zaterdag 28 mei 2011



Hallo mede-bloggers,


Twee weken geleden heb ik samen met 2 vrienden uit Groningen-stad een mooie rit gemaakt naar Heiligerlee. Daar hebben we een bezoek gebracht aan het Klokkengietersmuseum en het Museum Slag bij Heiligerlee. Die twee museums staan in het centrum van Heiligerlee aan de Provincialeweg recht tegenover elkaar. Als je het ene museum hebt bekeken, kun je zo de straat oversteken naar het andere museum. En je kunt er dan ook een kaartje kopen met tegelijk toegang voor beide musea.

Het Klokkengietersmuseum heeft een tentoonstellingsruimte waar ze laten zien hoe klokken worden gegoten en afgewerkt, met ernaast een zaal vol klokken waar je fijn met een rubber hamer op kunt slaan om de klank te beluisteren. Mijn beide vrienden vonden dat zeer leuk. Die kregen er geen genoeg van. Curieus is ook dat er twee grote klokken staan, die begin 1900 zijn gegoten in Heiligerlee (het museum was toen de werkplaats voor het klokkengietersbedrijf) en die tientallen jaren lang in de Domtoren van Utrecht hebben gehangen.

Het andere museum gaat over de slag bij Heiligerlee in 1568. Die slag geldt als het begin van de 80-jarige oorlog. Het betrof een veldslag tussen het huurlingenleger van Willem van Oranje en het Spaanse leger onder bevel van de stadhouder van Groningen in Spaanse dienst. De stadhouder rukte op met zijn leger naar Heiligerlee, maar werd volledig verslagen door het huurlingenleger onder bevel van graaf Adolf van Nassau, de broer van Willem van Oranje. Na deze overwinning dacht Willem van Oranje gelijk door te kunnen stoten naar Groningen-stad. Maar er kwam nog een Spaans leger aan. Deze keer vele malen groter, en onder bevel van Alva. Hij joeg het huurlingenleger terug de grens over, het Duitse rijk in en vernietigde het op de oever van de rivier de Ems. Daarmee was alles mislukt, en was Willem van Oranje failliet. Bovendien was de bevolking niet in opstand gekomen (waar hij wel heimelijk op had gehoopt). Pas 4 jaar later brak een nieuwe opstand uit, nadat zeerovers, ehh, Watergeuzen het stadje Den Briel hadden veroverd voor de prins (lees: Willem van Oranje). Enkele dagen later vierden de Watergeuzen dit heuglijke feit (?) door een aantal monniken uit Gorinchem te ontvoeren en in een schuur even buiten de stadswallen van Den Briel op te knopen. Maar dat is een volgende episode in de 80-jarige oorlog.

Na ons bezoek aan de beide musea, reden we naar het monument ter herdenking van de slag bij Heiligerlee. Daar heb ik de bijgevoegde foto gemaakt. Weliswaar heb ik de foto van achteren genomen, maar daarop zie je de Nederlandse maagd met achter haar de Nederlandse leeuw, en voor haar (als je aan de voorkant stond) graaf Adolf die terneerligt, want hij was juist in die veldslag bij Heiligerlee gesneuveld. Schuin ervoor staan mijn beide vrienden. Meer informatie is te vinden op de internetsites www.klokkengieterijmuseum.nl en www.slagbijheiligerlee.nl .

woensdag 25 mei 2011

Dagje Utrecht, Kasteel de Haar



Hallo mede-bloggers,


Het is alweer een poosje geleden dat ik een stukje op mijn blogsite heb geplaatst. Twee weken geleden (op 11 mei) heb ik een uitstapje gemaakt naar Utrecht, dit op uitnodiging van de vriendin van mijn broer. We zijn allebei dol op fotograferen. Mijn broer wat minder; daarom was hij er niet bij. We reden naar Haarzuilens waar het bekende kasteel de Haar staat. Dat kasteel staat in een groot park met de prachtigste tuinen; kortom: zeer fotogeniek. Dat is te zien op de hiernaast geplaatste foto. Het lijkt bijna het kasteel Zweinstein uit de Harry Potter romanreeks.

De geschiedenis van dit kasteel gaat ver terug, tot in de Middeleeuwen. Rond 1391 stond er op deze plek al een kasteel Ter Haer. In 1449 kwam het in bezit van de familie Van Zuylen. In 1482 raakte het bisdom Utrecht betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse Twisten in het graafschap Holland. Als gevolg daarvan werd het kasteel de Haar belegerd en verwoest. In later jaren werd het kasteel weer opgebouwd. In 1672 (het rampjaar) viel Frankrijk met zijn bondgenoten Engeland plus de bisschoppen van Muenster en Keulen Nederland aan. Frankrijk veroverde de stad Utrecht en het kasteel de Haar. Bij die gevechten werd het kasteel opnieuw verwoest. Ondertussen zette Holland vlug een hele reeks landerijen onder water. Dat was de roemruchte Oude Hollandse Waterlinie. Uiteindelijk moest Frankrijk zich terugtrekken en de strijd tegen Holland opgeven. En weer werd het kasteel opnieuw opgebouwd. In later eeuwen werd er weinig onderhoud aan gepleegd, zodat het kasteel tot een ruine verviel. In 1892 keerde een verre nazaat van de familie Van Zuylen terug naar het voorvaderlijk kasteel. Het was baron Etienne van Zuylen van Nyevelt. Hij had de ruine ge-erfd. Terwijl hij de ruine bekeek, besloot hij om het voorvaderlijk slot in de oude glorie te herbouwen. Daarvoor trok hij een bekende architect aan: Pierre Cuypers. Hij was bekend van de bouw van vele neogotische Rooms-Katholieke kerken en kathedralen. Zo heeft Pierre Cuypers in 1884 in Leeuwarden de Bonifatiuskerk gebouwd. En zo had hij in Amsterdam het Centraal Station en het Rijksmuseum gebouwd. Pierre Cuypers toog met al zijn medewerkers aan de arbeid. De wederopbouw duurde in totaal 20 jaar. Pas in 1912 werd het geheel vernieuwde kasteel opgeleverd. Inclusief de omringende tuinen. Daarvoor had de baron de tuinarchitect Henri Copijn aangetrokken.

Overigens is het kasteel niet helemaal in puur Middeleeuwse stijl herbouwd. Pierre Cuypers heeft daar een nogal vrije interpretatie van gegeven met veel neogotische elementen, en zijn opdrachtgever baron van Zuylen stelde nog eens allerlei extra eisen. Zo moest bijvoorbeeld de oude binnenplaats worden overdekt. Dat is daarom nu een indrukwekkend grote ontvangsthal geworden. Zo is het kasteel een indrukwekkend bouwwerk geworden. Vanuit de verschillende tuinen gezien lijkt het een sprookjeskasteel uit een fantasyroman. Geen wonder dat er daarom jaarlijks de Elf Fantasy Fair wordt gehouden. Dat is een soort markt voor uitgevers en auteurs van fantasyromans, ge-interesseerden op het gebied van fantasy, historici (met meestal als specialisme de Middeleeuwen), en mensen die zich verkleden als elf, prinses, ridder, of tovenaar, en dergelijke en die een hele show weggeven of hele spiegelgevechten opvoeren. Op andere momenten (zoals op deze dag) zag het kasteel met zijn omgeving er eerder uit als het geschikte decor voor een Agatha Christie-detective-roman.

Meer informatie over het kasteel, de bewoners, en de tuinen is te vinden op de site www.kasteeldehaar.nl . Over het geheel genomen was het een indrukwekkende dag.

zondag 8 mei 2011

Zondagmiddag in Steenwijk


Hallo ge-interesseerde lezers,


Inderdaad, ik ben op 8 mei 2011 met de trein naar Steenwijk gereisd. Ik reis al tientallen jaren van Leeuwarden naar Rotterdam (waar ik geboren ben), en daarbij passeer ik telkens weer het stadje Steenwijk, maar ben er nog nooit uitgestapt. Tot deze dag. Steenwijk is een aardig stadje met veel oude historische gebouwen en 5 kerken binnen zijn grachtengordel. De oudste is de Clemenskerk, met een toren van 87 meter hoog. Curieus is dat in die toren sinds begin 20-ste eeuw ook een watertoren is ondergebracht. Zeer ongewoon voor een kerktoren. Allemaal wijwater soms? Neen, dat kan niet, want deze Clemenskerk is al sinds het begin van de 80-jarige oorlog protestants. Dan is er nog een nieuwe Sint Clemenskerk, gebouwd in 1882-83 door de architect Alfred Tepe (een leerling geweest van de beroemde architect Pierre Cuypers). Verder is er een Doopsgezinde Vermaning (de Doopsgezinden noemen hun kerken nu eenmaal zo). Dan is er nog een oude kerk van voor circa 1470 waar nu Gereformeerden (Vrijgemaakt) samenkomen. Wel opmerkelijk dat die ineens zo'n oud kerkgebouw hebben gekregen in Steenwijk. En dan was er nog een Gereformeerde kerk, waarvan de eerste steen in de jaren 20 werd gelegd door een zekere dominee Ploos van Amstel.

Na mijn rondwandeling door het centrum, wandelde ik verder over de stadswallen van Steenwijk. Of: althans wat daar nog van overgebleven is. Er staan tegenwoordig veel hoge bomen op al die wallen. En aan de overkant van de stadsgracht zijn - sinds circa 1870 - veel woonwijken verrezen. Net als bij iedere stad. Aan het eind van de stadswallen, lag de toegang tot het fraaie park Rams Woerthe. Vlak achter de ingang van dat park ligt de villa Rams Woerthe. Dat is een fraai pand in Jugendstil, dat werd gebouwd in 1899. Erachter werd het langwerpige park aangelegd met veel bomen, struiken en waterpartijen. Dat park is beslist een wandeling waard.

Daarna wandelde ik weer rond in het centrum en begaf me langzaam maar zeker richting station. Aan de oostank van het stadscentrum zag ik ineens het standbeeld staan van Johan van den Kornput. Die naam zei mij op dat moment totaal niets. Maar dat werd anders toen ik de tekst op de steen aan de voet van het standbeeld las. Hij had Steenwijk verdedigd in de jaren 1580-1581 tegen de graaf van Rennenberg. Tsjaa. Dat is een heel verhaal, maar het kwam er in het kort op neer dat Groningen (om het behoud van zijn stapelrecht) partij koos voor Spanje, net als de graaf van Rennenberg, die op dat moment stadhouder in Spaanse dienst was van Groningen. Daarom gaf Willem van Oranje om alle verbindingswegen naar Groningen af te snijden en de stad te omsingelen. Steenwijk viel in handen van de Prinsgezinden, evenals Coevorden. Midden in het Bourtanger moeras werd een grote schans gebouwd (inderdaad, de huidige vesting Bourtange). En zo verrezen er meer schansen rond Groningen en werd de stad langzaam maar zeker omsingeld. Om die omsingeling te doorbreken, trok stadhouder Rennenberg van Groningen naar Steenwijk en belegerde het stadje. Het jaar daarop overleed Rennenberg en gaven zijn troepen de belegering op. De verdediging van Steenwijk gedurende dat beleg werd geleid door Johan van den Kornput. van hem werd pas in 2008 dit standbeeld neergezet. Zoals je op de bijgevoegde foto ziet, staat hij trots met in zijn ene hand de nationale vlag en met zijn ene voet op een Spaanse helm. Op de achtergrond is de toren van de oude Clemenskerk te zien (die dus ook in gebruik is als watertoren). En hoe liep het uiteindelijk met Groningen af? In 1594 gaf de stad zich over aan de stadhouder van Friesland Willem Lodewijk (in Leeuwarden beter bekend als Us Heit) en sloot de stad zich aan bij de Unie van utrecht, nadat deze de belofte had gekregen dat de stad zijn stapelrecht mocht behouden.

zondag 1 mei 2011

Fietstocht naar Vliegveld Eelde



















Hallo mede-bloggers en lezers,



Vandaag (= 1 mei 2011) heb ik mijn fiets op de trein naar Groningen meegenomen en ben ik samen met een vriend uit Groningen uit fietsen geweest. We verlieten via een route langs de oostkant de stad in zuidelijke richting, fietsten dwars door Haren, passeerden de Hortus, en staken bij Onnen de oude verkeersbrug over het grote rangeerterrein bij Haren over. Vervolgens fietsten we verder door het dorp Glimmen naar Eelde, naar het vliegveld. Daar stalden we onze fietsen in het rek en stapten het restaurant binnen voor een kop koffie met gebak. We gingen buiten op het terras zitten. Vandaar hadden we uitzicht op de verkeerstoren en bijbehorende gebouwen (de onderste foto). We zagen enkele kleine vliegtuigjes (formaat Cessna) wegrijden naar de landingsbaan en even later opstijgen en wegvliegen. Vlak voor ons terras stond een wat groter vliegtuig met op de staart een registratienummer en een Russische vlag (de bovenste foto). Toen ik 's avonds weer thuisgekomen was, heb ik dat eens nader uitgezocht. Het bleek een toestel te zijn van de maatschappij Kolavia, gevestigd in Nizhni-Novgorod (het vroegere Gorky in Sovjet-tijden).


Het vliegveld Eelde is in 1931 geopend op initiatief van de vliegenier Hayo Hindriks. Voor de ingang van het stationsgebouw zag ik een steen in het trottoir met daarin een tekst over het feit dat het 75 jaar geleden was dat het vliegveld was geopend, met daarbij de naam Hayo Hindriks. Die steen bleek te zijn geplaatst in 2006. En dit jaar bestaat het vliegveld Eelde dus precies 80 jaar. Natuurlijk wordt daar een boek over uitgegeven, zo las ik in het krantje van vliegveld Eelde. Gaan de bibliotheken in Friesland het aanschaffen? Ik vrees van niet. Eelde ligt nu eenmaal in Drenthe en niet in Friesland.


Nadat we voldoende waren uitgerust, stapten we weer op onze fietsen en keerden terug naar Groningen. We fietsten door het dorp Eelde-Paterswolde, langs de westoevers van het Paterswoldsemeer (waar mijn vriend mij veel over wist te vertellen), de stad Groningen weer in. Daar wees mijn vriend een kleuterschool aan waar hij ooit als kleuter op had gezeten. Op het station aangekomen, namen wij afscheid. Hij fietste terug naar huis en ik nam de trein terug naar Leeuwarden.