogal omhooggevallen nouveau riche-familie die sterk doet denken aan de Bourgoisie van rond 1840), en het verhaal over het onaangename mens in de Haarlemmerhout (die nu niet meer zo onaangenaam overkomt, want tijden en moraal zijn nogal veranderd). De tijden zijn inderdaad veranderd; de verhalen in de Camera Obscura geven nu hoogstens een aardig beeld van het Nederland van rond 1840-1870. Mocht iemand zijn stamboom al hebben uitgezocht, maar nog geen duidelijk beeld hebben hoe de mensen toen leefden, dan kan hij dit in het boek van Hildebrand nalezen. Al is dat voornamelijk een beeld van de rijken en de middenstanders. De arbeiders komen daarin nauwelijks aan bod, behalve het diakenmannetje.
De veranderingen in Nederland begonnen al zichtbaar te worden vanaf 1870. Na de Frans-Duitse oorlog van 1870 werd het duidelijk: vestingwerken waren nutteloos. Als gevolg daarvan werd in 1873 de Vestingwet ingevoerd en werden rond vrijwel alle steden de vestingwallen en poorten gesloopt. Met de komst van de spoorwegen kwam ook de transportrevolutie op gang. Men kon nu nog sneller naar zijn einddoel reizen zonder last te krijgen aan gebrek aan paarden of invloeden van weer en wind. Die transportrevolutie tekende niet alleen op het spoor af, maar ook te water, met zijn stoomboten. Maar hij werd vooral zeer zichtbaar in de Rotterdamse havens. Daar werd bijvoorbeeld niet meer in de havenbekkens aan de kades de vrachten van schepen uitgeladen of ingeladen. Neen, dat gebeurde "op de stroom". Zeg maar gewoon midden op de rivier. Vrachten werden zo van het zeeschip (dat was vastgelegd aan een boei) in de rijnaken overgeladen en naar Duitsland en verder vervoerd. De ouderwetse pakhuizen kwamen niet aan bod en waren dus nauwelijks meer nodig.
Daarom bezie ik zo'n stoomlocomotief niet als iets nostalgisch uit de goeie ouwe tijd, maar als een representant uit het begin van het nieuwe Industriele Tijdperk. Maar inderdaad, sinds de jaren 1950 zijn de stoomlocomotieven afgedankt en in het museum weggezet en vervangen door electro-locs en diesel-locs. Hoe krachtig die nieuwe locomotieven ook zijn, ze zien er toch minder spectaculair uit dan de stoomlocomotief op de hierboven bijgevoegde foto.